Amsterdam, voedselstad?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Tijdens “Amsterdam Voedselstad” zou de Amsterdamse voedselvisie voor het eerst echt tot leven worden gebracht. Want voedsel produceren is niet langer slechts een plattelandszorg, maar iets wat ook de stedeling gelukkig, rijk en gezond moet maken. Wat gaat de gemeente daar aan bijdragen?

Culinaire conserven, duurzaam straateten en paddenstoelen op koffiedik
De gemeente kan in ieder geval meesurfen op een golf van groene burgers, foodies en ondernemers. Tijdens de bijeenkomst stonden een tiental Amsterdamse voedselinitiatieven in de schijnwerpers. De Food Line-up, die duurzame foodtrucks op festivals en evenementen programmeert, gaf deze middag de aftrap met als motto ‘echt eten is het nieuwe uitgaan’.

Daarna volgden nog een hele rits aan vernieuwende ondernemingen: de zuiderMRKT, een coöperatieve buurtmarkt gedragen door de buurtbewoners van Oud Zuid; GRO, een initiatief waarbij paddenstoelen worden gekweekt op een substraat van koffiedrab; en de Rijkskas voor vergeten groenten, omgeven door een eetbare stadstuin, die omwonenden pal naast poptempel Paradiso willen bouwen.

Opmerkelijk was ook het nieuwe project van ex-tostiboer Sascha Landshoff. Afgelopen jaar trok hij veel bekijks met zijn Tostifabriek: midden in de stad verbouwde hij het graan en bracht hij de vleesvarkens en melkkoeien groot voor een geheel stadse tosti. Nu gaat hij de strijd aan met de Hak’s van deze wereld. Het doel is om de Nederlandse inblikindustrie rechts in te halen met mooie ingeblikte producten – zoals de Franse cassoulet – in plaats van met saaie en sompige doperwtjes met worteltjes.

Grown down town
We kunnen concluderen: ondernemend Amsterdam is springlevend. En de gemeente heeft daar nu ook oog voor. Waar ik in januari nog in een interview verzuchtte dat de visie te weinig aandacht schonk aan ondernemers, waren deze nu ruimschoots vertegenwoordigd op het podium.

Het mag een klein wonder heten, want zoals culinair journalist Hiske Versprille in het Parool opmerkte ‘waren er tot zeven jaar geleden helemaal geen voedselfestivals en ook geen noemenswaardige stadslandbouw projecten, foodcoöps, microbreweries in lege kantoorpanden, wildplukcursussen of wachttijden voor moestuinen’. In die zin kan Amsterdam het zich langzaam aan permitteren om de term ‘Voedselstad’ in de mond te nemen.

Nog een loketje
Maar wat doet de gemeente eigenlijk zelf? Wat betekent de visie nu precies voor de toekomst van deze ondernemers en initiatieven? En wat kunnen deze initiatieven structureel betekenen voor de stad? Terwijl de afgezant pronkt met beleidsthema’s als ‘voedsel en gezondheid’, ‘voedsel en economie’, ‘voedsel en participatie’ en ‘voedsel en duurzaamheid’, ben ik vooral benieuwd of we die thema’s kunnen verbinden. Binnen het voedselonderwijs op scholen, zijn nu bijvoorbeeld andere partijen bezig met het thema gezondheid dan met het thema duurzaamheid. Gek genoeg komen die partijen maar moeizaam samen en kunnen ze het nauwelijks eens worden over wat nou het belangrijkst is voor de stad.

Staan er ook concrete zaken in de visie? Jazeker, er komt een VIP. Een wat? Een Voedsel en Informatie Punt. Zo kunnen mensen met een idee aankloppen bij de gemeente voor informatie over geldende wetten, regels en andere handige informatie. Het openen van een nieuw loket doet aan als een gemakzuchtige beleidsmakersreflex, maar laten we het VIP het voordeel van de twijfel gunnen. Het is waar dat het starten van een initiatief als een stadsboerderij op dit moment een crime is. Wellicht biedt het VIP soelaas. Wat de visie echter ook duidelijk maakt, is dat de gemeente niet van plan is om een nieuw subsidieloket te openen.

Beperkt houdbaar
Ander pijnpunt is de beperkte houdbaarheid van de visie, of zoals het ergens achterin het document letterlijk staat geformuleerd: “Deze voedselvisie pretendeert een langere geldigheid”. Dit betekent in feite dat er voor het komende jaar beperkt budget is en dat er nadien zal moeten worden gekeken hoe de politieke kaarten geschud zijn. Voorlopig nog even andere koek dan bijvoorbeeld de ‘London Food Strategy’, die een periode van 10 jaar beslaat.

Toch is de visie een eerste stapje in de richting van een actief gemeentelijk beleid. Daarbij moet niet alleen de gemeente bewijzen daadwerkelijk een steun in de rug te zijn voor initiatieven. Zelf kunnen zij laten zien dat ze van blijvende – en groeiende betekenis – zijn voor de stad en daarmee het politieke draagvlak voor een actievere gemeentelijke rol vergroten.

Los van de politieke realiteit is het belangrijk dat de gemeente een gezicht heeft gekregen voor iedereen die zich met voedsel bezighoudt. Er zijn mensen van vlees en bloed die zich bezig houden met het thema, die bereid zijn om mee te denken en hun oor te luister leggen. Dat laatste is wat mij betreft belangrijker dan alles wat er nu in de visie wordt genoemd.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons