Teruggeroepen speelgoed met lood in de verf, giftige matrassen, namaak hoestsiroop en ondeugdelijke tandpasta, om maar een paar recente gebeurtenissen te noemen. Maar bezorgde consumenten kunnen nu letten op het vertrouwde Kema-keurmerk, van het Arnhemse keuringsinstituut. Dat test al sinds 1999 op verschillende locaties in China elektrotechnische apparatuur, zoals broodroosters, frituurpannen en natuurlijk ook kerstverlichting.
Parelrivier
In de subtropische delta van de Parelrivier, in zuid-China, kun je alle maanden van het jaar kerstbomen en kerstballen vinden. Guangzhou, het vroegere Kanton, is het centrum voor Europese en Amerikaanse inkopers op zoek naar kerstsfeer. 
Op de markt naast de oude katholieke kerk prijst Chen Lin zijn lampen aan. “Gegarandeerd veilig!”, zegt hij over een snoer van 140 gekleurde lampjes dat omgerekend 1,80 euro kost.
Het stekkertje is wel erg wiebelig, en als het op de tafel belandt van het Kema-laboratorium wordt het binnen een minuut afgeserveerd als erg brandgevaarlijk. “Dit soort kwaliteit krijgen we hier eigenlijk nooit,” zegt Derek Fang, de technisch directeur van het lab. “De Chinese bedrijven die hier hun producten laten keuren, zijn serieus bezig om voet aan de grond te krijgen op de Europese markt. Die houden zich dus ook aan ISO- en CE-normen.”
Kema-logo
Het Kema-logo opent voor deze ondernemers de deur naar grotere afzet op de lange termijn, en daarin willen ze ook investeren. Fang geeft een rondleiding door de verschillende testruimtes. “Hier wordt alles getest. Bewegende delen, elektrische circuits. Schakelaars worden duizenden keren omgezet om te zien of ze het niet begeven. En zeven van de tien apparaten halen de laatste ronde niet.” Dat is niet omdat de spullen slecht zijn, benadrukt de algemeen directeur van de vestiging in Guangzhou, Stan Zurkiewicz. “Wij zien hier vooral apparaten die nog in het teststadium zijn. Als wij ze testen, worden er meer fouten uitgehaald, omdat de lat hoger ligt dan bij Chinese keuringscentra. Bovendien hebben we alle testfaciliteiten die nodig zijn voor Europese certificering.”
De spannendste ruimte in het lab is de ‘extreme kamer’, waar espressoapparaten, frituurpannen en kerstbomen met ingebouwde verlichting op de proef worden gesteld. De technici die er aan het werk zijn hebben een grote grijns op hun gezicht. “Het is echt leuk werk, alles uit elkaar halen en doormeten. Een jongensdroom”, zegt er één.
Eén op de tien
In de extreme kamer vliegt regelmatig iets in brand, bijvoorbeeld als een waterkoker bewust zonder water wordt aangezet. “Een op de tien apparaten die we hier testen, overleeft het niet”, zegt Fang. Maar de witte frituurpan die in onderdelen op een werkbank ligt en er nogal gehavend uitziet, heeft de test wel doorstaan.
Het was een logische stap voor Kema om naar China te gaan. De vier testlaboratoria ligge
n in Shanghai, Wenzhou, en Guangzhou. Hier komt de bulk van de Chinese export vandaan, uit industriegebieden die bij elkaar groter zijn dan Nederland. Maar Kema doet meer dan testen alleen. “We inspecteren ook in de haven, vlak voordat een container naar Europa gaat. Steekproefsgewijs controleren we de goederen die we in het lab al hebben getest. De te exporteren apparaten moeten overeenkomen met het model dat we hebben getest. Is dat niet zo, dan mag het Kema-keurmerk niet worden gebruikt.”
Aanvankelijk waren het vooral importeurs die bij Kema aanklopten, maar nu zijn het steeds vaker de Chinese producenten zelf. “Bedrijven realiseren zich dat export naar Europa niet meer kan zonder veiligheidskeurmerk”, zegt Zurkiewicz. Tot nu toe is Kema het enige volledig buitenlandse instituut dat dit soort certificaten in China mag afgeven. Dat leverde ze afgelopen week de Cathay Pacific China Traders Award op voor innovatief ondernemerschap.
Dit artikel is overgenomen met toestemming van de Wereldomroep.
