Achtergrond

Backpacken met Juliet: alsof we weer 20 zijn

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Na ruim zes jaar in Uganda en Zuid-Sudan is correspondent Arne Doornebal terug in Nederland. Na een gezinsherenigingsprocedure van acht maanden werd hij twee jaar geleden herenigd met zijn vrouw Juliet en hun twee kinderen. Hoe is het voor de Ugandese Juliet om te integreren in Nederland? Vandaag: op reis door Europa.

Niet alle ouders van begin 30 en met twee kleine kinderen komen ermee weg. Maar dankzij behulpzame ouders èn een bezoekende schoonzus kregen we het voor elkaar. Zes dagen door Europa reizen. Juliet en ik alleen op de wereld. We waren weer 20. 
Bijna dan. Iemand van 20 is wat minder geradbraakt na een ritje met de nachtbus van Amsterdam naar Berlijn – waar we op een maandagochtend na ruim tien uur aankwamen. Op Juliet haar lijstje staat niets. Vakantievieren is rustig aan doen. Dat van mij is ook niet zo lang: Muur, Monument en de Brandenburger Tor. 

Thuis een spionagethriller over het Varkensbaai-incident opzetten doe ik ook al een tijdje niet meer – die kijk ik wel een keer op mezelf

Zelfs na negen jaar samen merk je nog vaak je totaal verschillende achtergrond. Wanneer ik langs de Muur loop herinner ik me die avond in 1989 waarop ik met mijn ouders naar de televisie zat te kijken en onder de indruk was van datgene wat ik niet begreep. Ik zie die muur en krijg kippenvel; maar Juliet ziet louter een stuk beton met graffiti erop. In Uganda waren de kinderen in ’89 met heel andere dingen bezig. 

Het is niet erg ofzo, het is zoals het is. Thuis een spionagethriller over het Varkensbaai-incident opzetten doe ik ook al een tijdje niet meer – die kijk ik wel een keer op mezelf. Interesse heeft ze wel, maar het ontbreekt haar aan tijd om er ook nog eens de hele geschiedenis van Europa/Het Westen in te stampen. Op mijn beurt zijn er veel dingen in de geschiedenis van Uganda waarvan ik niet genoeg op de hoogte ben of in ieder geval geen persoonlijke herinnering aan heb. 

In de Tweede Wereldoorlog is ze wat beter thuis, daar wordt in Uganda ook over onderwezen. Zij het iets minder uitvoerig. Na het Holocaustmonument gaan we ijs eten bij de Televisietoren. Met zulk lekker weer urenlang in een museum doorbrengen draagt ook niet echt bij aan het vakantiegevoel.  

Ik moet denken aan een Tanzaniaanse familie die Amsterdam bezocht.  Vier dagen lang zaten ze in een mooi hotel, met flatscreentelevisie waarvan de stroom nooit uit viel en warm water uit de kranen. Het tegenovergestelde van thuis. Na vier dagen werd hen gevraagd wat ze allemaal van Amsterdam gezien hadden. Ze waren het hotel niet uit geweest – en hadden een topvakantie gehad. 

Ze wilde de Indische Oceaan zien om te checken of die echt zout was en kwam terecht in het verkiezingsgeweld waar ik verslag van deed

Gelukkig is Juliet anders. Toen ik haar in 2007 in Kenia ontmoette was ze in haar uppie op reis. Dat doet vrijwel geen enkele Ugandese vrouw. Ze wilde de Indische Oceaan zien om te checken of die echt zout was en kwam terecht in het verkiezingsgeweld waar ik verslag van deed. De rest is history. Juliet is juist wèl ondernemend – zonder dat ze tijdens zo’n trip obsessief elke bezienswaardigheid van de stad gezien wil hebben. 

Na het inhalen van de nodige slaap nemen we de bus naar Praag – waar we een regenachtige en koude dag beleven en we als koeien in de kudde langs een paar toeristische trekpleisters hobbelen. Juliet is vooral onder de indruk van het Tsjechische platteland dat we onderweg zien. “Wat zijn die huisjes allemaal klein een oud! Jullie hebben het in Nederland echt veel beter voor elkaar,” concludeert ze.
 
Weer een dag later arriveren we per bus in Wenen, waar we bij een jeugdvriend verblijven. Er lopen zo weinig zwarte vrouwen op straat dat Juliet degenen die we tegenkomen uitbundig groet. “Hello, my sister”, klinkt het dan enthousiast van beide kanten. Nationaliteiten genoeg, maar multicultureel betekent in Wenen vooral dat er veel mensen vanuit heel Europa bij elkaar zijn. Omdat het Moederdag is krijgt Juliet een rode roos in haar handen gedrukt. Kadootje van de FPÖ, blijkt thuis. 

Je hebt me nu laten zien hoe het moet dus ik ga nog veel meer reizen maken. Doei!

De terugweg gaat iets sneller; in anderhalf uur vliegen we weer terug naar Amsterdam. We hoeven niet eens ons paspoort te laten zien. Een weekend later reizen Juliet en haar zus naar Brussel voor twee dagen terwijl ik thuis op de kinderen pas. “Fijn hoor Europa”, concludeert Juliet. “En goedkoop. Negen euro voor de bus van Amsterdam naar Brussel is goed te doen. Je hebt me nu laten zien hoe het moet dus ik ga nog veel meer reizen maken. Doei!” 

Ik kan niet anders dan heel erg blij zijn. Blij omdat er bij Juliet eindelijk iets van liefde voor Europa aan het ontstaan is.  

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons