Achtergrond

In Gambia lusten ze wel een Nederlands roereitje

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Bij de Alvihag supermarkt in het Gambiaanse Serrukunda liggen de eieren in een speciaal rek. Dat is niet voor niets; stokbrood met roerei en veel ketchup behoort voor veel mensen hier tot hun favoriete ontbijt. ”De geïmporteerde eieren zijn goedkoper dan de lokaal geproduceerde eieren,” bevestigt de Indische supermarkt eigenaar het prijslijstje dat bij het eierrek hangt.

Afrika het nieuwe Mekka

Goede kans dat de eieren uit Nederland komen. Bijvoorbeeld van Omega food in Bergeijk, Noord-Brabant. “We exporteren al sinds de jaren ’70 eieren naar landen die niet zo voor de hand liggen,” aldus Léon Clemens van Omega. Destijds was dat vooral aan landen uit het Midden-Oosten zoals Pakistan en Iran. Olieproducerende landen waren voor ons letterlijk het Mekka.”

Maar nu veel landen in het Midden-Oosten zelf een pluimveesector hebben opgezet, neemt de vraag af. Clemens: “Rond de eeuwwisseling zijn we naar Afrika gaan kijken. Inmiddels gaan de zaken prima: we verschepen ook containers vol eieren naar Sierra Leone, Kaapverdië, DR Congo en Angola.”

Mohammed Jaafar zit aan het ontvangende eind. De 24-jarige Gambiaan van Libanese afkomst heeft net een paar containers bij Omega besteld; ze zijn onderweg en doen er deur-tot-deur ongeveer een maand over. “Eieren zijn maar een klein onderdeel van wat ons familiebedrijf importeert,” zegt hij. “We halen nog veel meer voedsel uit Nederland. Ook zijn we groot in auto-onderdelen die vanuit de hele wereld komen.”

Niks van eigen bodem

Waarom laat Gambia de kans liggen om eieren voor de eigen markt te produceren? “Er is een heel klein beetje ‘backyard farming,’ maar dat is lang niet genoeg om in de vraag te voorzien,” stelt Jaafar. Clemens: “Natuurlijk willen ze in Gambia ook wel een eigen pluimveesector opzetten, maar dat is niet zo 1,2, 3 van de grond.”  

Afrika kan zich niet ontwikkelen zonder eigen productie

Daar zit nu net de crux. De eieren staan symbool voor een veel groter probleem; dat er nauwelijks iets van eigen bodem komt in Gambia. En met Gambia in veel andere Afrikaanse landen. “Afrika kan zich niet ontwikkelen zonder eigen productie,” zegt Jaafar beslist. Dat komt er wel maar het gaat heel langzaam. Sinds kort teelt Gambia eigen aardappelen, dus het begin is er.”

Import voor eigen productie

Het gaat niet altijd goed. Jaafar: “Het land wilde af van de import van bloem. Dus zette het er een fabriek voor op. Nu importeren ze dus tarwe, dat tot bloem vermalen wordt. Ook de zakken waar het in gestopt wordt moeten eerst worden geïmporteerd. Inmiddels is de zogenaamde Gambiaanse bloem twee keer zo duur als wanneer we nog bloem zouden importeren.”

De ontwikkeling van eigen productie moet dus wel met beleid worden aangepakt, stelt Jaafar. “Industriële productie kan er alleen komen als er eerst agricultuur wordt gedaan. Volgens die stappen moet het land van de grond komen. Maar ik ben positief. Gambia is niet arm. En die pluimvee industrie komt er uiteindelijk heus wel, als ze wat hulp krijgen uit Nederland bijvoorbeeld. Dan kan Gambia heel Afrika van eieren gaan voorzien.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons