De staat van onze Noordzee

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vissen we de zeeën leeg? Of kunnen we met een gerust hart een visje eten? En moet dat dan een Nederlands of Aziatisch visje zijn? Die vragen stonden centraal tijdens Het Grote Visserijdebat op het Food Film Festival in Amsterdam. Hoog tijd dat we het eens hebben over de toekomst van het waterige deel van de wereld.

Het ruikt wat muf bij binnenkomst. Een beetje naar natte hond. Zijn het de natte jassen en paraplu’s die de deelnemers op deze regenachtige dag de zaal in brachten? Of zijn het de breed uitgestalde, dode vissen die ter decoratie op het podium liggen?

De zee is vol met schol
Deze vissen – waarvan beloofd wordt dat ze na afloop niet in de prullenbak belanden – vormen onderdeel van de viskraam van Nico Waasdorp, visspecialist uit IJmuiden. Volgens Waasdorp valt het wel mee met het leegvissen van de zee, althans als het gaat om onze eigen achtertuin. Vissen uit de Noordzee worden namelijk goed beheerd: ‘We lopen bijna over van de schol’, aldus Waasdorp. En dat terwijl de Nederlander juist massaal kiest voor Pangasius, ingeblikte tonijn en diepvriesvissticks. Het is een doorn in het oog van Waasdorp. Waarom kiezen Nederlanders niet vaker voor een ‘echte’ vis uit de Noordzee?

Die vraag houdt ook de Nederlandse vissers in de zaal – waaronder Miranda Bout van Goede Vissers en Urker krabbenvisser Hendrik Kramer – bezig. ‘Nederland is een draaischijf voor vis’, verklaart Nathalie Steins, hoofd afdeling visserij van IMARES Wageningen Universiteit. Jaarlijks importeert Nederland voor 2.2 miljard euro aan vis en exporteert het voor 2.6 miljard euro. Ze plaatst de feiten in de tijd. Begin deze eeuw verkeerde de Nederlandse kottervisserij in zwaar weer. De platvisvisserij had met zijn traditionele boomkorren – een vangstmethode die desastreus bleek voor het bodemleven op de zee – geleid tot een zekere afkeer bij consumenten.

Maar ook toen de visserij zijn vloot verduurzaamde, bleef die negatieve beeldvorming bepalend. Tegelijkertijd kwam de goedkope importvis uit Azië op gang, waaronder panga en tilapia. De Nederlander met zijn niet al te verfijnde vissmaak en beruchte zuinigheid, viel er massaal voor.

Instapvis
´Panga verkoopt zichzelf´, beaamt Harry Hoogendoorn, directeur van Queens Products die marktleider is in diepvriesvis van supermarktland. Hij noemt de panga een instapvis voor mensen die graag vis willen gaan eten. Het heeft geen graat, geen uitgesproken vissmaak en het is gemakkelijk te bereiden. Queens´ panga is kweekvis en duurzaam gecertificeerd met het MSC-keurmerk. De griezelverhalen over milieuvervuiling, antibioticagebruik en erbarmelijke arbeidsomstandigheden zijn daarom niet aan de orde bij Queens’ panga, volgens Hoogendoorn.

Gekweekte zalm wordt gevoerd met nog veel grotere hoeveelheden wilde vis

Toch is kweekvis geen surrogaat voor wilde vis. Neem een gekweekte zalm, die wordt gevoerd met visvoer bestaande uit nog veel grotere hoeveelheden wilde vis. Kweek is dus geen effectieve oplossing voor het al dan niet leegvissen van de zee.

Maatregelen tegen een lege zee
Maar de vraag is of de zeeën nou echt worden leeggevist. 30 procent van de mondiale visbestanden zijn overbevist. 50 procent van wereldwijde visvangst is nog altijd bijvangst. Dat is vis waar geen quota voor is en dus meestal dood weer over boord gegooid wordt. In Brussel is daarom een maatregel bedacht om vissers selectiever te laten vissen. De zogenoemde aanlandingsplicht die vanaf 2015 gefaseerd wordt ingevoerd, verplicht Europese vissers de gehele vangst aan land te brengen. Maar vissers zijn niet overtuigd van deze maatregel: door deze regel zullen ze juist meer kleine, jonge vis, dood aan land brengen waardoor ze minder vergoeding krijgen en de kraamkamers en ecosystemen op zee extra onder druk komen te staan.

Naast het belang van de invoering van de aanlandingsplicht, benadrukt Europarlementariër Bas Eickhout (Groen Links) dat de illegale visserij moet worden aangepakt. Niet dat de Nederlandse vissers nou koplopers zijn op crimineel gebied, maar wereldwijd is er nog een heleboel niet in de haak. Ook merkt hij de scheefheid op binnen de visserij. Kleine vissers die moeten concurreren met honderd meters lange trawlers op zee. Want wat een trawler in een middag op zee vangt, daar zou een kleine visser een jaar over doen. Een 144 meter lange trawler op zee levert, volgens Gerard van Balsvoort, voorzitter Pelagic Freezertrawler Association, een vangst op van 5000 ton vis en dat is omgerekend zo’n 1 á 2 miljoen euro. Een schril contrast met de kleine visser, die met moeite zijn boterham bij elkaar hengelt.

Toch is de mening van Van Balsvoort dat er op duurzame wijze wordt gevist met zijn trawlers. Deze fabrieksschepen waar gevangen vis op zee direct wordt ingevroren, richt zich op vis in scholen zoals haring. Het heeft daarom relatief weinig bijvangst. Van Balsvoort zegt het dan ook geen probleem te vinden als er in de toekomst strengere controles en betere traceerbaarheid plaatsvinden, als daarmee de illegaliteit aangepakt wordt. Ook niet als dat betekent dat in de toekomst camera’s aan boord komen van de Pelagic Freezertrawler.

Bart van Olphen – bekend van de duurzame Fishes winkel die in 2012 failliet ging – wacht het cameratoezicht niet af. Op de al dan niet gecertificeerde producten van zijn nieuwe vislijn Fish Tales, staat het verhaal over hoe en waar de vis gevangen wordt. Met als doel dat de consument beter zelf kan bepalen of er daadwerkelijk een luchtje aan de vis zit.

Beeld: Erik Tjallinks

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons