Dat de levensstijl van de toekomstige moeder – met alles wat ze eet – van invloed is op de gezondheid van de baby is algemeen bekend. Maar dat die van de vader ook cruciaal is, daar wordt minder ruchtbaarheid aan gegeven. “Een man die kampt met overgewicht kan zijn gewichtsprobleem via het zaad doorgeven aan zijn ongeboren kind”, vertelt kinderarts Koen Joosten. “De zaadcellen zijn als het ware voorgeprogrammeerd.” Zowel zonen als dochters lopen dan een hogere kans op overgewicht en alle gevolgen van dien. Vaders geven het niet alleen door aan de kinderen, maar ook aan de kleinkinderen.
Joosten, werkzaam op de intensive care van de kinderafdeling in het Rotterdamse Erasmus MC-Sophia, pleit dan ook voor een gezond voedingspatroon van zowel vaders als moeders in spe. Op de Negenmaandenbeurs in de Amsterdamse RAI gaf hij afgelopen woensdag de aftrap voor de GoodBabyFood-campagne. “Het publiek hier mag zich best wat meer bewust worden van voedzaam eten. Een gezonde levensstijl is een van de beste investeringen in je kind.”
Te dik
Een ongezond eetpatroon kan op korte termijn leiden tot overgewicht, moeheids- en buikpijnklachten, en op langere termijn tot diabetes, hart- en vaatziekten en obesitas. Momenteel is bijna de helft van de Nederlanders te dik. Ongeveer een kwart van de Nederlanders eet niet volgens de Richtlijnen Goede Voeding opgesteld door de Gezondheidsraad.
Volgens Joosten eten gemiddeld zo’n 70 procent van de kinderen (0 – 18 jaar) te weinig groente. Het eerste jaar valt het relatief mee, ze worden dan nog vaak gevoerd met groentehapjes. Maar daarna schommelen de getallen tussen ongeveer 70 tot 80 procent. Opmerkelijk is dat kinderen die op de crèche een warme maaltijd krijgen, beter scoren op de groente-inname.
Hoeveel groente dient een kind te eten?
1 – 3 jaar: 50 – 100 gram
4 – 8 jaar: 100 -150 gram
9 – 13 jaar: 150 -200 gram
> 14 jaar: 200 -250 gram
(bron: Voedingscentrum)
Omdat we steeds meer bewerkt en voorverpakt voedsel voorgeschoteld krijgen, nuttigen we over het algemeen teveel zout, verzadigd vet en suiker. Tel daarbij het groeiende aantal mensen in Nederland op dat op latere leeftijd lijdt aan de daaraan gerelateerde ziektes en je begrijpt de nood om hier iets aan te doen.
Actie
Minister Schipppers van Volksgezondheid moet de urgentie tevens gevoeld hebben. Binnen Europees verband tracht ze samen met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties het levensmiddelaanbod gezonder te maken en lanceerde onlangs de Roadmap for Action.
“De jaarlijkse zorguitgaven worden steeds hoger,” zegt kinderarts Judith Deckers-Kocken, oprichter van het medisch centrum Kinderbuik&Co. “ Ze [de Minister] moet dus wel iets doen.”
Met de paplepel
Terug naar het negenmaandengebeuren, wat kun je zelf doen als aanstaande ouder? Vers voedsel eten en vooral die groenten niet vergeten, zo luidt het devies, zowel voor als tijdens de zwangerschap. Want de smaakontwikkeling van de baby begint al in de baarmoeder. Als de baby geboren is geef je borstvoeding, als dat lukt. En na vier maanden begin je met het laten proeven van gepureerde groentehapjes. Want, zo zegt men hier, als je er vroeg mee begint, dan raken ze meer gewend ze aan de smaken. Andere richtlijnen – zoals die van de WHO – adviseren dat je na zes maanden begint met vast voedsel. Vanaf acht maanden mogen kinderen 50-100 gram groente eten.
Menig ouder kent echter de problemen om die hapjes naar binnen te krijgen. Joosten: “Het is heel normaal dat je kind de eerste keren het weer uitspuugt. Soms moet je het wel tien keer aanbieden, voordat-ie het opeet. Geef de moed dus niet direct op.” Claire van den Heuvel, auteur van de kinderkookboeken Easy Peasy: “Kleintjes zijn soms heel nieuwsgierig, die stoppen alles in hun mond. Maar het zijn ook mini-mensen met een eigen smaak. Mijn zoontje spuugde altijd de courgette weer uit. Nog steeds lust hij dat niet. Tja, dan kies je dus gewoon een andere groente.”
Drakenstaarten en broccolikapsels
Laura Emmelkamp, kookboekauteur van Keet Smakelijk ervaarde eveneens dat kinderen kieskeurige eters zijn. “Maar”, zo zegt ze, “stress niet als je kind een keertje zijn groenten laat staan. Kinderen voelen de spanning. ‘Mama wil dat ik dit eet’. De kans is dan groot dat-ie juist geen hap meer neemt.” Als ze iets groter zijn, kun je inspelen op de beleving van het kind. Met humor bijvoorbeeld: “Groene asperges noemen we drakenstaarten en broccoliroosjes zijn kapsels die de kapper kortwiekt.”
Ten slotte een tip van workshopbegeleider Gees van Asperen van Babycooking: houd het simpel. Met een gepofte bataat uit de oven of een uitgelepelde avocado ben je al op de goede weg. En bovendien een uitkomst voor ouders die aan de welvaartziekte ‘tijdsgebrek’ lijden.
