Wordt het nooit meer lente als de zwaluw verdwijnt?

Gisteren bood de nationale tuinman Lodewijk Hoekstra van het programma Groene Handen de eerste 30.000 handtekeningen aan van een petitie die aandacht vraagt voor de enorme afname van het aantal insecten. Hij deed dat mede namens een groot aantal natuurbeschermingsorganisaties.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ook veel andere bloeiende planten hebben insecten nodig om zich voort te planten; dat gaat om bijna 80% van de inheemse flora van ons land.

Bijna tweederde van de vliegende insecten blijkt sinds 1990 verdwenen te zijn. Die enorme afname van het aantal insecten kan een ecologische ramp betekenen, maar experts weten eigenlijk niet goed te duiden wat de gevolgen precies zijn. Niet zo vreemd, want wetenschappelijk gezien hebben we werkelijk geen idee wat ons te wachten staat.

Hoe belangrijk is de bestuiving van vruchtdragende planten? Hoe essentieel zijn de dieren die van insecten afhankelijk zijn? Wat is het belang van maden die organisch materiaal helpen verteren, en wat gebeurt er wanneer roofinsecten verdwijnen? Voorlopig lijkt er nog niet echt een schokkend beeld uit de artikelen op te rijzen, behalve dan dat iedereen elkaar napraat dat het verschrikkelijk is. Om een idee te geven van de consequenties, probeer ik op basis van mijn kennis als amateur-entomoloog aan de hand van gegevens uit verschillende onderzoeken te schetsen wat de gevolgen kunnen zijn van het wegvallen van verschillende functies van insecten.

Honing, fruit en groente

Met het verdwijnen honingbijen zal honing uiteraard steeds schaarser worden. Dat zal invloed hebben op de prijs van honing, maar ook producten waar honing in zit; honingdrop, baklava, honingzeep en de waskaars zullen verdwijnen. De fruit- en groenteschappen zullen leger worden: bijen, vliegen, vlinders, wespen en hommels spelen een belangrijke rol bij het bevruchten van 35% van ons groente en fruit. Appels, peren, abrikozen, pruimen, kersen, bramen, frambozen, rozenbottels, aardbeien, kool, bonen, courgettes, paprika, tomaat en druiven –het zijn allemaal vruchten en groenten waarbij de bevruchting door insecten gebeurt. Ook veel andere bloeiende planten hebben insecten nodig om zich voort te planten; dat gaat om bijna 80% van de inheemse flora van ons land. Op termijn zullen al die planten, waaronder ook een aantal bomen, uitsterven omdat ze geen zaad meer krijgen en zich dus niet meer kunnen voortplanten. Weides en bossen zullen uiteindelijk misschien wel alleen uit grassen bestaan.

Lijken en stront

Minder voor de hand liggend is dat een wereld zonder insecten enorm zal gaan stinken en niet bepaald gezonder voor ons zal worden. Hoewel schimmels en bacteriën een rol spelen bij het wegwerken van een dode muis of een hondendrol, zijn het hoofdzakelijk de insectenlarven die zorgen voor het klein maken van organisch materiaal. Maden van strontvliegen, maden van vleesvliegen, larven van aaskevers, larven van mestkevers: ze spelen allemaal een belangrijke rol in de vertering van organisch materiaal. Door het ‘kleiner maken’ is dat organisch materiaal daarna makkelijker verteerbaar voor bacteriën en schimmels.  Wanneer vliegenmaden zich niet langer in lijken en stront vestigen, neemt het verteringsproces veel meer tijd in beslag en daarmee zullen die hopen en lijken langer blijven liggen en stinken. Bijgevolg kunnen bepaalde ziekteverwekkers ook veel langer aanwezig blijven en daardoor krijgen epidemieën van botulisme, de ziekte van Weil, diarree, veteranenziekte, buikgriep en dysenterie een grotere kans. Door de verslechterde vertering van bladafval en mest neemt ook de bodemvruchtbaarheid af, waardoor steeds meer kunstmest nodig zal zijn om voedsel te produceren.

Wanneer vliegenmaden zich niet langer in lijken en stront vestigen, neemt het verteringsproces veel meer tijd in beslag.

Plagen

Sommige insecten – we noemen ze ‘schadeveroorzakers’, denk aan sprinkhanen, rupsen, luizen, vliegen, kevers,  etc. – kunnen een plaag worden en dan hele oogsten vernietigen. De meeste insecticiden zijn bestemd om deze schadeveroorzakers te bestrijden, maar de insecticiden zijn veel schadelijker voor de natuurlijke vijanden van deze plaaginsecten. Lieveheersbeestjes kunnen bijvoorbeeld duizenden schadelijke bladluizen eten, bladluizen die misschien net geen dodelijke hoeveelheid insecticide hebben binnen gekregen, maar vervolgens sterft de lieveheersbeestjeslarf wel voortijdig  aan al die zeer kleine hoeveelheden gif die in de luizen zaten. Waar de luizen met hun enorm snelle voortplanting (100 levende jongen per moeder, die direct na hun geboorte al in staat zijn om zelf jongen te baren) er na een confrontatie met insecticiden weer snel bovenop zijn, herstelt de lieveheersbeestjespopulatie zich veel minder snel. Dat geldt eigenlijk voor alle roofinsecten.

Zo raakt de landbouw verslaafd aan insecticide en verdwijnen juist de roofinsecten die voor het ecologisch evenwicht belangrijk zijn. Dat heeft vermoedelijk nu al gevolgen voor de prijzen van wortelen, maïs, bonen (van doperwtjes tot tuinbonen), kool (van spruitjes tot spitskool), appels, peren en kleinfruit. De vernietiging van het natuurlijke voedselweb en de bijbehorende natuurlijke plaagbestrijding en -preventie pakt nu vooral negatief uit voor die enkele teler die het zonder gif probeert, want alle plaaginsecten die er zijn komen zonder natuurlijke vijanden op die enkele eenzame biologische akker af.

Genieten

Een wereld zonder insecten zal stukken minder plezierig zijn. Veel vogels zijn afhankelijk van insecten zoals de vliegenvangers, zwaluwen, mezen, merels, kwikstaarten en veel weidevogels. Zij zullen allemaal langzaam verdwijnen, samen met de insecten. Onze weides, velden en bossen zullen stiller worden. Ook insectenetende zoogdieren zoals egels en spitsmuizen verdwijnen, kleine egeltjes zal je steeds minder zien. Vlinders en libellen zien we minder vaak langs vliegen en fladderen. Een sprinkhaan of krekel horen is er dan ook niet meer bij. De toch al niet zo algemene vuurvliegjes vallen dan voorgoed onder de fabeldieren. Wellicht overleven wij als mensen het nog enige tijd in onze afgeschermde wereld van beton en steen, maar vrolijker, gezonder en leefbaarder wordt het er niet op.

Een verbod op neonicotinoïden is een goede eerste stap.

Herkansing

Het bijzondere van insecten is dat als we de juiste maatregelen nemen, zij zich heel snel kunnen herstellen. Het voorbeeld van DDT – het gif wat in de jaren ’60 werd uitgebannen wegens de onafbreekbaarheid ervan en de enorme schade die het toebracht aan dieren hoog in de voedselketen, bewijst dat.

Ditmaal hebben we vermoedelijk te maken met de instorting van insectenpopulaties door meerdere oorzaken. Niet alleen gif, maar ook het afnemen van het aantal broedplekken, de verschraling van de grond en de bebouwing, plus de overbemesting spelen waarschijnlijk een rol. De aanpak zou dus veelomvattend moeten zijn, maar een verbod op neonicotinoïden is zeker een goede eerste stap. Als burgers kunnen wij ook een bijdrage leveren: nu akkers en velden ongeschikter worden voor insecten, zijn onze tuintjes en balkonplanten opeens het toevluchtsoord waar de laatste insecten kunnen overleven. En natuurlijk kunnen we bijdragen door zelf ook de petitie van Lodewijk Hoekstra of die van Natuurmonumenten te ondertekenen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons