Achtergrond

Koffietentje of exportfirma

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Geen hulp, maar handel. Dat is het motto van minister Ploumen. Met een pot van 750 miljoen euro steunt ze mkb’ers die willen investeren in ontwikkelingslanden. Een groep migranten uit Rwanda en Burundi verkende alvast de kust in hun vaderland.
[[{“fid”:”22205″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3872,”width”:2592,”style”:”width: 150px; height: 224px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]

“Visitekaartjes in de tas? Iedereen zijn badge opgeklikt? Colbertje mee?” Reisleider Radj Bhondoe, directeur van Seva Network Foundation en initiatiefnemer van deze reis, loopt door het gangpad van de bus die de tienkoppige delegatie een week lang zal vervoeren door Rwanda en buurland Burundi. De eerste stop is bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Kigali, voor een ontmoeting met de Rwanda Development Board.

“Migranten zijn wereldwijde ambassadeurs voor ons land, want Rwanda heeft nog steeds een imagoprobleem”, zegt Vivian Kayitesi, hoofd van de afdeling die investeringen bevordert. Bij de naam Rwanda denken veel mensen nog steeds aan de genocide, volgend jaar april twintig jaar geleden. “Het is hier veilig en stabiel”, benadrukt Kayitesi. En vooral: “Rwanda is booming.” In 2012 groeide de economie met 7,7 procent (‘Vijf keer beter dan Canada’ en Rwanda wil in 2020 een middeninkomensland zijn. Buitenlandse investeringen zijn daarom meer dan welkom. Rwanda staat bekend om zijn gunstige ondernemersklimaat. “Binnen zes uur kun je via internet je bedrijf registreren.”

Zeventig voetbalvelden
Een koffietentje of ijssalon openen mag, maar liever denkt Rwanda groot, zo blijkt die middag tijdens een excursie naar de Special Economic Zone, een gloednieuw industrieterrein van zeventig voetbalvelden groot. Er is dag en nacht elektriciteit en water én er gelden aantrekkelijke belastingtarieven. Goud-rode lampionnetjes wiegen in de wind bij de ingang van Everytime Beijing Paper Corporation Ltd, producent van wc-papier en zakdoekjes. Even verderop bedienen [[{“fid”:”22207″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2592,”width”:3872,”style”:”width: 250px; height: 167px; float: left;”,”class”:”media-element file-default”}}]]Rwandese bouwvakkers een cementmolen, onder aanvoering van een Chinese opzichter van China Building Ltd. “Er is nog grond te koop”, vertelt de voorlichter die wijst op de lantaarnpalen in de kleuren van de Rwandese vlag. “Voor 45 dollar per vierkante meter, met een minimumafname van 5000 vierkante meter.” Dan ben je dus al meer dan twee ton kwijt voordat je ook maar één steen gelegd hebt, leert een snelle rekensom. Dat gaat boven het budget van de meegereisde ondernemers. Bundel je krachten én je geld, is dan ook het advies de volgende dag op het ministerie van Landbouw. In een land waar nog steeds 90 procent van de mensen leeft van veeteelt of akkerbouw, liggen daar volop kansen, zegt minister Agnes Kalibata. “Bonen, aardappelen, avocado’s en bloemen zijn zeer geschikt voor de export. Het liefst in Rwanda verwerkt tot bijvoorbeeld chips of guacamole, want dat levert meer op.” Na drie dagen is de sfeer in de bus gematigd optimistisch. De bus passeert een luxe appartementencomplex in aanbouw, gefinancierd door een Chinese investeerder. The sky is the limit in Rwanda, is de conclusie, maar de rode loper wordt pas voor je uitgelegd als je een grote zak geld meeneemt. In Burundi, waar het met een economische groei van 4 procent (2012) wat minder snel gaat, zullen we met open armen ontvangen worden, voorspelt een van de deelnemers.

Alles is mogelijk [[{“fid”:”22216″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3872,”width”:2592,”style”:”width: 150px; height: 225px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
In Bujumbura, de hoofdstad van Burundi, maakt de bus een eerste stop bij API, het agentschap dat investeringen bevordert. “Dit land is under construction. Alles is mogelijk”, vertelt directeur Antoine Kabura. Burundi is nog steeds voor 50 procent afhankelijk van buitenlandse hulp. Door de mondiale crisis, én gebrekkig regeringsbeleid, gaat de wederopbouw na het officiële vredesakkoord van 2006 minder snel dan gepland. In januari dit jaar verwoestte een felle brand de overdekte markt, en daarmee het economische hart van de hoofdstad. “Maar het wegennet verbetert gestaag en ook internet werkt steeds sneller. We zijn gestegen van plaats 172 naar 159 – van de 185 landen – in de Doing Business ranglijst van de Wereldbank”, vertelt Kabura niet zonder trots. Zijn powerpointpresentatie wordt twee keer onderbroken doordat de stroom uitvalt. “Zoals u merkt, kan de elektriciteitsvoorziening nog wel verbeterd worden. U bent welkom om te investeren in waterkrachtcentrales en zonne-energie.” Ook toerisme is een groeimarkt, en koffie. “Alle ideeën zijn welkom. Arbeid is goedkoop, een maandloon is nog geen 50 dollar. In Gabon betaal je het dubbele.”

[[{“fid”:”22209″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2592,”width”:3872,”style”:”width: 250px; height: 167px; float: left;”,”class”:”media-element file-default”}}]]Halfzachte aanpak
In Burundi kun je binnen 24 uur je eigen bedrijf registreren. Weliswaar niet via internet, maar loketten van alle instanties (Belastingdienst, Kamer van Koophandel, een bank) zijn bij elkaar gevoegd in één kantoor. Jongemannen in smetteloos witte, strak gestreken overhemden lopen rond met multomappen. Boven op hun hoofd een spiegelende zonnebril, gouden horloge om de pols. Met een zelfverzekerde nonchalance overhandigen ze hun visitekaartje. Ze heten Adonis, Solitaire of Honoré en begroeten de delegatie in het Nederlands. Deze diaspora boys, dertigers en veertigers die tijdens de oorlogsjaren in Enschede of Rotterdam hebben gestudeerd, bekleden nu goede functies bij de overheid of runnen een eigen onderneming. “In Nederland was ik leraar Frans, maar ik had heimwee. En ik was ook nog eens single”, vertelt Eugène, in overhemd met traditionele print. “Nu run ik mijn eigen uitzendbureau, ben ik getrouwd en ben ik vader geworden.” Kom terug naar huis, luidt hun oproep. Definitief terugkeren zien de Nederlandse Burundezen echter niet zitten. Ze hebben een vaste baan, een fijn huis en de kinderen gaan in Nederland naar school. Het is ook niet nodig, denkt migrant Eric (zie kader, pagina 44). “Het gaat erom dat je met de juiste mensen samenwerkt, die jouw kennis aanvullen.” Later die dag rijdt de bus ons door het centrum van Bujumbura naar een afspraak bij een bank. Eric telt het aantal half-afgebouwde panden en leegstaande winkels en cafés. “Souvenirs van een aanpak zonder doordacht plan”, zucht hij. “Ik ga er helemaal voor. Het gaat me lukken, ik voel het.”

 

[[{“fid”:”22210″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3872,”width”:2592,”style”:”width: 150px; height: 225px; float: left;”,”class”:”media-element file-default”}}]] “Ik ben een doorzetter”
Anita Ntakarutimana, Leiden
“Het was heel fijn om mijn moeder te zien. Ze heeft me echt verwend. In Nederland zorg ik voor mijn zoon en dochter, nu werd er weer voor mij gezorgd. Ik heb wat monsters van koffiebonen meegenomen uit Burundi. Hopelijk kan ik daarmee een Nederlandse koffiebrander interesseren. Met mijn bedrijf Africa Gate wil ik een intermediair zijn tussen Nederlandse en Afrikaanse ondernemers. De juiste mensen met elkaar in contact brengen. Ik heb marketing en commerciële economie gestudeerd. Nu breng ik mijn theoretische kennis in praktijk. Het is lastig om voet aan de grond te krijgen, heb ik gemerkt, maar ik ben een doorzetter. Het zou fijn zijn als iemand met veel ervaring mij zou willen coachen.”

 

 

“Goede deal gesloten” 
Elie Kabagema, Den Haag 
[[{“fid”:”22213″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2592,”width”:3872,”style”:”width: 250px; height: 167px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
“Een officieel groepsbezoek als dit opent deuren die anders gesloten blijven. Ik importeer Afrikaanse producten, van thee tot cosmetica, die je niet in de Nederlandse supermarkt kunt krijgen. Daar is veel vraag naar. Ik heb veel contacten gelegd en een goede deal gesloten. Een cassavemeelproducent stuurt een container met kilopakken die ik voor een introductieprijs van 4 euro in Nederland in de markt kan zetten, via mijn eigen Africa Product Shop en via andere winkeliers. Het mooie is: ik hoef pas te betalen na de verkoop.”

 

[[{“fid”:”22214″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2592,”width”:3872,”style”:”width: 250px; height: 167px; float: left;”,”class”:”media-element file-default”}}]]“Net als de Nederlandse boer” 
Eric Rufyiritana, Almere 
“De eerste keer dat ik terug was, schrok ik van elk hard geluid. Ik dacht dat het geweerschoten waren. Ik droomde dat ik vast zat op het vliegveld. In Nederland was ik veilig, maar voelde ik me verloren. Via de kerk leerde ik mensen kennen Zij hielpen mij Nederlands te leren en een studie bedrijfskundige informatica te volgen. Nu ben ik gesetteld. Mijn vrouw en ik hebben ons eigen accountantsbedrijf. We hebben een fijn huis en ons derde kind is op komst. Mijn familie heeft in Burundi een stuk land van 20 hectare. Mijn plan is om daar moderne landbouwmethoden te introduceren, zodat de dorpsbewoners de grond optimaal kunnen benutten zoals de boeren in Nederland. Hotels in Bujumbura hebben al interesse getoond in boontjes en aardappels. Die halen ze nu uit Kenia en Rwanda. Ik heb wat monsters aarde en water meegenomen naar Nederland. Landbouw-expert Albert Veerman gaat die analyseren. Ik wil graag in contact komen met meer deskundigen die mee willen doen om mijn businessplan te realiseren.”

 

[[{“fid”:”22208″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2592,”width”:3872,”style”:”width: 250px; height: 167px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]“Wereld zonder migranten bestaat niet”
Radj Bhondoe, Den Haag
“Seva Network Foundation stimuleert migranten om via business bij te dragen aan ontwikkeling. Uit dit reisgezelschap zullen waarschijnlijk enkele bedrijven voortkomen die wij kunnen steunen met technische assistentie en leningen. Zoals het er nu naar uitziet, worden migranten geen specifieke doelgroep voor het Dutch Good Growth Fund, het fonds van 750 miljoen euro dat MKB moet stimuleren in ontwikkelingslanden. Een gemiste kans. Moderne ontwikkelingshulp kan niet voorbijgaan aan de belangrijke bijdrage van migranten aan armoedebestrijding. Stel je een wereldeconomie voor zonder migranten. Financiële centra zoals Dubai, Singapore en New York zouden niet eens bestaan.”

 

 

“Brief aan de koningin”
Stéphanie Mbanzendore, Rotterdam
“Ik was hoogzwanger toen ik naar Nederland vluchtte. De stewardessen dachten dat ik gewoon heel dik was, anders had ik het vliegtuig niet in gemogen. Mijn twee oudere kinderen en mijn man zag ik pas weer na twee en drie jaar. Toen ik een verblijfsvergunning [[{“fid”:”22200″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3872,”width”:2592,”style”:”width: 150px; height: 224px; float: left;”,”alt”:”Stéphanie Mbanzendore”,”class”:”media-element file-default”}}]]kreeg, heb ik gevraagd of ik in Rotterdam mocht wonen. Want ik kende de haven alleen uit mijn schoolboeken. Met mijn organisatie Burundian Women for Peace and Development zet ik mij in voor het gebied waar mijn wortels liggen. We hebben er een centrum gebouwd met een computerlokaal, bibliotheek en vergaderzaal. We kregen altijd subsidie, die loopt terug. We willen onze eigen broek kunnen ophouden. Dorpsbewoners vragen steeds vaker om kleine leningen om bedrijfjes te beginnen. Ze willen zeep maken, kleding naaien of meubels timmeren. Microkrediet vinden, dat was mijn missie op deze reis. Dat is helaas niet gelukt en dat doet mij pijn. Ik heb koningin Máxima, ook een migrante, een brief gestuurd en haar uitgenodigd om in Burundi te komen kijken. Binnen een week kreeg ik een aardige brief terug. Ze had geen tijd, maar de Nederlandse ambassade in Burundi wil mijn initiatief steunen met trainingen. Dat is mooi. Maar eerst moet ik startkapitaal vinden. Waar? Dat is mijn grote uitdaging.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons