Biogas van de boer

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Biologisch boeren, dat is toch houtje-touwtjewerk? Niet bij melkveehouder Jurre de Vos van boerderij Ekodorp. ‘Een biovergister werkt efficiënter dan een koe.’

Mathilda wrijft haar hoofd tegen de rug van de boerenknecht. Die tast naar achteren en aait haar langs de hals. Als antwoord duwt Mathilda haar hoofd tussen de benen van de knecht en wipt hem – hopla – omhoog. De voeten van de boerenknecht komen even van de grond. Jurre de Vos ziet het glimlachend aan en zegt dat Mathilda een echte knuffelkoe is. De Vos (29) is bedrijfsleider van biologische boerderij Ekodorp bij Alphen aan den Rijn en heeft 150 koeien, waarvan Mathilda er een is.

Loopstal
‘Biologisch’ wil zeggen dat de koeien verplicht ‘op de wei’ staan ’s zomers. Opmerkelijk genoeg hebben de meeste dieren daar vandaag nauwelijks zin in. Ze eten liever van de stapels vers gemaaid gras in de grote loopstal. Daar staat ook een van de drie gerobotiseerde melkmachines. Koe 3747 – niet alle koeien heten Mathilde of Klazina 13 – heeft daar net plaatsgenomen. Een robotarm heeft de vier zuignappen over de spenen van de koe gezet. Terwijl 3747  eet van de brokken die ze voorgeschoteld krijgt, haalt de melkmachine liters melk uit de volle uiers van de blaarkop. Met een tssssssh-plop! worden de zuignappen losgetrokken van de spenen, sproeit de robotarm nog even een mild desinfecterend middel langs de uiers, en 3747 is klaar. Niet veel later wordt ze opgevolgd door een van haar zusters – eveneens gelokt door het voer in het hightech apparaat – en aangespoord door de oplopende druk in haar uiers. Het proces gaat 24 uur per etmaal door. De drie robotmelkmachines ontdoen de 150 koeien dagelijks ieder van zo’n 25 liter melk. Mensenhanden komen er nauwelijks aan te pas.

Heerlijke klaver
Wie zei dat biologisch houtje-touwtje en kleinschalig moet zijn? Ekodorp voldoet nauwelijks aan het gangbare beeld van de biologische boerderij. Het is een flink bedrijf met veel techniek. De koeien hebben er 150 hectare grond tot hun beschikking: de helft om op te grazen, op de andere helft worden klaver en graan verbouwd dat aan de koeien wordt gevoerd. “Klaver is ideaal”, zegt Jurre de Vos. “De koeien vinden het heerlijk en een bijkomend voordeel is dat klaver, anders dan gras, stikstof uit de lucht opneemt, zodat er geen kunstmest gestrooid hoeft te worden.” Kunstmest is sowieso taboe op de biologische boerderij. Alleen echte mest van de eigen beesten mag op het land. Ook bestrijdingsmiddelen zijn uit den boze. De voeding van de koeien moet trouwens ook biologisch zijn, maar helemaal consequent daarin kan ook Ekodorp niet zijn. De brokken die Mathilda en haar zusters voorgeschoteld krijgen in de melkrobot koopt de boer elders in. Het voer is wel biologisch gecertificeerd. “Maar waar het allemaal vandaan komt, weten we niet. Ongetwijfeld zit er ook soja uit Brazilië of Argentinië in.” Waar Ekodorp wel consequent in is, is dat kalfjes na hun geboorte de eerste tijd bij de moeder blijven. Anno 2012 is dat een fantastisch (en zeldzaam) gezicht: koeien met pasgeboren kalfjes in een Hollands weidelandschap.

Zwarte prut
Ekodorp is behalve melkveebedrijf ook energiecentrale. Op het ruime erf van de boerderij staat een enorme ronde silo van ongeveer 20 meter doorsnede en 8 meter hoog. Jurre de Vos gaat voor op een ijzeren trap langs de zijkant van de silo. Bovenaan de trap, op een klein plateau, kun je door een ruitje in de silo kijken.

Biovergister

Wat je ziet is een huiveringwekkend beeld dat ontleend lijkt aan de horrorfilm The Blob: een enorme massa kolkende zwarte prut. De massa leeft: gasbellen stijgen op, veroorzaken een blaasje aan de oppervlakte en spatten uiteen. Het is alsof een enorm dier onder de oppervlakte bezig is de laatste adem uit te blazen. Methaangas stijgt op uit deze poel van zwart verderf.

Biovergister
Om dat methaangas is het Ekodorp te doen. De silo is een biovergister. In een zuurstofloos, chemisch proces breken bacteriën plantenmateriaal af en worden suikers omgezet in methaangas, dat wordt afgevangen. Aan het eind van het proces blijft digestaat over: een inktzwarte drab.
Zelfs deze bagger heeft nog waarde en wordt verkocht aan akkerbouwbedrijven die staan te springen om de stikstof en de fosfaat waar het digestaat vol mee zit. In één kubieke meter digestaat zit ongeveer een kilo stikstof. Voor deze voedingsstof als alternatief voor kunstmest betalen akkerbouwers grif geld.

Bloembollen en uien
Nog waardevoller is het methaangas. Daarmee worden twee grote motoren aangedreven die elektriciteit produceren. “Deze silo levert elektriciteit op voor vijftienhonderd huishoudens ofwel 12.000 kilowattuur”, zegt De Vos trots. De elektriciteit wordt voor 15 cent per kWh verkocht aan energiebedrijf Greenchoice.
Er is meer: alleen al het koelsysteem van de motoren verwarmt de hele boerderij zelfs op de meest koude winterdagen. De motoren produceren zelfs te veel warmte, in principe genoeg om een zorginstelling op enkele kilometers afstand van warmte te voorzien. Dat initiatief ging helaas niet door omdat Ekodorp niet kon garanderen dat de generatoren nooit zouden kunnen uitvallen. Energiezekerheid is nu eenmaal essentieel voor een zorginstelling.

Naast energiezekerheid is ook voedselzekerheid van belang als het gaat om een biovergister. De crux van het exploiteren daarvan is het slim inslaan van materiaal voor vergisting. Iedere dag verdwijnt 50 ton plantaardig materiaal in de silo. Voor een deel zijn het doorgedraaide groenten en fruit die gratis worden afgeleverd. Voor het verwerken van andere materialen als bleekaarde, een restproduct uit de raffinage van plantaardige olie, krijgt de exploitant zelfs een vergoeding, en soms moet ervoor betaald worden, zoals voor maïs die speciaal wordt gekweekt voor vergisting. “Het is een beladen onderwerp, ik weet het”, zucht Jurre de Vos. “De biovergister heeft maïs nodig om goed te kunnen draaien. In groente, bloembollen en uien zit te veel water. Als we alleen die in de vergister gooien, verloopt het proces niet mooi.”

Elektriciteit
Een verzachtende omstandigheid is dat de bergen materiaal op het erf van Ekodorp grotendeels ongeschikt zijn voor consumptie, zoals de bloembollen waarvan de bloemen zijn afgesneden voor de verkoop, en die ongeschikt zijn om opnieuw te planten. Maar een van de bergen daarnaast bestaat uit half rottende uien, die ooit wel geschikt waren voor menselijke consumptie. Ook tonnen courgettes en komkommers vinden hun weg naar de biovergister. “Vaak prima spul waar we onbekommerd producten uithalen om zelf op te eten,” zegt Jurre.

Het is het einde van een productieproces dat wellicht begon met het digestaat van Ekodorp zelf. De boerderij onder de rook van Alphen is daarmee het alpha en het omega van de welvaartsmaatschappij. De uien en de courgettes die aan het vergistingsproces worden opgeofferd, zijn nog te classificeren als afval. Vergisting ervan is te verkiezen boven weggooien, waarbij het rottingsproces ook nog eens enorme hoeveelheden CO2 oplevert. Dat weggooien en onder de grond schuiven is decennialang gebruik geweest voor afgekeurde groente en fruit. Nu is Ekodorp er blij mee, evenals de 1500 huishoudens die de elektriciteit afnemen die ermee wordt opgewekt.

Jurre de Vos heeft nóg een argument voor vergisting: “Eigenlijk is de biovergister efficiënter dan een koe in het omzetten van suikers in energie.” Want dat is wat Ekodorp doet. Of er nu melk wordt geproduceerd of elektriciteit; het is allebei brandstof voor de maatschappij.

Beeld: Marije Kuiper

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons