Achtergrond

‘Reactie Nigeria op Boko Haram vergroot ellende alleen maar’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Met heel zachte stem en neergeslagen ogen vraagt ze aan het eind van ons korte gesprek: ‘Please sir, help me!’ Aisha is twintig, en zit sinds 8 maanden gevangen in de beruchte politiegevangenis die ‘het abattoir’ wordt genoemd, naar de functie die het gebouw vroeger had. Ze is opgepakt omdat haar man verdacht wordt van betrokkenheid bij Boko Haram, de zeer gewelddadige terreurgroep in Nigeria. Ze heeft in al die acht maanden geen bezoek gehad, en geen advocaat gezien. Ze zegt ook buikpijn te hebben, maar een dokter heeft ze nog niet gezien. Het leven in deze gevangenis is ronduit deprimerend. In cellen van zeven bij vier meter zitten tussen de 25 en 28 mensen opgesloten. Eenmaal per dag krijgen ze te eten, maar water, toch niet bepaald een luxeprodukt, moeten ze zelf kopen.

Aisha is bepaald niet de enige die willekeurig is opgepakt. Honderden mensen die er van verdacht worden banden te hebben met Boko Haram zijn de afgelopen jaren op dezelfde manier opgesloten, ook als er geen echte verdenking tegen ze bestaat. Ze zitten maandenlang vast, zonder aanklacht, zonder hulp van een advocaat. Bij de problemen die Nigeria al had rond olievervuiling en rechteloosheid voor de bewoners van sloppenwijken is er nu dus ook nog het geweld van Boko Haram. De fundamentalistisch islamitische groep zaait angst en verderf onder de bevolking. Geschat wordt dat de groep sinds 2009 al 1000 mensen heeft vermoord. Daaronder zijn veel politiemensen en soldaten, maar ook talloze burgers, die omkomen bij aanslagen op scholen, kerken en markten. Zo vielen op mijn eerste dag in Nigeria zeven doden bij een aanslag op een kerk.

De slachtoffers van deze terreur zijn christenen, moslims, politici, journalisten en advocaten, politiemensen en soldaten. En het werkt: Uit angst voor represailles durven journalisten niet langer over de misdrijven van Boko Haram te schrijven. Omdat Nigeria geen getuigenbescherming kent durven mensen ook geen aangifte te doen, en leggen advocaten en mensenrechtenactivisten hun werk neer, of slaan met de bevolking op de vlucht.

De reactie van de overheid is hard. Zeer hard. De veiligheidstroepen vallen hele buurten aan, gaan van deur tot deur, pakken mensen willekeurig op, verjagen bewoners en zetten huizen en winkels in brand. Amnesty heeft in een nieuw rapport tal van getuigenissen opgeschreven over mensen die voor de deur van hun huis werden doodgeschoten, of die na hun arrestatie zijn doodgeslagen. Disciplinaire maatregelen tegen deze slecht getrainde politieagenten worden niet genomen.

Dat de orde hersteld moet worden is overduidelijk, maar de manier waarop de Nigeriaanse overheid reageert vergroot de ellende van de bevolking alleen maar. Het is een treurige geweldsspiraal waarvan gewone burgers keer op keer het slachtoffer worden. Alles bij elkaar vormt Nigeria zo een zeer treurige catalogus van ernstige schendingen van mensenrechten. Het zijn deze schendingen die we tijdens ons bezoek aan Nigeria met ministers en hoge functionarissen van de nationale politie en antiterreureenheden bespreken.

Hun reactie is steeds dezelfde: Nigeria is een land in oorlog. De minister van Buitenlandse Zaken is nog het meest gematigd in zijn oordeel. Met zijn regelmatige contacten in de internationale gemeenschap heeft hij meer oog voor de noodzaak van de rechtsstaat.
Hard tegen hard gaat het er echter aan toe in de bijeenkomst met majoor-generaal Sarkin Bello, een voormalig commandant van de Joint Task Forces van leger en politie, en nu speciaal adviseur voor terrorismebestrijding. Hij verwijt Amnesty op zeer luide toon dat wij de feiten verdraaien, dat we makkelijk praten hebben over mensenrechten, maar dat Nigeria verwikkeld is in een war on terror.
Anderen, zoals de inspecteur-generaal van de politie, Peter Gana, zijn meer gematigd in hun toon en vragen begrip voor de moeilijke situatie en de noodaak Boko Haram te stoppen. De nationale veiligheidsadviseur Sambo Dasuki heeft in Princeton gedoceerd, en zet vraagtekens bij de onderzoeksmethodiek van Amnesty International. Die methodiek is overigens heel helder. Onze onderzoekers praten met slachtoffers van schendingen van mensenrechten, met getuigen, en met verantwoordelijke functionarissen. Hun bevindingen sturen we naar de verantwoordelijke ministeries voor een reactie. Als die niet komt, zoals bij dit rapport het geval was, gaan we geen jaren wachten maar publiceren we de resultaten.

Van veel oppositie tegen het overheidsoptreden is geen sprake. Dat ligt te gevoelig. Toch duikt niet iedereen in het land voor het geweld. Er zijn nog talloze vrijwilligers actief bij een heel scala aan organisaties, er zijn dappere advocaten, en ook artiesten en academici werken met passie aan de verbetering van mensenrechten. Onder hen is de zanger Femi Kuti, die al jarenlang bij Amnesty betrokken is, eigenlijk al sinds de organisatie succesvol actie voerde voor de vrijlating van zijn vader, musicus en politiek activist Fela Kuti. Zijn vertrouwen in Amnesty is heel groot, zo bleek toen hij tegen ons zei:  ‘If Amnesty calls, you obey.’

Ook de zeer succesvolle actrice Omotola Jalade Ekeinde is heel uitgesproken en werkt met Amnesty samen om mensenrechten te verbeteren.
Er zijn dus ook sterke tegenkrachten in Nigeria. Van het grootste belang is dat die krachten steun krijgen vanuit andere landen. Onze nieuwe regering heeft in het regeerakkoord mooie woorden gewijd aan mensenrechten. Als de nieuwe ministers Timmermans en Ploumen volgende week aan de slag gaan, ligt hier in ieder geval al een grote taak.

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons