Amerika, land van voedselbonnen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

The American dream verandert sinds 2008 steeds meer in een nachtmerrie. Ruim 47 miljoen Amerikanen, ongeveer vijftien procent van de bevolking, maken gebruik van voedselbonnen. Crisis voorbij? Niet in de Amerikaanse thuiskeukens.

Aan de dopamine
Terwijl Europa economisch voortmoddert en alsmaar pleisters blijft plakken op de Zuid-Europese wonden, lijkt de economie van de Verenigde Staten iets bij te trekken. De werkloosheid daalde afgelopen maand naar 7,4 procent, het laagste in 4,5 jaar tijd. Maar wie onder het tapijt kijkt van mooie cijfers en vooruitzichten ontdekt een opeenstapeling van economische problemen. Zo wordt sinds het begin van de financiële crisis de Amerikaanse economie kunstmatig opgelapt door haar centrale bank: de Federal Reserve. Inmiddels kan het land – en eigenlijk de hele wereldeconomie – niet meer zonder haar eigen financiële dopamine: miljarden aan nieuwe dollars die maandelijks in de economie worden gepompt.

Ook de werkloosheidcijfers zien er rooskleuriger uit dan ze daadwerkelijk zijn. Want, hoewel er weer iets meer Amerikanen werk hebben, neemt voornamelijk het aantal parttime banen toe en krijgen mensen minder betaald . Ook de inkomensongelijkheid neemt toe en verbreekt volgens het OECD zelfs haar record uit de jaren ’20 van de vorige eeuw.

Hap SNAP
Met die parttime baan op het wettelijke miniumumsalaris kun je in Amerika misschien (net) je huur betalen, maar geen eten. Carman Iverson uit Kansas werkt (ongeveer) twintig uur per week voor the minimum wage: 7,35 dollar per uur. Haar werkgever McDonalds bepaalt elke week hoe vaak ze moet werken. Een extra baantje is dus geen optie. Ze heeft geen geld voor een (gezonde) maaltijd voor haar drie kinderen en ze kan zich geen zorgverzekering veroorloven. Hoeveel schulden Carman heeft opgebouwd? Dat houdt ze niet eens meer bij. Net als vele huishoudens in Amerika, namelijk een op de vijf, heeft Carman het financieel zo slecht dat ze een noodgreep doet naar voedselbonnen. In de Verenigde Staten kennen ze het SNAP programma: The Supplemental Nutrition Assistance Program, voorheen het Food Stamp Program. Vooral gezinnen met kinderen gaan met de eetpinpas – want bonnen zijn het al een tijdje niet meer – naar de supermarkt.

En dat kost de staat heel wat: de uitgaven aan SNAP stegen van 29 miljard in 2005 naar 78 miljard nu. Sommigen vinden dat het burgers te afhankelijk maakt: het eetgeld van gemiddeld 134 dollar per maand is geen stimulans voor de werkloze ‘John uit Texas’ om weer snel een baan te zoeken.

Voedselwoestijn
Geldverspilling of niet, Carman uit Kansas en John uit Texas hebben honger en moeten eten. Maar hun buik wordt niet gevuld met gezond voedsel. Mensen met een laag inkomen nemen andere eetgewoontes aan. Ze eten meer vet en suiker en laten fruit en groentes vaker in de schappen liggen. Dat heeft onder meer te maken met de prijs: ongezonde producten zijn veelal goedkoper. En aangezien de uitgaven voor het huis – vooral in de grote steden – in de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen zijn, is er minder geld over voor de supermarkt. Maar wie wel eens in Amerika is geweest weet ook: de groenteboer zit niet altijd op elke straathoek. De Verenigde Staten kennen heuze food deserts: regio’s waar in geen velden of wegen een gezond maaltje te krijgen is. The United States Department of Agriculture maakte een interactieve kaart van de woestijnen.

Obesitas-subsidie?
Wil je zuinig omgaan met je voedselbonnen en gewoon bij de supermarkt om de hoek boodschappen doen, dan koop je dus geen dure avocado’s en salades. Inmiddels is er in Amerika dan ook een discussie losgebarsten over hoe er gebruik wordt gemaakt van het SNAP programma. Nu mogen Amerikanen namelijk lekker zelf weten wat ze met de voedselbonnen kopen. Of je nu naar huis gaat met tien zakken chips of met tien tomaten en een zak appels: niemand die erop let. Zo wordt er 4 miljard aan SNAP-dollars per jaar uitgegeven aan ongezonde frisdranken. En sommige stiekemerds gaan er zelfs mee naar McDonalds.

Tijd voor gezonde voedselbonnen dachten politici in 2008. In 2011 en 2012 werd dan ook een (succesvolle) proef gedaan waarbij voedselbongebruikers gestimuleerd werden om gezond eten te kopen, maar vergelijkbare pilots worden vooralsnog niet door voedselproducenten verwelkomd. Critici van de voedselbonnen vinden dat Obama toch vooral obesitas subsidieert en juist een ongezonder leven mogelijk maakt. Zo krijgt de Amerikaanse staat twee keer de rekening gepresenteerd: van een voedselbonnen-programma én van hoge zorgkosten.

Al die stijgende armoede-potjes moeten dus kleiner worden, vinden (met name) Republikeinen. Voorstellen van budget cuts van twintig tot veertig miljard aan bezuinigingen op het voedselpotje zitten al in de pijplijn. Maar armere families als die van Carman worden hoe dan ook getroffen door bezuinigingen. Vanaf november zal ze het sowieso met 29 dollar per maand minder moeten doen.

Crisis voorbij?
Dus hoor je ergens in de wandelgangen: “In Amerika, dáár gaat het wel de goede kant op!” Denk dan aan Carman uit Kansas, die lekker parttime werkt bij McDonalds voor 7 dollar per uur en boodschapjes doet met voedselbonnen.

Frederieke Hegger is redacteur economie bij OneWorld. Ze schrijft over opkomende en instortende economieën, grondstoffen, voedsel en machtsvraagstukken. Volg haar op Twitter: @FrederiekeH

Beeld: Karen Apricot via flickr.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons