Achtergrond

Nieuwe slachtpartij dreigt in Irak, maar hulp blijft uit

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Er is een groot tekort aan voedsel, water en medicijnen. Ook hebben we geen elektriciteit,” vertelt Saad Abu Mehdi, een doktersassistent uit het Iraakse stadje Amerli, over de telefoon. De 43-jarige Saad waarschuwt dat iedereen gedood zal worden als de extremisten van de Islamitische Staat (IS) doorbreken.

Al meer dan twee maanden worden de mannen, vrouwen en kinderen van het stadje belegerd door de terreurgroep IS. Dagelijkse aanvallen, beschietingen met mortiergranaten en sluipschutters brengen de levens van een kleine twintigduizend burgers in gevaar en hebben ook doden veroorzaakt. Alleen een paar honderd lokale strijders en sporadische hulp van de Iraakse luchtmacht verhinderen een doorbraak van de gevreesde soennitische militanten.

We haalden schoon water uit de rivier, maar sluipschutters van IS hebben daarbij mensen dood geschoten

Het merendeel van de inwoners van Amerli, dat 180 kilometer ten noorden van Bagdad ligt, behoort tot de etnisch Turkmeense gemeenschap. Ze volgen de sjiietische stroming van de islam en zijn net als de vervolgde yezidis en christenen een minderheid in Irak. Door hun sjiietische geloof ziet de IS hen als afvalligen, en vreest de gemeenschap het ergste van de terreurgroep.

De VN-gezant voor Irak, Nickolay Mladenov, noemt de situatie alarmerend en vraagt om onmiddellijke actie om een massamoord op burgers te voorkomen. Hij roept de Iraakse regering en diens bondgenoten op alles in het werk te stellen om Amerli te ontzetten.

Te weinig voedsel en medicijnen
Sinds de opmars van IS in juni controleren de soennitische militanten zesendertig dorpen rondom het Turkmeense stadje. De toegangswegen worden bewaakt en liggen vol met mijnen volgens inwoners die The New York Times sprak. Over land kan niemand er in of uit waardoor grote tekorten aan voedsel en medicijnen zijn ontstaan. Om meer druk te zetten op de burgers en de strijders uit Amerli, sloot IS weken geleden de schoonwatertoevoer en het elektriciteitsnetwerk af.

“We haalden schoon water uit de rivier, maar sluipschutters van IS hebben daarbij mensen dood geschoten. Nu gebruiken we waterputten om van te drinken”, zegt doktersassistent Saad. Maar het ondergrondse water bevat veel zout dat buikklachten, diarree en uitdroging veroorzaakt bij de mensen. De ouderen en kinderen lijden het meest hieronder, aldus Saad.

Dr. Ali al-Bayati is het hoofd van de Turkmen Saving Foundation, een hulp- en belangenorganisatie voor Turkmenen in Irak, en staat vanuit Bagdad in nauw contact met zijn familie en anderen in het stadje. Hij meent dat tien Turkmeense strijders, rond de vijftig kinderen en acht volwassenen door medicijnentekorten, uitdroging en IS-aanvallen zijn omgekomen. Vele kinderen zijn ernstig ziek door uitdroging en lopen groot gevaar. Er is geen ziekenhuis met goede faciliteiten voor operaties in Amerli. Alleen maar een kleine kliniek, stelt al-Bayati. “Vorige week stierf een zwangere vrouw met haar ongeboren baby omdat er geen keizersnede uitgevoerd kon worden.”

Om de paar dagen dropt de Iraakse luchtmacht voedsel, water, medicijnen en ammunitie. Sommige zieken en gewonden zijn geëvacueerd door een helikopter. Een levensgevaarlijke missie onder de beschietingen van IS. Het is de enige hulp die de geteisterde inwoners van Amerli krijgen. “De situatie is verschrikkelijk. De hulpgoederen kunnen slechts drie procent van de mensen helpen”, zegt de bezorgde Saad die een vrouw en twee dochters heeft. “Om iedereen te evacueren zijn minstens driehonderd vluchten nodig.”

Net als Stalingrad
De inwoners van Amerli hebben naast uithongering en uitdroging ook dagelijkse aanvallen door de militanten van IS te verduren. De beschermingsmacht van het stadje bestaat uit getrainde sjiietische milities, oud-militairen en politieagenten uit Amerli, maar ook gewone burgers zoals boeren en winkeleigenaren. Een paar honderd man bewapent met oude machinegeweren en raketwerpers houdt meer dan zeventig dagen het gevreesde IS met hun tanks, militaire voertuigen en moderne wapens op afstand.

De Verenigde Naties vroegen we om humanitaire hulp. Maar we kregen van niemand gehoor

“Aan het begin van de belegering schoot IS voornamelijk met mortiergranaten. Wij schuilden op de begane grond van onze huizen”, beschrijft Saad. “Later schoten ze met luchtafweergeschut de stad in. Ook sluipschutters beperken onze bewegingsvrijheid.” Dr. Mahmoud zegt: “Amerli is net als Stalingrad.” De enige arts in de stad geeft zijn echte naam niet prijs vanwege de onveilige situatie. Als vrijwilliger uit Bagdad kwam hij met de helikopter mee, de enige manier om de stad te betreden. Soms vecht hij ook tegen IS.

Om de stad heen hebben de lokale strijders een verdedigingslinie van loopgraven en zandbergen gemaakt. Afgelopen maand voerde IS drie grote aanvallen uit die de strijders uit het stadje met hulp van een Iraakse gevechtshelikopter en de inwoners hebben afgeslagen.

“Zonder de helikopter hadden ze (IS) ons overlopen,” beweert media-activist Ali al-Bayati, een neef van Dr. al-Bayati. In zijn huis in Kirkuk toont Ali foto’s en video’s van zijn vijfdaagse bezoek aan Amerli. Hij verkoopt ze aan internationale media en verspreidt sommigen via sociale media om meer aandacht voor de situatie te krijgen. Op enkele foto’s zijn kinderen met wapens in de hand te zien. “De kinderen beschermen de huizen als de strijders aan de rand van de stad het gevecht aangaan” zegt Ali. Volgens doktersassistent Saad draagt iedereen bij aan de bescherming van Amerli. “De inwoners koken voedsel voor de strijders en de kinderen brengen munitie waar nodig is.” En Dr. al-Bayati deelt mee dat vrouwen gevechtstraining krijgen. Zelfs de gouverneur van de stad vocht mee en raakte gewond aan de nek. Tot nog toe houden de strijders en inwoners van Amerli stand. Maar de vraag is hoe lang nog?

Geen hulp?
In de afgelopen twee maanden ontvingen de inwoners van Amerli haast geen enkele humanitaire hulp, en ook geen militaire steun. Het stadje verkeert in een kritieke situatie.

De leider van de Partij voor Turkmeens Land (Türkmeneli Partisi), Riyaz Sarkahya, stuurde een brief naar zowel de Amerikanen als de Iraakse en Koerdische overheid. “We vroegen hen om militaire steun om de mensen in Amerli te redden. De Verenigde Naties vroegen we om humanitaire hulp. Maar we kregen van niemand gehoor.”

Ik vrees voor de gezondheid van onze vrouwen en kinderen die in gevaar komt door uithongering en uitdroging

Tot nu toe is er nog geen internationale hulp gekomen. De laatste weken voerde de Amerikaanse luchtmacht bombardementen uit ter bescherming van Koerdisch gebied en de gestrande Yazidi’s op de Sinjarberg, maar niet in andere delen van het land.

Ook de 43-jarige Saad Abu Mehdi wil hulp van de Amerikanen. “Amerikaanse luchtaanvallen zijn nodig om IS te stoppen. De Iraakse overheid alleen is niet sterk genoeg.” Op vijfentwintig kilometer van Amerli zijn de troepen van het Koerdische leger. Maar de lokale commandant, Hakim Ahmad, vertelde de BBC dat het bevel is om in de verdediging te blijven.

Bij het beschermen van minderheden in Irak hanteert de Amerikaanse overheid een dubbele standaard, aldus Dr. Ali al-Bayati. “Ze beschermen de yezidi’s en Koerdisch gebied, maar doen niks voor de Turkmeense gemeenschap in Amerli.”  
De situatie in Amerli verslechtert met de dag. Al-Bayati maakt zich vooral zorgen om de burgers van de stad als er niet snel hulp komt. “De zwakte ligt niet bij onze strijders. Die houden stand. Maar ik vrees voor de gezondheid van onze vrouwen en kinderen die in gevaar komt door uithongering en uitdroging.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons