Achtergrond

Afghaanse vluchtelingen in Pakistan kunnen nergens naartoe

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Pakistan, dat al bijna een halve eeuw miljoenen Afghaanse vluchtelingen opvangt, wil nu eindelijk wel eens een keer van deze asielzoekers af. Eind december moeten alle Afghanen terugkeren. Maar waar moeten ze naar toe?

Welk land wil nog wel vluchtelingen of migranten, zoals we ze tegenwoordig noemen, opvangen? Een paar duizend lukt nog wel. Meer moeten het er echt niet worden. Want dan eten ze net als in het kinderverhaal ' Goudlokje en de drie beren' al ons eten op, zitten ze op onze stoelen en voor we het weten liggen ze ook in ons bed.

Goudlokje en de drie beren

Met Goudlokje liep het goed af. De drie beren bleken erg gastvrij te zijn. Maar goed, Goudlokje kwam niet met stromen vluchtelingen aanzetten. Ze was geloof ik evenmin een moslim. Want al die hoofddoekjes vinden we ook maar storend. Voor je het weet staat er een gillende moskee om de hoek van ons huis die ons vijf keer per dag aan het schrikken maakt. ‘Straks worden we bestuurd door islamieten’, las ik ergens in een opruiend verhaal.

Het anti-vluchtelingen sentiment verspreidt zich langzaam over dat deel van de wereld waar geen oorlog is en de mensen het relatief goed hebben. Het onderbuikgevoel duikt eveneens in landen op waar tot voor kort het opvangen van je broeder de gewoonste zaak van de wereld was. Nu is de broeder geen broer meer maar een lastpak, een parasiet, die weg moet.

Neem Pakistan. Jarenlang waren de Afghanen welkom. Het merendeel van hen zijn Pathanen, een bevolkingsgroep die ook in de noord-westelijke provincie van Pakistan in de meerderheid zijn. Gastvrijheid staat hoog in het vaandel. Je zorgt voor iedere vreemdeling die op je stoep staat, omdat de cultuur dat voorschrijft. De rek is er uit in Pakistan. Zouden ze te veel naar de beelden in Hongarije kijken?  

Vluchtelingen

Maar laten we het eens omdraaien, hebben die Afghaanse pathanen het wel zo erg naar hun zin in  het buurland. Ik las dat ' migranten'  zich dat niet mogen afvragen. Ze moeten dankbaar zijn voor alles wat ze krijgen. Hebben ze geen heimwee? Zouden ze niet het liefst gewoon in hun huis wonen, in hun eigen bed slapen en de alledaagse dingen doen in plaats van iedere dag weer te moeten ervaren dat je niet welkom bent? ‘Blijf dan thuis, verwende asielzoeker!’, hoor ik iemand alweer roepen. Ook als je dorp aan puin ligt, het merendeel van je familie al is doodgeschoten en er geen bron van inkomsten meer is. Dan eet je toch puin en zand?

Een traan biggelt over zijn wang als hij staart naar de spelende kinderen in de modder, de vierde generatie die inmiddels buiten Afghanistan is geboren

Abdul Majeed (78) met zijn grijze baard, witte tulband en blauwe ogen is zo’n asielzoeker die nog iedere dag droomt over de fruitgaarden en de katoenvelden in zijn Afghaanse dorp waar hij als kind opgroeide. Dat doet hij nu al dertig jaar in het vluchtelingenkamp buiten Islamabad. Hij ontvluchtte net zoals miljoenen Afghanen in de jaren tachtig Afghanistan toen de Russen zijn land binnenvielen. Daarna kwamen de extremistische Taliban en vervolgens de NAVO-troepen die met hun oorlog zijn land tot aan de grond toe verwoestten. Hij vreest dat hij zijn huis nooit meer ziet en zal sterven in dit armoedige vluchtelingenkamp over de grens in Pakistan. Hij moet dankbaar zijn. Een traan biggelt over zijn wang als hij staart naar de spelende kinderen in de modder, de vierde generatie die inmiddels buiten Afghanistan is geboren.

De Kunduz valleiDe Kunduz vallei

Majeed is geen parasiet die graag op de zak teert van de Pakistanen. Hij hoopt op de terugkeer naar zijn vaderland. Vluchtelingen die op familiebezoek in Afghanistan waren geweest, vertelden over de katoenvelden in zijn dorp die weer in bloei stonden, de nieuwe aangelegde wegen en de toenemende veiligheid. Zijn kleinzoon Gul Zaman (25) nam als eerste polshoogte en probeerde twee jaar geleden zich in de provincie Kunduz te vestigen dat met zijn katoen- en tarwevelden ooit tot de rijkste regio van Afghanistan behoorde. Nederlandse soldaten bewaakten er de veiligheid. De remigratie mislukte tot zijn grote verdriet. Geen werk en de aanhoudende aanslagen van de Taliban deden Zaman besluiten met hangende pootjes naar het stoffige vluchtelingenkamp op de uitgestrekte vlakte buiten de hoofdstad Islambad terug te keren.

Elke dag sterven we een beetje in Pakistan. In Afghanistan lopen we de kans in een klap gedood te worden

“Wat moeten we hier”, zegt hij wanhopig. “Kijk naar onze levensomstandigheden!” Hij wijst naar de vervallen lemen hutten waar geen stromend water of elektriciteit in is. Scholen zijn er nauwelijks. “We zijn voortdurend het doelwit van de politie. Als ze de crimineel in Islamabad niet kunnen vinden, arresteren ze iemand van ons om hun target te halen.” Gul Zaman gaat niet bij de pakken neerzitten. Hij werkt nu drie dagen per week op de groentemarkt in de Pakistaanse hoofdstad. Ook hij moet dankbaar zijn.

Naar huis!
“Elke dag sterven we een beetje in Pakistan. In Afghanistan lopen we de kans in een klap gedood te worden”, luidt Jirga-oudste Majeeds afweging om nog maar even te blijven, want waar moet hij anders heen. Naar Europa? Hij heeft geen geld en wil helemaal niet naar het westen. Hij wil naar huis!

De vluchtelingen verwijten hun politieke leiders hun laatste hoop op terugkeer de grond in te hebben geboord. Tijdens de verkiezingen vorig jaar mochten de vluchtelingen niet stemmmen. Dat geeft al aan hoe verbonden het land zich met deze ontheemde Afghanen voelt. Zeven miljoen Afghanen kregen wel de kans in hun land hun stem uit te brengen. De drie miljoen vluchtelingen in Pakistan stonden op de verkiezingsdag voor een gesloten grens.

Volgens een woordvoerder van de Afghaanse ambassade in Islambad speelden de veiligheid – de Taliban dreigden met aanslagen – en de logistiek de doorslag de Afghaanse vluchtelingen niet aan de verkiezingen te laten meedoen.   

Pakistaanse soldaatEen Pakistaanse soldaat

Duidelijk is dat de nieuwe regering de kans op een verenigd democratisch Afghanistan daardoor heeft gemist. Geen vluchteling heeft vertrouwen in de politieke leiders. Geen Afghaan voelt zich nog langer welkom in zijn vaderland waar niemand zit te wachten op 3 miljoen asielzoekers. Er zijn nauwelijks banen, scholen, huizen. NAVO-soldaten hebben er samen met de Taliban voldoende kapot geschoten. Nu de kans op vrede steeds geringer wordt, heeft het westen geen zin meer er te blijven. Europa heeft het te druk met zijn ' eigen migranten'. Hoeveel waren het ook al weer? 120.000 uitgesmeerd over 2 jaar in hoeveel Europese landen?

Als de Afghanen weg moeten, maar niet terug willen, weet Abdul Majeed dat Pakistaanse soldaten zich niet zoals de politie in Hongarije zal gedragen. Met rubberen kogels en traangas vrouwen en kinderen verjagen gaat in een land als Pakistan te ver. Er zullen evenmin ijzeren gordijnen komen. De meeste Afghanen hebben door de jaren heen hun plekje gevonden. Eigen bedrijven opgezet, sommigen hebben zelfs goed geboerd.

Dromen over fruitbomen
Ondertussen droomt Abdul over zijn fruitbomen. Hij vindt het niet erg als Pakistaanse troepen hem met geweld de grens overzetten. Dan zal hij in zijn eigen verwoeste tuin sterven. Maar hij weet dat Pakistan het niet zo ver zal laten komen. De Pakistanen zijn toch iets beschaafder dan de Hongaren.   

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons