Achtergrond

Fonds keert eerste miljoenen uit

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De belangstelling voor het Dutch Good Growth Fund is groot, aldus Johanna Besteman van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In de eerste drie maanden na de start op 1 juli namen meer dan honderd ondernemers deel aan een ‘quick scan’ om erachter te komen of zij in aanmerking komen voor een lening, garantstelling of investering. 

De 1e aanvragen bij DGGFDe eerste voorgenomen transacties zijn de afgelopen weken gepubliceerd. De komende tijd zullen meer bekendmakingen volgen. Namen en bedragen staan er niet altijd in. RVO zegt voorzichtig te zijn met het publiceren van bedrijfsgevoelige informatie. 

GroFin Small and Growing Business (SGB) Fund kan rekenen op een investering van circa twaalf miljoen euro. Volgens het DGGF is het op Mauritius gevestigde investeringsfonds een pionier bij het financieren van mkb in Afrika. Het geld is bedoeld voor relatief kleine mkb’ers in Kenia, Oeganda, Tanzania, Rwanda, Zuid-Afrika, Zambia, Ghana, Nigeria en Egypte. Het gaat onder meer om de sectoren landbouw, gezondheidszorg, onderwijs en energie.

Besteman: “Met enkele tientallen ondernemers zijn we in gesprek over facilitering van hun activiteiten, vaak in cofinanciering met Nederlandse financiers. In veel gevallen gaat het om bedrijven die willen investeren in Afrika, of naar Afrika willen exporteren.” De interesse komt onder meer uit de medische sector, de sector agri&food en tuinbouw. Ook investeringsfondsen hebben zich gemeld. 

Veel interesse voor het fonds signaleren ook MKB-Nederland en VNO-NCW. Volgens woordvoerder Mieke Ripken hebben de meeste aanvragen betrekking op leningen voor investeringen van Nederlandse mkb-ondernemers in ontwikkelingslanden. Naar exportfinanciering is minder vraag.

Fonds met 700 miljoen voor mkbHet Dutch Good Growth Fund is gevuld met 700 miljoen euro. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) mikt met het fonds op mkb-bedrijven die met commercieel haalbare projecten willen ondernemen in ontwikkelingslanden. Zij moeten zich houden aan criteria voor maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen, stelt RVO. 

Het is geen ’gratis geld’. Leningen worden tegen een marktconforme rente verstrekt, meestal in de vorm van cofinanciering. Het gaat om een zogenoemd revolverend fonds. Financieringen moeten worden terugbetaald, waarna het fonds het geld opnieuw kan gebruiken om bedrijven te financieren. 

Van het totale bedrag is 175 miljoen bestemd voor het financieren van het Nederlandse mkb in 66 landen. Voor lokale mkb-projecten in die landen is eveneens 175 miljoen beschikbaar. Een link met een Nederlands bedrijf is voor deze categorie niet nodig. De financiering gaat via investeringsfondsen. Nog eens 175 miljoen euro is bestemd voor exportkredietverzekeringen. Eind 2015 zal de resterende 175 miljoen worden verdeeld over de drie eerdergenoemde potjes.

[[{“fid”:”32877″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Charlotte Rosalie (rechts) bij presentatie DGGF”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Charlotte Rosalie (rechts) bij presentatie DGGF”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Strenge voorwaarden
De belangstelling voor het fonds mag groot zijn, sommige ondernemers nemen volgens Charlotte Rosalie van adviesbureau EMSA een afwachtende houding aan. “Vaak gaat het om mkb’ers die niet een heel team in dienst hebben dat de hele dag bezig is met financiering. Ze willen weten wat de risico’s zijn en wachten af. Pas als ze horen dat het bij een ander bedrijf is gelukt, willen ze ook meedoen.”

Geldtransport en -logistiek in IndiaEen niet nader genoemde Nederlandse ondernemer kan rekenen op cofinanciering – het bedrag is evenmin openbaar – vanuit het DGGF voor het opzetten van geldtransport en -logistiek in India. De investering moet leiden tot een betere toegang tot financiële diensten op het Indiase platteland en veiliger geldtransport. De verwachting is dat de activiteiten in India 1.200 nieuwe banen zullen opleveren.  

EMSA helpt momenteel twee bedrijven met een aanvraag bij het DGGF voor activiteiten in Afrika: één zakelijke dienstverlener en een industrieel bedrijf. Zo’n aanvraag betekent wel dat een bedrijf financieel wordt doorgelicht, zegt Rosalie. “Zo wordt er gekeken naar de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigenlijk zoals een bank dat ook doet.”

Katoengarenspinmachines voor GhanaEen Nederlandse exporteur – niet bij naam genoemd – kan rekenen op een exportkredietverzekering en financiering voor de export van tweedehands katoengarenspinmachines. Ghana kan dankzij die machines katoengaren met een hogere toegevoegde waarden gaan exporteren, in plaats van ruw katoen.

Bij de start van het fonds werd gezegd dat de afhandeling van aanvragen twee tot vier maanden in beslag zal nemen. Rosalie heeft de indruk dat het wat langer duurt. “Maar ik weet niet of dat komt door de strenge voorwaarden, of omdat de banken niet zitten te springen om mee te doen.” Het Dutch Good Growth Fund heeft namelijk als uitgangspunt dat het bedrijf een deel van de financiering zelf regelt. De hulp komt dan in de vorm van aanvullende leningen of garantstellingen. Maar banken zijn nog altijd terughoudend in het verstrekken van leningen aan mkb-bedrijven, aldus Rosalie.

[[{“fid”:”32878″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Indonesië
In de aanvragen voor het DGGF gaat veel werk en geld zitten, zegt consultant Famke Schaap, gestationeerd in Genève. “Veel consultants zijn bezig met aanvragen en businessplannen.” Schaap deed een aanvraag voor een Nederlands filmproductiebedrijf voor activiteiten in Indonesië, maar die werd afgewezen.
“Officieel is de aanvraag afgewezen omdat er te weinig liquide middelen waren”, zegt Schaap. “Ze zeiden ook dat ze de filmsector risicovol vonden. Maar we hadden een sterke businesscase in een veelbelovende sector. En het zou werkgelegenheid opleveren in zowel in Nederland als Indonesië.”

Klassieke projecten
RVO stelt dat niet veel aanvragen zonder meer worden afgewezen. “Maar wel krijgen ondernemers veel huiswerk mee”, aldus Besteman. “Zo zijn bedrijven soms nog niet bij een bank geweest, of kunnen ze hun plannen niet altijd cijfermatig goed onderbouwen.”
In bepaalde gevallen is eerst een marktverkenning, haalbaarheidsstudie of pilot nodig, aldus Besteman. De ondernemers worden dan doorverwezen naar bijvoorbeeld de DHK-regeling. Daarna kunnen ze alsnog aankloppen bij het Dutch Good Growth Fund.

De Nederlandse economie bestaat voor 70 procent uit diensten. Dat moet ook tot uiting komen in het DGGF

Consultant Schaap heeft de indruk dat het fonds liever investeert in klassieke projecten voor ontwikkelingslanden, zoals bijvoorbeeld de bouw van plantenkassen. “Maar de Nederlandse economie bestaat voor 70 procent uit diensten. Dat moet ook tot uiting komen in het DGGF. Ik hoop wel dat minister Ploumen er een goed fonds van maakt.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons