Achtergrond

Hoogtijdagen voor populisme

Als je de krant openslaat, is populisme overal: aan de andere kant van de wereld, waar Trump aan de macht is, maar ook in ons eigen landje. Hoe vaker we het woord gebruiken, hoe minder we ervan lijken begrijpen. Wat betekent populisme? Waar komt het vandaan? En waarom is het nu ineens een hot topic? OneWorld in gesprek met historicus Henk te Velde en politicoloog Paul Lucardie.
Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Populisme staat steeds vaker in de krantenkoppen. 2016 spant de kroon met 280 publicaties waarin het woord voorkomt. Het jaar begon rustig, maar in de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen en het begin van onze eigen verkiezingscampagnes schoot het aantal publicaties omhoog.

Gapend gat tussen volk en elite

Populisme als politieke stroming is volgens Lucardie een dunne ideologie, die maar een beperkt aantal opvattingen heeft. Deze standpunten zijn terug te voeren op de kloof tussen het volk en de politieke elite. De manier waarop populisten naar deze twee groepen kijken is kenmerkend. “Ze beschouwen beide groepen als homogeen. De politieke elite is één pot nat en behartigt de belangen van het volk niet, of niet genoeg. Meer omstreden is dat ze ook het volk zien als één geheel met één belang.”

 

Paul Lucardieis als politicoloog gespecialiseerd op het gebied van ideologieën en politieke partijen, politiek extremisme en nieuwe partijen in Nederland, Duitsland en Canada. Hij is onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen en schreef samen met Gerrit Voerman het boek ‘Populisme in de polder’.

Henk te Velde is hoogleraar Vaderlandse Geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Hij publiceerde veel over de geschiedenis van de politieke cultuur in Nederland en schreef daar het boek ‘Van regentenmentaliteit tot populisme’ over. Het boek gaat in op de tradities in de Nederlandse politiek.

Wie de definitie in Wikipedia opzoekt, ontdekt dat de term behalve een ideologie ook een politieke stijl kan aanduiden. Populisme is volgens de online encyclopedie vooral een communicatiestijl, terwijl het daarnaast onderscheid maakt tussen links- en rechts-populisme als ideologie. Ook de Dikke van Dale legt het begrip zowel uit als een ideologie en als een communicatiestijl (een ‘betoogtrant’). Volgens politicoloog Paul Lucardie behelst die communicatiestijl vaak een grover taalgebruik dan normaal in het politieke debat. “Populisten spelen meer op de man of vrouw dan andere politici. Onderbuikgevoelens spelen daarbij vaak een rol. En als je het zo bekijkt, vindt je bij alle partijen een beetje populisme.”

Het één, of toch het ander?

Beide definities komen in de media voor, maar meest gangbaar is het gebruik van de term als de verwijzing naar iemands betoogtrant. Anders gezegd: de term ‘populist’ is een verwijt of een belediging. Dat ziet ook historicus Henk te Velde. “Bijna niemand wil zichzelf daarom populist noemen. Populisten zouden het volk naar de mond praten en demagogen zijn.” Ook Lucardie ziet dat gebeuren. “Je krijgt politici er niet zo snel toe te zeggen: ‘Ja, ik ben populist’ of ‘ik vind populisme goed’. Toen ik voor mijn boek (‘Populisme in de polder’, samen met Gerrit Voerman – red.) politici wilde spreken, honoreerde haast niemand mijn interviewverzoek.”

Niemand wilde meewerken toen ik het woord populisme in de mond nam

Volgens Lucardie maakt het niet uit dat iedereen er zijn eigen definitie op nahoudt. “In de politicologie wordt altijd over definities getwist. En als je bij de kiezer doorvraagt over hun definitie van populisme, kom je toch vaak op hetzelfde uit.” Te Velde zegt: “Zolang we er maar zakelijk met elkaar over kunnen praten. Het debat verwordt anders tot een mix van analyse en afkeuring.” Wat kunnen we doen? Henk te Velde : “Eigenlijk zou iedereen duidelijk moeten maken welke definitie hij of zij gebruikt.”

‘Het volk’ is ontevreden

“Populisme is belangrijk voor de democratie. Het zegt iets over de spanningen die in een land bestaan, en dat gaat ons allemaal aan”, vindt Te Velde. Verschillende gebeurtenissen kunnen ten grondslag liggen aan spanningen of onvrede. Bijvoorbeeld de, in sommige ogen, te vergaande bemoeienis van de Europese Unie, de vluchtelingenproblematiek of de economische crisis.

Lucardie ontwikkelde een model om populisme te verklaren. Hij stelt dat in iedere moderne samenleving een basis ligt voor populisme. Politiek is een vak geworden en daarmee ontstaat ook meteen een kloof tussen volk en politieke elite. In de vorige eeuw werd die kloof nog overbrugd door de verzuiling, volk en elite hadden binnen zo’n zuil dezelfde ideologie en snapten elkaar. Met het grotendeels wegvallen van die zuilen wordt die kloof in geval van crises, zoals de vluchtelingenproblematiek, zichtbaar. Dat maakt ontevredenheid los in de samenleving. Er ligt een kans voor populisten als ze zich precies op dat moment uitspreken over die ontevredenheid. “Succes is niet meteen gegarandeerd, maar toch vrij waarschijnlijk”, licht Lucardie toe.

Door de eeuwen heen

Na de ontzuiling kreeg populisme meer kans in Nederland. Het dook als stroming op in Nederland vanaf de eeuwwisseling, tegelijk met Pim Fortuyn. Nederland was daarin, volgens Lucardie, vrij laat. “In veel Europese landen was het al veel langer in parlementen vertegenwoordigd. Maar in Nederland kwam populisme tot voor kort hooguit voor op lokaal niveau. Te Velde schreef er het boek ‘Van regentenmentaliteit tot populisme over’. In 1780 zien we de verschijnselen voor het eerst. De regenten werden door de elite benoemd en niet door het volk gekozen. Joan Derk van den Capellen tot den Pol bracht toen als eerste het volk, uit naam van het vaderland, in stelling tegen de regentenoligarchie. Het woord populisme was nog onbekend, maar de verschijnselen die we nu populistisch zouden noemen doken vanaf dat moment af en toe op in Nederland.

Een eeuw later raakte populisme in zwang onder socialisten. Zij kwamen op voor de burger en verzetten zich tegen de politieke elite. De nadruk lag vooral op het laatstgenoemde. Theorie of feiten speelden geen of een kleine rol in de campagnes, waarin ook direct op de man werd gespeeld. Beide kenmerken kunnen als vaste ingrediënten van populisme worden gezien.

Links en rechts

Populisme komt dus niet alleen voor aan de rechterkant van het politieke spectrum. Lucardie noemde populisme al eerder een dunne ideologie en vanuit daar is te verklaren waarom populisme ook andere -ismen kan omarmen. “Dat kan socialisme zijn, maar ook fascisme, liberalisme, conservatisme, noem maar op”, vertelt Lucardie. Links-populisme is vooral te vinden in Zuid-Amerika, zoals in Venezuela onder het bewind van wijlen president Hugo Chávez. Hij startte de Bolivariaanse Revolutie en speelde in op de problemen van ‘het volk’. Het verslaan van corruptie en armoede stonden hoog op zijn lijstje.

De historicus en de politicoloog zijn het er over eens dat er momenteel vooral sprake is van rechts-populisme. Volgens Lucardie is die variant vaak gekoppeld aan nationalisme en conservatisme. Maar er is meer, vindt hij. “Wanneer je wat dieper in de partijprogramma’s graaft, zie je dat er verschillende interpretaties van ‘volk’ en ‘elite’ worden gehanteerd. Je moet daarvoor wel tussen de regels doorlezen. Bij rechts-populisme wordt het volk op een etnische manier begrepen, terwijl het volk bij links-populisme de gewone man is, met een gewone baan die niet bij de top hoort.”

Nieuwe kiezers

Omdat populisme inspeelt op de ontevredenheid van ‘het volk’, trekt het nieuwe kiezers. “De opkomst bij verkiezingen neemt altijd een beetje toe als populistische partijen meedoen. Dat is goed voor de democratie”, zegt Lucardie. Toch ziet hij ook een schaduwkant. “De verkiezingen worden zo erg emotioneel gekleurd, onderbuikgevoelens spelen flink mee. Over de rationele afweging welk economisch beleid we moeten voeren, hoor je bij populisten bijvoorbeeld minder.”

En die schaduwzijde wordt groter als populisten de meerderheid gaan vormen, zegt Lucardie. “Dat betekent niet meteen een einde van de democratie, maar wel een ondermijning daarvan. Populisten kunnen het de oppositie en de media moeilijk maken omdat die, in hun ogen, niet doen wat het volk wil. Een populistische partij is prima voor de democratie, mits ze niet al te groot is.”

Gegevens zijn gebaseerd op krantendatabank LexisNexis. Er is gezocht op het woord populisme dat voorkomt in kop en een eerste paragraaf in de grootste elf landelijke dagbladen.

 

  • De Volkskrant
  • NRC Handelsblad
  • Trouw
  • Nederlands Dagblad
  • AD/Algemeen Dagblad
  • De Telegraaf
  • NRC.Next
  • Het Parool
  • Het Financieele Dagblad
  • Reformatorisch Dagblad
  • Metro

visualisatie van Tara Jonker

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons