‘Indiër krijg je niet aan een vegetarische gehaktbal’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Hooggespannen verwachtingen: voor de Nationale Voedseltop bracht staatssecretaris Martijn van Dam 150 ‘beslissers’ in beleid en sector plus vier bewindslieden bij elkaar om de toekomst van ons voedsel te bespreken. En dat op een spannende nieuwe plek: Urban Farmers, in een oude Philips-fabriek aan de Haagse Televisiestraat waar verticale landbouw tot grote hoogte wordt gebracht.

Het zou makkelijk zijn om de Top als slappe hap of voedselflop af te doen. Vooraf was er al gedoe over het uitnodigingsbeleid. Kritische voedselclubs als Wakker Dier waren niet welkom, en Foodguerillero’s en andere jonge vernieuwers waren zwaar in de minderheid. Niet een kritische vraag kwam over de lippen van presentator Miljuska Witzenhausen. Kool en geit moesten worden gespaard, het moest vooral gezellig blijven. En dus ook geen discussie over het spraakmakende advies van het RIVM dat de overheid vlees en zuivelproducten duurder moet maken om het klimaat te redden. De (vlees-)sector was daar massaal over gevallen, onder ander in dit kritiekloze stuk op de RTL-site, en Van Dam wilde die donderdagochtend in de Volkskrant niet tegen de haren in strijken. Minder vlees eten, oké, maar de overheid gaat dat niet afdwingen, was zijn boodschap. Het woord ‘vleestaks’ was donderdagmiddag dan ook taboe, behalve bij de dappere Volkert Engelsman van groente- en fruitdistributeur Eosta die pleitte voor eerlijke prijzen waarin maatschappelijke kosten verwerkt zijn.

Het woord ‘vleestaks’ was donderdagmiddag taboe

 

De slotverklaring ademde dezelfde ‘iedereen te vriend houden’ houding: “Wij willen dat Nederland over 5 tot 10 jaar wereldwijd de onbetwiste koploper is in veilige, gezonde en duurzame voeding en een duurzame land- en tuinbouw.” Een mooie ambitie, waar niemand tegen kan zijn, maar het wordt pas interessant als je de weg ernaartoe beschrijft. Inkrimping van de veestapel, vermindering vleesconsumptie, biodiversiteit terugbrengen in het eenvormige agrarische landschap – dat zijn de thema’s waarop het pijn gaat doen.
Die haalden de slotverklaring niet. Daarin ging het over hergebruik van reststromen uit de voedselkosten, over minder bestrijdingsmiddelen en heldere etiketten die samenstelling en herkomst van het product weergeven.

Voedsel 2.0

‘Transparantie’ was sowieso een buzzword op de Voedseltop. Het stond centraal in de woorden van Louise Fresco, bestuursvoorzitter van Wageningen University. “Er is een gebrek aan vertrouwen bij de consument, daar moeten we ons bewust van zijn”, begon Fresco. Ze schetste daartegenover ‘Voedsel 2.0’, waarin technologie leidend is en informatiesystemen precieze data over herkomst, samenstelling en kwaliteit van voedselproducten kunnen geven. “De technologie daarvoor staat klaar.”

Zo ook bij Francis Kint, CEO van slachtconcern VION, die een transparantie-offensief aankondigde. Een nieuwe rundslachterij in Leeuwarden zou ‘totale transparantie in het productieproces’ voor de wantrouwige consument bieden, beloofde hij.
Of de vleeseter straks live de slacht van dat schattige kalfje mee gaat maken – we moeten het nog zien.

Eerlijke prijs

‘Transparantie’ klinkt al gauw als voortgaan op dezelfde voet, maar dan met wat meer openheid. Verheugend op de Top was dat de analyse dat het voedselsysteem fundamenteel anders moet, duurzamer vooral, breed gedeeld werd. Zelfs Marc Calon, nieuwbakken voorzitter van de Nederlandse land- en tuinbouworganisatie LTO, erkende dat de Nederlandse landbouw ‘technisch goed’ was, maar dat de ‘morele en ethische standaarden’ omhoog moesten. En uitgedaagd door Volkert Engelsman erkende Calon dat hij niet gelukkig was met de door de supermarkten afgedwongen race to the bottom die ten koste gaat van bodemvruchtbaarheid, klimaat, gezondheid en biodiversiteit.

En verder werden wij vrolijk van nieuwe initiatieven die over elkaar buitelden tijdens de Top. Het onder andere door Louise Fresco aangeroerde project van Waternet om eiwitten uit het riool te halen. De Noordzeeboerderij die wondergewas zeewier promoot. De Nationale Bijenstrategie, met ambassadeur Felix Rottenberg.

[[{“fid”:”53798″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Minister Ploumen bij Nationale Voedseltop”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Minister Ploumen bij Nationale Voedseltop”},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”artikel_volle_breedte file-file-styles-artikel-volle-breedte file-styles media-element styles”,”id”:”styles-7-0″}}]]

De Top was ook de kraamkamer van allerlei samenwerkingsverbanden voor vernieuwing van de voedselsector. De Green Protein Alliance bijvoorbeeld (met supermarktgigant Jumbo!) en het IMVO Convenant Plantaardige Eiwitten, waarin producenten van vleesvervangers samenwerken met ngo’s als IUCN, de VU en de ministeries van Buitenlandse en Economische Zaken. Ondernemer Henk Schouten (Schouten Europe) toonde zich een enthousiaste pleitbezorger van de eiwittransitie. “In India eten ze 3,5 kilo vlees per jaar. In Nederland 75 kilo, en in de VS 125 kilo. Als ze in India met de stijging van het welvaartsniveau ons achterna gaan, is dat desastreus voor het klimaat. Nu zitten ze in India niet te wachten op een vegetarische gehaktbal. We zullen dus eiwitrijke producten moeten ontwikkelen met lokale eiwitten, afgestemd op de lokale smaak.”

Al dat enthousiasme gaf enige hoop voor de toekomst en het miste zijn uitwerking op de aanwezigen niet. Zelfs niet op Job van der Sande, woordvoerder van staatssecretaris Van Dam, die naar voren werd geroepen omdat hij een quizvraag (‘hoeveel kilo voedsel eet een Nederlander gemiddeld per dag’) goed had. Hij was bepaald geen foodie, had hij bij zijn aantreden tegen Van Dam gezegd. En als woordvoerder was hij niet gewend zelf iets te vinden. Maar het had de verstokte carnivoor Van der Sande, in wie een liefhebber van foie gras leek te schuilen, toch wel iets gedaan, zei hij. Hij sloot niet uit dat hij de volgende keer als hij zijn boodschappen doet, toch eens op gaat letten of de producten in zijn mandje gezond en duurzaam zijn.

Het is een kleine stap – maar het is een begin.    

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons