Achtergrond

Apps maken Afrika nog niet beter

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het is 6:00 uur ‘s ochtends, de zon schijnt nog niet zo fel. De dichtstbijzijnde kliniek staat op twee uur lopen van Heidi’s huis. Twee kinderen sjokken achter haar aan en haar pasgeboren zoon hangt in haar draaghoek. In Kenia moeten de 44 miljoen inwoners het doen met nog geen 7.000 artsen. Ter vergelijking: 16,8 miljoen Nederlanders kunnen kiezen uit zo'n 50.500 doktoren. Heidi liep met haar kinderen – ze heeft er zes – nog wel eens voor niets. De dokter was ziek of er waren geen medicijnen, maar dat wist zij niet toen ze thuis vertrok.

mHealth, mobiele gezondheidszorg, kan dit soort problemen voorkomen. Tijdens haar laatste zwangerschap is Heidi op afstand in de gaten gehouden met de technologie van Medic Mobile. Deze organisatie, in 2010 opgericht door geneeskundestudent Josh Nesbit op een studentenkamertje in het Amerikaanse Stanford, wil via sms de gezondheidszorg verbeteren. ‘De verpleegkundige vroeg via sms’jes hoe het met me ging, of ik misselijk was, gaf me tips over voeding en regelde doktersafspraken.’ De gegevens van haar en haar gezin werden direct opgeslagen in een online dossier.

mHealthPwC voorspelt dat in 2017 mHealth wereldwijd 18 miljard euro gaat opleveren, tegen 395 miljoen euro in 2010. Maar ondanks de rooskleurige groeicijfers van PwC is het geschatte aandeel van Afrika daarin in laag: een schamele 5 procent, tegen 30 procent uit Azië. Gezondheidszorg en onderwijs zijn in Afrika sectoren waar het bijna onmogelijk is om geld te verdienen.

Afrika, en dan vooral Kenia, is een populaire afzetmarkt voor mHealth-initiatieven. In totaal liepen er in februari vorig jaar 109 mHealth-projecten in Afrika, waarvan twintig in Kenia, aldus een rapport van accountantskantoor PricewaterhouseCoopers (PwC). Opvallend is de focus op infrastructuur, het linken van patiënt en arts. Zo’n 75 procent van alle projecten is daarmee bezig. Vaak omdat de techniek simpel is en de resultaten concreet en meetbaar zijn.

En als je zelf geen telefoon hebt, heeft de buurman die wel.

Huis van 10m2 met gsm
Met haar 6 kinderen en man woont Heidi op 10 vierkante meter, ze slapen met z’n allen in één tweepersoonsbed. Ze bezit niet veel, maar ze heeft wel een mobiele telefoon. Zo’n 43 procent van de Kenianen leeft onder de armoedegrens van minder dan een dollar per dag, maar meer dan 70 procent heeft een telefoonabonnement. En als je zelf geen telefoon hebt, heeft de buurman die wel. Kenia loopt voorop als het gaat om mobiel denken. Dagelijks worden met de Keniaanse mobiel-bankierenapp Mpesa, die in 2005 werd gelanceerd, 2 miljoen betalingen gedaan door inmiddels 15 miljoen gebruikers.

Hulpsms'je
De rooskleurige groeicijfers ten spijt, zijn gezondheidszorg en onderwijs in Afrika sectoren waar het bijna onmogelijk is om geld te verdienen. Arjen Swank, programmamanager van het Nederlandse TTC (voorheen Text To Change) dat voorlichtingscampagnes per sms draait in onder meer Afrika, worstelt daarmee: ‘Veel van de projecten richten zich op arme dorpen en plattelandsbewonders hebben vaak geen geld om voor elk hulpsms’je een paar cent neer te leggen. Maar klanten moeten betalen, anders stopt het project binnen no time. Je kunt niet afhankelijk blijven van potjes geld van ngo’s of startkapitaal.’ Swank sleutelt daarom continue aan zijn businessmodel en zoekt samenwerking met lokale farmaceuten en investeerders.

Genoeg jonge techgoeroes die met wilde ideeën de wereld willen redden en een start-up beginnen, maar aan investeerders ontbreekt het

‘Het is ontzettend lastig om je brood te verdienen met tech’, zegt ook Nikolai Barnwell, regiodirecteur van accelerator 88mph in Nairobi, die tech start-ups met speciale incubatorprogramma’s helpt investeerders te vinden en hun onderneming uit te bouwen. ‘Er zijn genoeg jonge techgoeroes die met wilde ideeën de wereld willen redden en een start-up beginnen, maar aan investeerders ontbreekt het. Er gaat veel geld om in grote industrieën, zoals infrastructuur, maar die geldschieters kijken naar tech voor gezondheidszorg en zeggen: dat zijn van die projecten die sexy klinken en veel media-aandacht krijgen, maar daar ga je geen winst mee maken.’

Medic Mobile leeft nu nog voor 70 procent van fondsen, met name uit Silicon Valley. Begin dit jaar heeft de organisatie in Kenia echter een beetje winst kunnen maken, vooral door de verkoop van hun producten aan ngo’s. Al leunen die op hun beurt weer veel op subsidies. Met de campagnes van TTC op gebied van agricultuur zoals een sms-service met graanprijzen voor boeren – gaat het goed, maar de magische sleutel voor geld verdienen met gezondheidscampagnes, heeft de organisatie ook nog niet.

Clinic Makueni

Handgeschreven e-mails
In Kenia wordt maar 35 euro per persoon per jaar aan gezondheidszorg uitgegeven, voor een Nederlander wordt jaarlijks 4200 euro uitgetrokken. Van het Keniaanse ministerie van Gezondheidszorg hoeven start-ups en ngo’s in mHealth het geld niet snel te verwachten.
Het kost Meaghan Orton, directeur van Medic Mobile in Afrika, heel wat tripjes naar de overheid om steun en geld te krijgen. En geduld. ‘Het Keniaanse bestuursapparaat is log. Ik had laatst een afspraak met een hoge ambtenaar op het ministerie van Gezondheid die alle informatie vooraf handgeschreven wilde ontvangen. Er is speciaal een vrouw aangenomen die alles voor hem uitschrijft. Grafieken en tabellen tekent ze met de hand en kleurt ze in. Het duurt dus even voordat je antwoord hebt.’

Latrines
Desondanks start ook de overheid voorzichtig met kleine projecten. In juni lanceerde het ministerie van Gezondheid een app-project om data te verzamelen in de provincie Rageng’ni, 100 kilometer van Nairobi. David Ouma Oluoch, coördinator van het project: ‘Vrijwilligers gaan met smartphones langs gezinnen om informatie te verzamelen over het aantal gevaccineerden, wasfaciliteiten en wc’s.’ De overheid gebruikt de data voor het bevolkingsregister, maar ook voor gerichte voorlichtingscampagnes. Zo moet worden voorkomen dat een voorlichter met een campagne over het belang van latrines naar een dorp afreist dat prima toiletten heeft.
Het grootste voordeel volgens Henry Opiyo, een inwoner van Rageng’ni die voor de overheid vrijwillig op zijn motorfiets dorpen afgaat om data te verzamelen, is de snelheid. Opiyo: ‘Voorheen moesten we al dat papierwerk, dat we meezeulden in logge kartonnen mappen, invoeren op een speciale computer, waar er weinig van waren in de provincie. Het duurde weken voordat alle vrijwilligers, 24 per computer, dat hadden gedaan.

Gadget voor de middenklasse
Een voor de hand liggend probleem met mHealth is internettoegang en de kosten van smartphones. Die worden in rap tempo goedkoper en de techniek geavanceerder, maar het blijft nog vooral een gadget voor de middenklasse. Ook is het internetbereik, zeker op het platteland, vaak zwak.

Soms leggen vrijwilligers hun onkostenvergoeding bij elkaar om een telefoon te kopen

Crowdfunding kan de oplossing zijn. Oluoch: ‘Soms leggen vrijwilligers hun onkostenvergoeding bij elkaar om een telefoon te kopen. Er zijn ook dorpen waar de inwoners 150.000 Shilling (150 euro) bij elkaar sprokkelden voor een simpele smartphone en een data-abonnement.

Er valt nog weinig in te verdienen en opschalen is lastig – vanwege gebrek aan geld en interesse van grote geldschieters – maar toch is mHealth hip. ‘Het is sexy om op een feestje te vertellen: ik heb een app voor Afrika gemaakt’, zegt Peter van Lieshout, projectcoördinator ontwikkelingssamenwerking van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR). Hij pleit voor enige mildheid rondom start-ups die hun geluk beproeven met een app in Afrika. ‘Start-ups hebben nu eenmaal een grote foutenmarge. Van elke 1000 start-ups, modderen er 150 door, 50 komen echt van de grond en maar één of twee worden echt succesvol. Dat is overal zo, niet alleen in Afrika.”

Baarmoederhalskanker
Ondertussen zijn veel Afrikanen zelf lyrisch over de ontwikkelingen. Niet alleen patienten, ook veel artsen zijn enthousiast. Zoals ook Olola Oneko, gynaecoloog in de Tanzaniaanse stad Moshi: ‘mHealth is de toekomst voor Afrika, omdat het handig is en we voorop lopen in mobiel denken.’
Daarom bedacht Olola een manier om smartphones te gebruiken en ontwikkelt hij nu een app om baarmoederhalskanker vroeg op te sporen. Verpleegkundigen maken met smartphones foto’s en sturen die naar gynaecologen en beoordelen op afstand de patiënt. “In het Westen is zoveel high tech, daar wordt technologie gebruikt zoals het bedacht is. Wij kijken naar bestaande technologie, en denken: hoe kunnen we hier een probleem mee oplossen?"

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterij Fonds van Free Press Unlimited

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons