Ontheemd door een vrijhandelsverdrag

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) viert dit jaar zijn twintigjarige jubileum. Het verdrag moest Mexico opstuwen in de vaart der volkeren en veranderen in een moderne export-economie. NAFTA deelde echter ook een enorme dreun uit aan het Mexicaanse platteland, waar arme boeren zich gedwongen zagen massaal te vertrekken.

Het is muisstil in San Pedro Acatlán. Het leeuwendeel van de huizen in het dorpje in de bergen van de Zuid-Mexicaanse deelstaat Guerrero is op slot en verlaten. Over de onverharde straatjes loopt bijna niemand. Het enige schooltje in het dorp is potdicht, net als de kliniek. Alleen in de verte klinkt wat muziek, verder is het enige hoorbare het geluid van krekels, afgewisseld door het sporadisch geblaf van een straathond.

Volgens de gemeente Tlapa, waar San Pedro toe behoort, heeft het dorp ongeveer duizend inwoners, in de praktijk zijn het er nog geen honderd. Het overgrote deel van de dorpelingen leeft in werkelijkheid ergens anders. Ze werken als dagloner op grote boerenbedrijven in de noordelijke deelstaat Sinaloa en hebben hun families meegenomen. Een flink deel woont en werkt ook in de Verenigde Staten, de meesten als illegaal migrant.

“Er is hier niets”, verzucht Macedonio de los Santos. Hij is de comisario van San Pedro, door de dorpelingen gekozen als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur van Tlapa. Zijn taak is het communiceren van de wensen van zijn dorpsgenoten aan de burgemeester (en vice versa) en het regelen van administratieve zaken.

In de praktijk doet hij echter de hele dag niet veel meer dan voor zijn kantoortje zitten.

“Het was niet altijd zo stil hier. Vijfentwintig jaar geleden trokken de mensen niet weg. Toen konden we nog leven van wat we verbouwden. Maar dat kan nu niet meer”, verzucht hij. “NAFTA heeft alles veranderd.”

Wat is NAFTA?
De Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) is een vrijhandelsverdrag tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico, dat op 1 januari 1994 van kracht werd. Onder NAFTA werden vrijwel alle importtarieven en handelsbarriéres tussen de drie landen de afgelopen twintig jaar opgeheven. Doel was om economische groei en onderlinge handel sterk te bevorderen.

NAFTA, de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst, viert dit jaar haar twintigjarig jubileum. Op 1 januari 1994 werden in één klap het gros van de importheffingen en handelsrestricties tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico afgeschaft, waarmee de grootste vrijhandelszone ter wereld werd opgericht.

Mexico werd NAFTA binnengeleid door Carlos Salinas de Gortari, die tussen 1988 en 1994 president was. Als in de Verenigde Staten opgeleide technocraat was Salinas er heilig van overtuigd dat zijn land alleen door vrije handel de stap van tweede- naar eerste wereldland kon maken.

Tot dan toe had het land een van de meest afgeschermde en inefficiënte economieën van de wereld. Staatsbedrijven hadden het monopolie in praktisch alle sectoren van de economie. Buitenlandse investeerders hadden nauwelijks toegang, waardoor de Mexicaanse economie kwetsbaar en inefficiënt was. Salinas beloofde zijn landgenoten dat er met NAFTA miljoenen banen bij zouden komen. Armoede zou gaan verdwijnen. Industrie en handel zouden Mexico in de vaart der volkeren opstoten.

Inderdaad heeft de Mexicaanse industrie flink geprofiteerd van het verdrag. De lage inkomens in het land zorgden ervoor dat het een paradijs werd voor de assemblage-industrie; aan de noordgrens met de Verenigde Staten werden enorme industrieterreinen aangelegd en honderdduizenden banen gecreëerd. Ook in het centrum van het land, in steden als Aguascalientes, Puebla en Querétaro, groeide en bloeide de industrie. Inmiddels is Mexico een van de grootste exporteurs ter wereld van auto's, flatscreen televisies, vliegtuigonderdelen en koelkasten.

Ver van de industrieterreinen in het noorden en de autofabrieken in Aguascalientes en Puebla wordt echter de andere kant van de NAFTA-medaille zichtbaar. Op het platteland, en dan vooral in armere, agrarische deelstaten als Oaxaca, Chiapas en Guerrero, deelde het verdrag een enorme dreun uit. In de omgeving van Tlapa zijn veel dorpjes uitgestorven. Zo ook San Pedro, waar negentig procent van de bewoners als dagloners elders in het land werkt. Blijven is geen optie; het land levert te weinig op om van te kunnen leven.

“Het leven was hier voor 1994 beter”, zegt Paulino Rodriguez. Hij werkt voor het Centro de la Montaña Tlachonillan, een organisatie die de belangen van de bewoners van het platteland van Guerrero behartigt. “NAFTA heeft er mettertijd voor gezorgd dat het platteland hier steeds verder leeg is gelopen. De vrije handel heeft geen banen opgeleverd, het heeft er juist miljoenen weggehaald.”

Hij is zelf opgegroeid in deze regio, niet ver van San Pedro. Als kleine jongen reisde hij in de jaren tachtig met zijn familie mee, die als seizoensarbeider in andere staten werkten. “Maar in die tijd was er veel minder binnenlandse migratie, en vertrokken ook veel minder mensen naar de Verenigde Staten. Dat was ook niet nodig, omdat de producten die men hier verbouwde meestal voldoende opleverden om van rond te kunnen komen.”

Volgens Paulino veranderde dat in 1994. “En dan heb ik het niet over geleidelijke verandering, het gebeurde echt van het ene op het andere jaar. Vanaf het moment dat NAFTA van kracht werd, kelderden de prijzen van bijvoorbeeld rijst, wat hier op vrij grote schaal werd verbouwd. De boeren konden ineens niet meer leven van wat ze zelf verbouwden. Er restte hen geen andere keuze dan massaal elders werk te zoeken.”

De NAFTA-voedselcrisis
Mexico is dankzij NAFTA veel afhankelijker geworden van voedselimport dan voorheen. Amerikaanse boeren exporteerden hun maïs vanaf 1994 dankzij grootschalige subsidies eenvijfde goedkoper dan de productiekosten naar Mexico. Daardoor steeg de afhankelijkheid van maïs-import tussen 1994 en 2000 van 8 procent naar 32 procent. Voor tarwe steeg dat percentage zelfs naar 60, in vergelijking met 20 procent vóór 1994. Inmiddels is Mexico voor bijna de helft van de voedselvoorziening afhankelijk van import. Mexicaanse boeren produceren domweg niet meer voldoende; dankzij de enorme instroom van gesubsidieerde Amerikaanse producten zijn de voedselprijzen voor Mexicaanse boeren met tweederde gekelderd sinds 1994.

Toen NAFTA de Mexicaanse landbouwsector opengegooide voor moderne, gesubsidieerde boerenbedrijven uit de Verenigde Staten, konden de Mexicanen nauwelijks concurreren; in de eerste jaren na 1994 verdrievoudigde de import van maïs, het belangrijkste en meest traditionele Mexicaanse landbouwproduct. Tegelijkertijd zakte de prijs van maïs in diezelfde periode met de helft; voor honderduizenden boeren betekende dit een halvering van hun inkomen.

“De negatieve gevolgen van NAFTA voor Mexico worden nog altijd onderschat”, zegt Gerardo Esquivel, hoogleraar economie aan de ITAM-universiteit in Mexico-Stad. “Met name in het zuiden van het land waren kleine boeren in het geheel niet voorbereid om de concurrentie met de VS en Canada aan te gaan. Het zijn de armsten die daardoor het meeste hebben verloren.”

Volgens het rapport 'Mythes van NAFTA, 20 jaar later', dat afgelopen februari werd gepubliceerd door een samenwerkingsverband van Mexicaanse agrarische ontwikkelingsorganisaties, zijn dankzij NAFTA vijf miljoen banen in de Mexicaanse landbouw verloren gegaan. Nam de landbouw in 1994 nog vijf procent van het Bruto Binnenlands Product in, inmiddels is dat nog slechts anderhalf procent.

Er ontstond een heuse volksverhuizing, zowel binnen Mexico zelf als naar de Verenigde Staten. In deelstaten als Sinaloa en Chihuahua is mede dankzij NAFTA een bloeiende agrarische export-industrie ontstaan, waar honderdduizenden arme boeren uit staten als Guerrero gedurende negen maanden per jaar onder slechte omstandigheden als dagloner werken. Miljoenen anderen pogen hun geluk in de Verenigde Staten.

Zo ook Paulino. In 2000 trok hij illegaal de grens over bij Agua Prieta. Na enige omzwermingen kwam hij in New York terecht, waar veel Mexicaanse migranten uit Guerrero wonen. Daar werkte hij een aantal jaar zwart als kok bij chique restaurants in Manhattan.

“Het was best te doen, maar ik wist dat ik er niet altijd kon blijven. Mijn hele familie woonde inmiddels in New York, maar mijn grootouders waren achtergebleven in Mexico. Op een gegeven moment besloot ik terug te gaan, omdat er anders niemand meer over zou zijn geweest om voor ze te zorgen.”

In 2008 kwam Paulino weer thuis in een streek waar de bevolking inmiddels was gedecimeerd door de massale arbeidsmigratie. In sommige dorpen was meer dan de helft van de bevolking weg. Vanaf een dor maïsveldje in San Pedro wijst hij naar een nabije bergtop, naar het dorpje  El Platanar, dat er al net zo desolaat uitziet als San Pedro. “Daar woonden een jaar of vijftien geleden nog ruim 700 mensen. Nu zijn er misschien nog 300 over, de rest is allemaal naar de VS vertrokken.”

Al even schrijnend als de ontvolking van het Guerrerense platteland, was het feit dat er bij terugkeer helemaal niets leek te zijn veranderd. Hier en daar was er een verharde weg aangelegd, en sommige dorpjes hadden nu ook elektriciteit, maar dat was het wel zo'n beetje.

“Juist de regio's die het hardste zijn getroffen door NAFTA, waar veel inheemse Mexicanen en kleine boeren wonen, zijn door de regering in de steek gelaten”, zegt Paulino weemoedig. “Er is veel te weinig geïnvesteerd. De regering heeft wat sociale programma's opgezet om de boeren te helpen, maar daarbij ging het meestel om een paar zakken insecticiden per boer. Ze heeft geen pogingen gedaan om de positie van boeren fundamenteel te verbeteren.”

NAFTA en Migratie
Voor 1994 kende Mexico ongeveer drie miljoen seizoensmigranten; veelal mensen uit armere streken die naar deelstaten trokken waar ze voor laag loon en onder slechte omstandigheden op plantages en grote boerenbedrijven enkele maanden konden werken. Dat aantal is sinds 1994 verdubbeld. Ook de migratie naar de Verenigde Staten is explosief gestegen; met 80 procent tussen 1994 en 2000. Jaarlijks sturen in de VS wonende Mexicanen zo´n 20 miljard dollar naar hun families in eigen land. Daarmee is Mexico de op twee na grootste ontvanger ter wereld, na China en India. Geldzendingen uit de Verenigde Staten vormen de op één na grootste bron van buitenlands inkomen voor Mexico.

Het platteland van Guerrero had, net als andere verarmde rurale gebieden in Mexico, geen insecticide nodig, maar infrastructuur om de concurrentie van Amerikaanse boeren te kunnen weerstaan; irrigatiesystemen, elektriciteit, landbouwmachines. Daar is weinig tot geen geld in gestoken.

“Het ontbreekt ons eigenlijk aan alles”, zegt comisario Macedonio in San Pedro. “Maar er is vooral een tekort aan water. Als we water willen hebben om te kunnen baden, kleding te wassen of zelf iets te verbouwen, moeten we een half uur naar de rivier lopen.” Hij knikt naar de rivierbedding, een kilometer of twee aan de voet van de berg waar het dorp ligt.

Vorig jaar juni begon de gemeente Tlapa met het aanleggen van een pijpleidingsysteem naar San Pedro. Die werkzaamheden werden vorige maand afgerond, maar het resultaat is onbruikbaar. De gemeente liet het na om waterpompen aan te schaffen om het water vanuit de rivierbedding naar de dorpjes te krijgen. De bewoners van San Pedro zelf hebben daar het geld niet voor.

“Zo verandert hier nooit iets”, zegt Macedonio. “We zijn in de afgelopen twintig jaar in een uitzichtloze situatie terechtgekomen. Als er niets gebeurt, blijft er straks niemand meer over.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons