Het quinoa-dilemma deel 6: Nooit meer naar de supermarkt?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Wij zijn Ruby en Tara, twee Amsterdamse net-dertigers in een zoektocht naar verantwoorder leven. Velen zijn ons al voorgegaan, maar wij zijn nu eenmaal wat langzamer dan de rest. We wikken en wegen tussen eco, bio, fair trade, duurzaam, gezond, goed voor lokale middenstand of juist eerlijk ten opzichte van de rest van de wereld. Dit noemen we het quinoa-dilemma: denk je eindelijk iets gevonden te hebben dat aan alle criteria voldoet; blijkt half Bolivia zélf geen quinoa meer te kunnen betalen door de enorm gegroeide export. We schrijven wekelijks over onze zoektocht, ervaringen en overwegingen.

De titel van deze blog verraadt al waar onze zoektocht mee begon: de oneindige puzzel van ‘goed’ voedsel. Deze keer gaan we het echt over quinoa hebben. En de vraag: kies je voor eigen gezondheid of welzijn van anderen? Het is geweldig dat er meer aandacht komt voor gezond eten, eerlijke handel en de wandaden van de voedselindustrie. Maar toch blijft de verwarring, door een wildgroei aan keurmerken en etiketten en PR-afdelingen van grote supermarkten die strooien met termen als ‘eerlijk’, ‘lekker duurzaam’, ‘puur’ en ‘natuurlijk’.

Vleesch noch Visch

Natuurlijk wisten we al dat vlees eten funest is voor het milieu door de broeikasgassen en het waterverbruik, en dat de leefomstandigheden in de bio-industrie afschuwelijk zijn. Ook de gigantische hoeveelheid soja om alle sappige dieren te voeren zorgt voor veel problemen. Voor de sojateelt gaat tropisch bos en biodiversiteit verloren – daar gáát het idee van soja als zuivelvervanger. Bovendien wordt soja ondergespoten met glyfosaat-onkruidverdelger van Monsanto. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft dit bestrijdingsmiddel geïdentificeerd als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’, maar overheden komen nog niet echt in actie.

Sinds het lezen van Eating Animals eten we veel minder vlees en wat we eten is (als de portemonnee het toelaat) biologisch. Vis is al niets beter en we zijn bijna blij als blijkt dat in surimisticks helemaal geen krab zit. We overwegen een ‘vrije’ koe te kopen via koopeenkoe.nl, maar weten nog niet hoe we zeven kilo blij vlees kunnen opslaan in ons kleine vriesvakje. En in hoeverre is vleeseten dé boosdoener? Rijstproductie schijnt ook flink bij te dragen aan de uitstoot van nummer twee broeikasgas methaan. Heeft vervoer per vliegtuig (en dieselschip) van superfoods naar verre oorden niet méér impact? En is de enorme verspilling van voedsel niet vele malen slechter dan onze gematigde vleesconsumptie?

Ook bij het verbouwen van groente worden bestrijdingsmiddelen (en genetische manipulatie) bepaald niet gemeden. Voorverpakte sla en gesneden groente blijkt geweekt te worden in een bad van chloor en chemicaliën. Kunnen we in de supermarkt nog veilig iedere groente kiezen? Of moeten we ‘gewoon alles biologisch kopen’? Ook als dit wordt ingevlogen vanuit Afrika en per stuk in plastic is verpakt?

Fair foodies of kortzichtige hipsters?

Dankzij de geweldige onderzoeken van De Keuringsdienst van Waarde weten we dat er geen Italiaanse omaatjes achter de sauzen van Bertolli zitten en dat de mooie kleur van zalm van kleurstofkorrels komt die de kweekvis gevoerd krijgt. Tegelijkertijd zien we foodies nog altijd aankomen met bakjes voorverpakte granaatappelpitten (die door Indiase fabrieksarbeiders voor 5 euro per dag gepeld worden) en openen er wekelijks hamburgerrestaurants gerund door zogenaamd woeste mannen met baarden die het vleeseten een nieuwe boost geven. Om nog maar te zwijgen over bizarre producten als ‘vers’ bier uit de koeling of guacamole waar 0,1 procent avocado in zit. Fairtrade koffie is steeds meer de norm, maar we leren van Moyee en The Coffee Quest dat we moeten letten op fair chain, fair share of direct trade: daarmee kunnen de producerende landen pas echt wat verdienen aan de verwerking van koffiebonen.

Wat we ook leerden: het voedzame quinoa, lieveling van hobbykoks, gezondheidsfreaks en fitgirls, werd al sinds jaar en dag gegeten in het Andesgebied. De wereldwijd toegenomen vraag verleidde of dwong boeren gigantische hoeveelheden te produceren en meer bestrijdingsmiddelen te gebruiken. De prijs steeg fors en in Peru en Bolivia is het heilige pseudograan voor de lokale bevolking bijna niet meer te betalen. Zo is quinoa symbool geworden voor al wat door kortzichtige hipsters blind wordt gepropagandeerd, zelfs ten koste van de rest van de wereld.

Wat we wel doen om de beste keuzes te maken, voor onszelf en voor anderen? We maken dankbaar gebruik van de moestuinoogst van familie en vrienden, proberen insecten en zeewierburgers, kopen zelfgemaakte pindakaas bij de kaasboer, maken amandelmelk, fietsen naar de Fruittuin van West, Landmarkt of het Amsterdamse Bos om te wildplukken en gaan het liefst nooit meer naar de supermarkt.

Lees hier deel 1 (bankieren), deel 2 (afval), deel 3 (cosmetica),  deel 4 (consuminderen) en deel 5 (schoonmaken) van het quinoa-dilemma.

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons