De economie van arme landen leunt voor een groot deel op remittances, de gelden die migranten naar huis sturen. Ondanks een scherpe daling in het derde kwartaal van 2008 zal die migrantengeldstroom volgens de Wereldbank dit jaar nog pieken naar een bedrag van 283 miljard dollar. Volgend jaar is het echter gedaan met die groei. In 2009 zal de stroom migrantengeld met 1 procent afnemen.
Dit is een voorzichtige schatting aldus de bank in haar Migration and Development nieuwsbrief die dinsdag verscheen. Door schommelingen in de prijzen van grondstoffen, wisselkoersen van valuta en de onzekerheid over de groei van de wereldeconomie is het moeilijk om een goede voorspelling te doen. De daling zou ook 6 procent kunnen zijn.
Gevolgen
| Belangrijker dan hulp
In 2007 verstuurden migranten wereldwijd 265 miljard dollar naar familie overzee. Dat is 60 procent meer dan het wereldwijde bedrag dat beschikbaar is voor ontwikkelingshulp. 265 miljard is een officiële schatting. Behalve via officiële kanalen wordt via informele kanalen ook veel geld en goederen naar het thuisfront verstuurd. De Wereldbank denkt dan ook dat het totale bedrag veel hoger is. India, China en Mexico zijn de belangrijkste ontvangers van migrantengeld. |
Een daling van de geldstroom zal arme landen hard treffen. Door de stijging van benzine en grondstoffen zijn de voedselprijzen al gestegen. Ook is de verwachting dat arme landen door de financiële crisis minder hulpgelden zullen ontvangen en dat investeerders door de crisis minder happig zullen zijn om in Afrika en andere opkomende economieën te investeren. Deze laatste twee geldstromen zullen volgens de Wereldbank verhoudingsgewijs meer dalen dan de remittances. Arme landen kunnen dus meer rekenen op familie overzee dan op donoren en de financiële wereld.
De daling zal vooral voelbaar zijn in Afrika. Mocht de Amerikaanse economie in nog zwaarder weer komen dan zou dit ook gevolgen kunnen hebben voor het geld dat bouwvakkers en fruitplukkers uit Midden-Amerika en het Caraïbisch gebied naar huis sturen.
