Achtergrond

‘Maak plaats voor hulporganisaties uit crisislanden’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ik geloof in de kracht van hulporganisaties uit crisislanden zelf. Zij kennen ze het gebied en de getroffenen al lange tijd en kunnen als geen ander vraaggerichte hulp bieden. Sterker nog, goede noodhulp kan je meestal alleen bieden als deze plaatselijke organisaties het voortouw nemen. Ze zijn verankerd in de samenleving en werken structureel aan de weerbaarheid van mensen. Dat kan van alles zijn. Boeren stimuleren om klimaatbestendige gewassen te gebruiken of een moskee of kerk bouwen die ook een veilige schuilplek is voor de dorpsinwoners tijdens een orkaan.

Gênant
Ik vind het bijna gênant als ik ze na een ramp zie aanmonsteren, de vele vliegtuigen en auto’s beplakt met buitenlandse logo’s. Terwijl plaatselijke hulporganisaties vaak al een uur na de ramp hun eerste hulp geven – meestal onopvallend voor het Westerse oog –  komen de buitenlandse hulpverleners twee dagen later aan gedenderd. De hulpverleners uit het crisisland zelf worden in het ergste geval volledig door hen genegeerd.

We tekenen voor het beperken van onze eigen noodhulpafdeling

Terwijl zij juist vanaf het eerste uur hulp verlenen, vraaggericht, snel en efficiënt.  Zoals onze plaatselijke partners op de Filipijnen. Zij inventariseerden direct na tyfoon Haiyan de behoeften van getroffenen en deelden noodpakketten  en dakplaten uit waarmee mensen zelf hun huizen konden herstellen. Omdat onze partner NGO’s  materialen op de lokale markt kochten stimuleerden ze de economie en bespaarden vervoerskosten.

Hoewel steun van westerse en internationale organisaties belangrijk blijft, moet hun rol meer verschuiven naar de achtergrond. Ze moeten zo veel mogelijk plaatselijke organisaties bij staan in hun uitvoering. ICCO en Kerk in Actie ondertekenden onlangs de Charter4Change, waarin lokale organisaties centraal staan.  

Charter4ChangeIn Charter4Change committeren de ondertekenaar zich aan de afspraken:

  1. Minstens 20% van humanitaire fondsen worden besteed via lokale organisaties. ICCO en Kerk in Actie doen dat overigens al lang. Het is daarbij ook belangrijk dat je hier helder over communiceert en dat je de lokale organisaties steunt in capaciteitsopbouw. 
  2. We onderschrijven de Principles of Partnership, internationale afspraken over een goede en elkaar respecterende manier van samenwerken in humanitaire hulp.  Lokale organisaties zijn gelijkwaardige partners en verdienen dus respect.
  3. We huren niet massaal de goede lokale krachten van lokale organisaties in voor onze westerse organisaties en mochten we wel een staflid van een lokale organisatie inhuren in een humanitaire operatie, dan wordt er een vergoeding aan de werkgever gegeven.
  4. Een intensieve lobby zodat meer westerse hulporganisaties en fondsen de toegevoegde waarde zien van lokale  actoren en actief inzetten op samenwerking.

Het einde?
Betekent de charter het einde van NGO’s zoals mijn organisatie ICCO en Kerk in Actie? Dat denk ik niet. Maar onze rol verandert wel.  Daar waar goed functionerende lokale partnerorganisaties zijn, kunnen wij op de achtergrond steunen, met geld, praktische zaken en het verbinden van de verschillende partijen.  Daar waar lokale partnerorganisaties nog niet veel ervaring hebben met noodhulp kunnen we investeren in hun capaciteitsopbouw en in trainingen.

Betekent de charter het einde van NGO’s zoals mijn organisatie? 

Met het tekenen van de charter, teken je in feit ook voor een verandering van je eigen rol, als westerse NGO.  Dat is best spannend, want we tekenen voor het beperken van onze eigen noodhulpafdeling. Maar ik vind het goed dat onze handtekening er staat, omdat ik vind dat het noodhulpwerk in het veld zo veel mogelijk moet gebeuren door lokale organisaties.

Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons