Achtergrond

Bedrijven met een groen geverfd jasje

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Multinationals zetten massaal in op duurzaamheid. Of toch niet? Wie beter kijkt ziet dat ze vooral investeren in creatieve marketingmanagers. Tien bedrijven die zich groener voordoen dan ze zijn.

1. KLM
Onze Koninklijke luchtvaartmaatschappij nam onlangs ‘een belangrijke stap op weg naar een volledig duurzame luchtvaart’. Dit zei KLM-directeur Peter Hartman na een proefvlucht met een vliegtuig op biobrandstof. Wat hij niet zei, is dat de helft van de brandstoftank bijgevuld werd met gewone kerosine.  Ook de ‘patatvlucht’ – KLM vliegt elke donderdag op gerecycled frituurvet naar New York – is niet zo duurzaam als KLM ons voorhoudt. ‘Komt per stookolieschip naar Nederland uit de VS (of China, red.). Ca. 10% wordt aan 90% kerosine toegevoegd’, meldt GroenLinks Kamerlid Liesbeth van Tongeren op twitter. Volgens Milieudefensie is het sowieso niet lucratief om frituurfriet te recyclen brandstof. Oud frituurvet wordt al hergebruikt in zeep. En voor een enkeltje Parijs moeten een miljoen zakken patat worden besteld. Waarom vond toenmalig minister Camiel Eurlings het nodig om hier een miljoen euro subsidie in te steken?

Kleine wasjes, groene wasjes…
De term ‘greenwashing’ werd 27 jaar geleden voor het eerst gebezigd door milieukundige Jay Westerveld. Hij gebruikte het woord voor hotels met bordjes in de badkamers met daarop het verzoek om handdoeken te hergebruiken ‘to save the environment’. Door die bordjes dachten gasten dat ze in een milieubewust hotel logeerden, terwijl de eigenaar verder nul energiebesparende maatregelen nam. Het hotelbudget was tenslotte al aan de bordjes besteed.
Het aantal gevallen van greenwashing door bedrijven neemt fiks toe. Tussen 2007 en 2009 met 79 procent, concludeert adviesbureau TerreChoice Environmental Marketing.
Op de website Greenwashingindex.com kun je stemmen op groene advertenties. Hoe duidelijker de groene wassing, hoe hoger het rapportcijfer.

2. Pampers & Huggies
Met de vernieuwde Dry Max-luiers verminderen families hun impact op het milieu, aldus fabrikant Pampers. De realiteit: het bedrijf bezuinigt door 9 procent minder vulling in de luiers te stoppen. Verder neemt Pampers geen milieubeschermende maatregelen.

Huggies maakte het nog bonter. Hun pure and natural-lijn is naar eigen zeggen ‘hypoallergeen’ (dat zijn alle ‘groene’ luiers), ‘met een buitenkant van organisch katoen’ (maar het is niet bekend of het gaat om katoen met een eco-keurmerk), ‘inclusief Aloë’ en verpakt in ’20 procent gerecycled materiaal’. Ter vergelijking: andere groene luiers worden verkocht in een volledig gerecyclede verpakking. Bovendien zit er nog altijd polyacrylaat in natural-Huggies (dat goedje dat in opspraak raakte omdat het in tampons leidde tot het toxic shock syndroom). Fabrieksarbeiders die de urine-opvangende gelballetjes produceren hebben last van vermoeidheid, gewichtsverlies en orgaanbeschadiging. Last but not least: huggies zijn niet biologisch afbreekbaar.

3. Rederij Maersk
In 2011 werd de Deense rederij Maersk uitgeroepen tot ‘sustainable shipping operator of the year’. ’s Werelds grootste containertransporteur kreeg de prijs vanwege zijn ‘super slow steaming programma’ waarbij extra langzaam werd gevaren. De rederij stoot echter nog altijd evenveel CO2 uit als heel Denemarken. Daarnaast bleven de Maersk-tankers onder Amerikaanse vlag goederen verschepen naar Iran en Sudan, terwijl de Verenigde Staten een handelsembargo tegen deze landen hadden afgevaardigd.

4. Nederlandse Energie Maatschappij
Deze Nederlandse energieleverancier beweert 100 procent duurzame stroom te leveren. In de praktijk gaat het om grijze stroom die wordt ‘groen gewassen’ met certificaten van waterkrachtcentrales in Noorwegen. Stroomverstrekkers Nuon en Essent zijn ook niet zo duurzaam als ze doen voorkomen. Ze investeren miljarden in kolencentrales – de meest vervuilende manier om energie op te wekken.

5. Nike
Nike maakte het zwarte uittenue van het Nederlands elftal. Per outfit hergebruikte de fabrikant 13 petflessen – enorm milieuvriendelijk, zo leek het. Maar de door Nike toegepaste techniek is niet nieuw (fleece wordt al jaren op deze manier geproduceerd) en ook nog eens een chemisch, energie-intensief proces.
Voorafgaand aan het EK Voetbal 2012 onderwierp de Europese Consumentenorganisatie BEUC de Nederlandse Nike-outfit aan een gifproef. Wat bleek? De shirtjes bevatten ‘een zorgwekkende hoeveelheid chemicaliën’. Dat gold eveneens voor de door Nike geleverde jerseys van Polen, Frankrijk en Portugal.
Een jaar eerder riep Greenpeace de Chinese leverancier van Nike, Puma en Adidas tot de orde. Het bedrijf loost giftige stoffen in de delta’s van de Jangtsekiang en de Pearlrivier.

Ook in de categorie kleding: Banana Republic lanceerde in 2009 ‘It’s easy being green’. Wie winkelde met de herbruikbare shoppingbag van Banana kreeg 10 procent korting. Jammer dat die tas gemaakt was van bespoten katoen.

6. ExxonMobil
Zakenblad Forbes benoemde de Amerikaanse olie & gas multinational ExxonMobil tot ‘green company of the year’. Ten eerste omdat de oliegigant 600 miljoen dollar investeerde in de algenteelt (om daarvan weer brandstof te maken). Ten tweede omdat Exxon Mobil inzette op de winning van gas in Qatar.
Exxon is een wolf in ecologische schaapskleren. Gas is weliswaar schoner dan olie, maar het blijft een fossiele, vervuilende brandstof. En voor een bedrijf dat jaarlijks bijna vijfhonderd miljard dollar omzet, is 600 miljoen in dat algenpotje een schijntje. Terwijl ExxonMobil op de bühne dit groene imago presenteerde, lobbyde het achter de schermen bij president Bush tegen het klimaatverdrag van Kyoto. Met succes.

7. Shell
Onze ‘eigen’ oliereus Shell is berucht vanwege de enorme olielekkages in de Nigerdelta. Dag en nacht laat Shell in Nigeria ook nog eens honderd gasfakkels branden. Volgens Milieudefensie stoten die evenveel broeikasgassen uit als twee miljoen personenauto’s. Toch liet Shell in een reclamecampagne in 2007 bloemetjes uit de bedrijfsschoorstenen roken. Het olieconcern werd door de Reclame Code Commissie op de vingers getikt.

8. BP
De derde oliegigant in dit lijstje veranderde in 2001 zijn naam van ‘British Petroleum’ in BP. Bijbehorende slogan: beyond petroleum. Met een campagne van 200 miljoen dollar wilde het bedrijf zijn nieuwe, milieuvriendelijke kant laten zien. Tien jaar later verdient BP het leeuwendeel (93%) van zijn geld nog steeds met olie en gas. In 2008 investeerde het bedrijf (volgens Greenpeace) 20 miljard in fossiele brandstoffen, en slechts 1,5 miljard in alternatieve energie. In 2009 werd de afdeling ‘alternatieve energie’ in Engeland gesloten, net als de zonne-energieprojecten in Spanje en de Verenigde Staten.
Oh, en dan hebben we het nog niet gehad over de BP-olieramp in de Golf van Mexico in 2010. Bij een explosie op het boorplatform Deepwater Horizon kwamen elf mensen om het leven. Drie maanden lang lekte olie in zee. Om reputatieschade te beperken kocht BP bij Yahoo en Google zoektermen als ‘oil spill’. Internetters kregen bovenaan hun scherm een linkje naar de verklaring van BP ‘dat het met de olieschade best wel meeviel’.

9. Edinburgh Airport
De luchthaven van Edinburgh, Schotland, verstuurde in de lente van 2010 een persbericht met de veelzeggende titel: Airport in global warming project. Basisschoolkinderen gingen met hulp van het vliegveld vijfhonderd boompjes planten. Als dat geen greenwashing is: de luchtvaarindustrie is wereldwijd verantwoordelijk voor 5 procent van de totale door de mens veroorzaakte uitstoot van CO2. (KLM houdt ’t op 3 procent.) Een ijverige redacteur van The Guardian telde het aantal wekelijkse vluchten vanuit Edinburg: 138, waarvan meer dan de helft (77) naar Britse locaties waar ook gewoon een treinstation is.

10. McDonalds
Fastfoodketen McDonalds liet in Europa de’ gele M op een rood bord’ vervangen door ‘een gele M op een groen bord’. “Om te verhelderen dat McDonalds zijn verantwoordelijkheid neemt voor de bescherming van natuurlijke bronnen”, aldus de woordvoerder.
Een positieve noot: McDonalds doet aan recycling. Minpuntje: de hamburgerverpakking worden niet omgetoverd tot nieuwe hamburgerverpakkingen maar in jojo’s en bloempotten. Aangezien er per minuut 8500 polystyreen verpakte hamburgers over de toonbank gaan, zal de gerecyclede jojo-markt snel verzadigd zijn.
En dat terwijl nog lang niet alle plasticjes in de recyclebak belanden. Volgende de organisatie Keep Britain Tidy bestaat 29 procent van het voedselafval op straat uit McDonalds-bakjes.

Foto: (cc)
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons