Achtergrond

Rana Plaza, een jaar later

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Er voltrok zich een ramp van ongekende omvang, op die fatale woensdag 24 april 2013, toen Rana Plaza in Bangladesh instortte. Het acht verdiepingen tellende kledingfabrieksgebouw in hoofdstad Dhaka klapte als een kaartenhuis ineen. Gevolg: 1138 doden en zeker 2000 (ernstig) gewonden, plus een aantal mensen dat nog is vermist. De hele wereld riep dat zoiets nooit meer mocht gebeuren.

Hoe staat de kledingindustrie in Bangladesh, de belangrijkste exportsector van het Zuid-Aziatische land, ervoor, een jaar na dato? OneWorld maakt de balans op in een drieluik.  

I – Dinsdag 22 april: De overlevenden
Ze raakten gewond, maar werden levend uit de puinhopen van Rana Plaza gehaald. OneWorld sprak met drie vrouwen en een man , die beschrijven wat hen is overkomen en hoe zij na de klap de draad – soms letterlijk –  weer oppakken:

II – Woensdag 23 april: De kledingmerken
Werken zij mee aan het veiliger krijgen van deze voor Bangladesh zo belangrijke exportsector? En wat doen ze dan concreet?

III – Donderdag 24 april: De minister en de consument
Minister Ploumen, die zich inzet voor betere werkomstandigheden in de kledingindustrie, vertelt over hoe zij nationaal en internationaal probeert om verbeteringen in werkomstandigheden van Bengalese werkneemsters te realiseren.
Tot slot de consument: vraagt die zich vaker af wat zich achter het kledinglabel afspeelt? Of gaat het nog altijd puur om de prijs van die jas, trui of rok?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons