De waterverslinder onder de textielsoorten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het is lastig aan te geven hoeveel water er precies wordt gebruikt bij de productie van een kilo katoen. Dat komt alleen al door het feit dat de katoenproductie overal ter wereld plaatsvindt en het waterverbruik afhankelijk is van het klimaat en de herkomst van het water (zie kader 'dorstige planten'). Zo kost de teelt van een kilo katoen volgens het Water Footprint Network in China 'slechts' 4.000 liter water, tegenover 22.000 liter in India. Uiteindelijk komt dat neer op een mondiaal gemiddelde van 8.000 liter water. Daarmee staat het in de top 10 van meest waterverslindende gewassen en is het koploper als het gaat om textielsoorten.

Dorstige plantenRuim 2,5 procent van het wereldwijde watergebruik komt op naam van de katoenteelt. In 2011 bedroeg onze totale watervoetafdruk voor de hele toeleveringsketen voor katoenproductie 3,6 miljard kubieke meter water (3.600 miljard liter water).

  • 63 procent daarvan is volume aan regenwater opgeslagen in de bodem, gebruikt door de katoenplant (‘groen water’-voetafdruk)
  • 24 procent is oppervlaktewater en grondwater gebruikt voor irrigatie (‘blauw water’-voetafdruk)
  • 13 procent is vervuiling door op stikstof gebaseerde meststoffen (‘grijs water’-voetafdruk)

 

Een flexibel gewas
De grootste katoenproducenten ter wereld zijn India, China, de Verenigde Staten, Brazilië, Pakistan en Oezbekistan. Samen zijn ze goed voor 70 procent van de totale teelt (zie tabel onder artikel). Ook in grote delen van West-Afrika wordt katoen verbouwd. Dat de teelt op zoveel plekken kan plaatsvinden komt volgens Janet Mensink, programmacoördinator katoen & textiel bij Solidaridad, doordat katoen een flexibel gewas is. "Het kan onder allerlei omstandigheden groeien, ook in droge gebieden. Eigenlijk is er niet eens veel water nodig voor de productie. Maar het probleem is dat je dan veel meer oppervlakte nodig hebt voor dezelfde hoeveelheid bruikbare productie. Als er minder water beschikbaar is, is de opbrengst per hectare gewoon 4 tot 5 keer lager."

Het meeste water is nodig in de beginfase. Naarmate het zaadje langzaam ontkiemt tot een plantje dat vervolgens na zes tot acht maanden uitgroeit tot een grote katoenplant neemt de waterbehoefte af. Het reguleren van het waterverbruik kan al worden gedaan tijdens het zaaiproces. "In landen waar de moesson valt, wordt er net voor het regenseizoen gezaaid", vertelt Mensink. In het soort waterverbruik moet volgens haar een belangrijk onderscheid gemaakt worden. "In bepaalde landen kun je gebruik maken van de regenval (groen water red.), maar in drogere gebieden moet het water worden aangevuld door irrigatie (blauw water red.). Dan wordt het uit de grond of oppervlaktewater ontrokken." (zie kader 'dorstige planten')

BCI, een watervriendelijk initiatief
Met name de laatste manier kan behoorlijk wat problemen opleveren. Grondwaterstanden dalen door grote hoeveelheden water die aan de bodem worden onttrokken en het gebruik van pesticiden levert de nodige watervervuiling op. Om dit alles beter te controleren én te reguleren sloegen in 2005 een aantal kledingbedrijven en het Wereld Natuur Fonds de handen ineen. Samen vormden zij het Better Cotton Initiative (BCI), een initiatief dat erop is gericht om lokale boeren en organisaties te leren hoe zij op een duurzame manier katoen kunnen verbouwen door bijvoorbeeld water te besparen (zie video onder artikel). Solidaridad sloot zich hier in 2008 bij aan en na het opstellen van de plannen werd het BCI in 2009 officieel gelanceerd.

H&M en katoen = BCI, BMI en BWPH&M staat al jarenlang bovenaan het lijstje van de grootste afnemers van biologisch katoen. Doel is om in 2020 alleen nog maar duurzaam geproduceerd katoen te gebruiken. H&M is net als Solidaridad lid van het Better Cotton Initiative (BCI), het Better Mill Initiative en het Bangladesh Water Pact. De laatste twee zijn specifiek gericht op waterbesparing en vermindering van chemicaliën in ververijen en wasserijen. Onlangs lanceerde de modeketen hun waterbesparende demimlijn, onderdeel van hun duurzame 'conscious collection'.

"Het BCI werkt met een lijst criteria op basis van zes duurzaamheidprincipes waar katoenboeren tijdens de productie aan moeten voldoen", zegt Mensink. "Solidaridad stelt trainingsprogramma's op zodat ze precies weten hoe ze dat het beste kunnen doen. Hoe kunnen ze de bodemkwaliteit verbeteren, hoe gaan ze om met regenwater zodat het niet verdampt, hoe verbruiken ze de juiste hoeveelheden water bij de teelt. Zaken waardoor ze op duurzame wijze het maximale uit een hectare grond halen. Dat gebeurt in ons mondiale programma bij meer dan 100.000 katoenboeren en is overal anders omdat je met verschillende omstandigheden te maken hebt. Tegelijkertijd controleren we als lid van de raad van toezicht of bedrijven zelf ook voldoende aandacht besteden aan duurzame productie en dat het BCI voor hun geen 'greenwashing' is. We zijn als het ware een schakel in het geheel, met een educatieve en controlerende rol."

De wereld van duurzame teelt
Het BCI is niet het enige initiatief dat een duurzame katoensector voor ogen heeft. Verdwaal je in de supermarkt al in het doolhof keurmerken, de wereld van katoen kan er ook wat van. Biologisch katoen (=organisch katoen), Fair Trade katoen, Cotton made in Africa en dus ook 'Better Cotton' van BCI. En dan gaat dit alleen nog maar over de teelt, de verwerking tot stof en het verfproces hebben soms weer eigen standaarden.

C&A en katoen = Water Footprint Network

C&A werkt binnen het Water Footprint Network met de C&A Foundation en andere bedrijven samen om het watergebruik in de toeleveringsketen te analyseren. In 2013 is een onderzoek gepubliceerd over de 'grijs water'-voetafdrukken van biologisch geteelde katoen ten opzichte van conventionele katoen bij 480 bedrijven in India. Hier werd aangetoond dat de conventionele katoenproductie tot vijf keer meer watervervuiling leidt dan de biologische teelt, hoofdzakelijk door het gebruik van synthetische bestrijdingsmiddelen.

 

Lees hier meer over C&A en biologisch katoen.

Maar als het gaat om waterverbruik zijn er volgens Mensink een aantal belangrijke verschillen. "Bij biologisch gaat het erom dat alles op natuurlijke wijze gebeurt zonder bestrijdingsmiddelen of gemodificeerde zaden." Uit onderzoek blijkt dat de reguliere teelt tot vijf keer meer watervervuiling leidt dan de biologische teelt (zie kader C&A).

"Bij Fair Trade katoen staan de arbeidsomstandigheden en de minimumprijs voor kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden centraal. Als het echt gaat om de omgang met waterhoeveelheden springen BCI en Cotton made in Africa eruit. Beiden helpen boeren het productieproces op een duurzame watervriendelijke manier te laten verlopen. BCI doet dat over de hele wereld, Cotton made in Africa specifiek in Afrika en heeft een iets andere aanpak."  

Katoen blijft de grootste
Met een aandeel van zo'n 35 procent is katoen de belangrijkste speler op de markt van textielvezels. Kijkend naar de hoeveelheid waterverbruik, ondanks de initiatieven die dat proberen te verminderen, kun je je afvragen waarom met name de kledingindustrie blijft vasthouden aan katoen als grondstof. Dat antwoord is volgens Mensink niet heel ingewikkeld. "Katoen heeft ontzettend veel voordelen die andere stoffen niet of minder hebben. Het is sterk, slijtvast en kan heel goed vocht opnemen. Daarbij komt zoals gezegd dat het een flexibel gewas is. De productie is gewoon op heel veel plaatsen mogelijk."

HEMA en katoen = OCS

Warenhuis HEMA maakt voor hun duurzame lijn gebruik van het Better life logo. Dit logo geldt voor producten die voldoen aan de criteria van de Organic Content Standard (OCS). Dit houdt in dat producten gemaakt moeten zijn met minstens 95 procent biologisch materiaal. Wat betreft biologisch katoen betekent het dat er bij de teelt geen gebruik gemaakt is van kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen die het grondwater kunnen vervuilen.

Alternatieven zijn er wel degelijk. Bamboe, hennep, tencel, linnen, zo maar even wat stoffen die de laatste jaren de textielmarkt bestormen. Dat geen van deze de markt op grote schaal heeft veroverd is in de ogen van Mensink niet vreemd. "Elke soort heeft weer andere problemen. Het ene gewas kan maar in een beperkt aantal gebieden verbouwd worden, een ander heeft veel chemicaliën nodig of is weer minder geschikt als kledingstof. Katoen is nu sterk in competitie met synthetische vezels zoals polyester, waarvan de karaktereigenschappen de afgelopen jaren sterk zijn verbeterd."

Een ondergang van katoen is echter niet aan de orde, integendeel. "Ik denk dat het de productie van katoen in absolute hoeveelheden stabiel blijft, hoewel het aandeel vergeleken met andere vezels zal dalen. De vraag naar kleding groeit harder dan de vraag naar voedsel, door de combinatie van de groeiende wereldbevolking en een hoger consumptiepatroon. Mogelijk vindt er een verplaatsing plaats in de mondiale katoenproductie. Waar onze katoen vandaan zal komen hangt af van veel factoren zoals klimaatverandering, de strijd met voedselgewassen, beschikbaar water en de logistiek tussen vraag en aanbod. Een van de mogelijke trends is een langzame verschuiving van Azië naar Afrika.

Geef 'm van katoen
Als we toch zo gebonden zijn aan katoen en de vraag zal toenemen is het zaak om de productie goed te reguleren en zo duurzaam mogelijk te maken en te houden. De sleutel daarvoor ligt volgens Mensink in de handen van de modeketens en kledingbedrijven. "Als die afhaken dan zullen veranderingen ook uitblijven. Maar je hebt meer schakels nodig: overheden, organisaties, boeren en uiteraard de consument die de kleding draagt. Die moet namelijk druk blijven uitoefenen op modeketens. Check waar je kleding vandaan komt, hoe het geproduceerd is en wijs het merk erop als ze niet transparant of niet goed bezig zijn."

In de kaders vind je enkele voorbeelden van kledingbedrijven die een duurzame productie hoog in het vaandel hebben staan. Check op de sites van jouw favoriete merken wat zij eraan doen om waterverbruik of andere milieuproblemen te verminderen. Zijn ze niet transparant? Laat het ze weten.

Bekijk hieronder de video over het Better Cotton Initiative.[[{“fid”:”31366″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Better Cotton”,”style”:”height:327px; width:581px”,”class”:”file-file-styles-artikel-volle-breedte media-element”}}]]

Foto: cc

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons