Wildplukken met een verdienmodel

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Chefs prijzen jullie producten, maar wat is een ‘cress’ eigenlijk en waarom zijn jullie dit gaan telen?
“Mijn vader reisde voor zijn werk de hele wereld over. Hij werd betrokken bij de gebruiken van de lokale bevolking en leerde zo welke inheemse planten goed zijn voor bijvoorbeeld een loopneus of nierfalen. Hij vond het maar raar dat wij hier in Nederland totaal onbekend mee zijn en dat wij ons vitaminenpalet hebben laten afstompen door de massaverkoop van groenten en fruit. Hij begon ons bedrijf in kiemgroenten en sindsdien verkopen wij de zaailingen (cressen) van allerlei exotische en inheemse planten die ontzettend gezond, maar voor de meeste van ons, onbekend zijn.”

Koppert Cress is in een bedrijf gespecialiseerd in cressen, oftewel 'mini-vegetables'. Rob Baan nam in 2002 het bedrijf over en heeft ondertussen al aardig wat prijzen binnen gesleept, waaronder twee maal de AGF Innovatie Award. Het bedrijf levert wereldwijd aan chefs en restaurants en heeft net buiten New York een eigen productiebedrijf gebouwd.

 

Is het niet een beetje een luxeproduct?
“Dat is het inderdaad, voor onze producten betaal je een vrij hoge prijs. Wij krijgen daar regelmatig commentaar op maar geven een eenduidig antwoord; ‘goed he, dat is knap, een duur tuinbouwproduct’. We werken hard en zijn trots op het exclusieve product dat we verkopen.

Over duurzaamheid moet je namelijk niet lullen, dat moet je doen

Ook maken wij andere kosten dan de gemiddelde teler. Wij vinden marketing belangrijk en hebben het nodig om de cressen op de markt te introduceren. Zo gaven wij vijf jaar geleden in één jaar evenveel marketing-geld uit als de gehele tomatensector. Maar ook hebben wij veel geïnvesteerd om de meest duurzame kas te bouwen. Over duurzaamheid moet je namelijk niet lullen, dat moet je doen. Bovendien is voorlopen gaaf, dan scoor je punten”.

Hoe ziet jullie duurzame kas er dan uit?
“Het bedrijf is de afgelopen jaren enorm gegroeid, waardoor we uit moesten breiden. In 2006 bouwden wij dus een nieuwe kas, zo duurzaam als maar kan. Omdat wij niet weg wilden uit het Westland hebben we een hele hoge kas gebouwd. Dit betekent dat wij straks eventueel vijf lagen cressen boven elkaar kunnen verbouwen als de vraag er is. Daarnaast is onze nieuwe kas voorzien van led-lampen en een gesloten systeem, alle restenergie wordt in de bodem opgeslagen en in de winter hergebruikt. Dit hangt ook samen met de ‘greendeal’ die in maart is gestart.

 

Ook in al onze andere kassen over de hele wereld telen wij zo duurzaam als kan. Mocht het geld er nog niet zijn, dan zorgen we in ieder geval dat de fundamenten wel aanwezig zijn. De daken van de kassen in New York zijn al klaar voor de zonnepanelen, al zijn die er zelf nog niet.”

De greendeal, wat houdt dat precies in? 
“In maart was de start van de pilot ‘hoge temperatuur wateropslag’. 170 meter onder de grond bevindt zich een groot bassin waar wij warmte als water opslaan tussen twee kleilagen. Op dit moment gebeurt dit tot 25 graden. Met deze pilot mogen we deze temperatuur verhogen, zodat wij meer op kunnen slaan en wetenschappers de effecten hiervan kunnen onderzoeken. De warmte die in dit ondergrondse bassin is opgeslagen is een restproduct van het telen in de zomer, wat gebruikt wordt in de winter. We hebben echter ook een koud water-bassin, dat gebruikt wordt om de kas te koelen in de zomer”.

Klinkt als een innovatief plan, jullie zijn de eerste zeg je, hebben jullie ook een voorbeeldfunctie voor andere tuinders?
“Dat sowieso. Er zijn maar weinig tuinders die bezig zijn met duurzaamheid, weinig die bezig zijn met gezondheid en weinig die bezig zijn met marketing, wij doen het alledrie.

Maar ook wij hebben natuurlijk nog onze verbeterpunten. Bijvoorbeeld onze verpakkingen, die zijn niet per se duurzaam. Vanwege onze grote groei hebben we hier nog niet de aandacht aan kunnen besteden die het verdient. Maar dat staat sowieso op de planning. Ook ons transport kent weinig duurzame kanten, het is nu zo duurzaam als kan binnen regulier transport maar het kan natuurlijk beter. Afval hebben we eigenlijk niet, dat scheelt.

Hoe zit het met die link met gezondheid?
Cressen zijn echte ‘functional foods’. De kracht en nutriënten van elke plant zitten in de kiem en dat is net wat we verkopen. Zoals bijvoorbeeld onze broccocress, mensen rijden honderden kilometers om die hier te komen halen. De cress bevat wel 50 keer meer sulforafaan dan gewone broccoli, een stofje wat supergoed blijkt te zijn voor het brein. Het is echter geen medicijn, bovendien smaakt het daar veel te goed voor”.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons