Column

‘Ik wil niet zoals mijn moeder worden’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Mijn moeder heeft nooit een vriendje gehad. Haar hand is niet vastgehouden en ze is niet gekust. Niet voor haar huwelijk met mijn vader.

De tienerjaren van mijn moeder bestonden uit school, huiswerk en huiswerk. Schoonmaak- en kooktaken, waarbij haar enige schoonzus haar nauwlettend in de gaten hield. Als ze maar één ding fout deden kreeg zij en haar zussen een oorvijg.

Liefdesbrief
Mijn moeder had ook geen interesse in de liefde. Elke dag liep ze dezelfde route van school terug naar huis, maar heel af en toe moest ze een ander route nemen. Dan stond er een verliefde jongen voor haar neus en drukte een liefdesbrief in haar handen. Met het hart in haar keel rende ze naar de eerstvolgende prullenbak en gooide ze het er zonder aarzelen in.

Weg van de mensen die haar een opleiding niet gunden

“Ben je echt nooit nieuwsgierig geweest, echt nooit?”, vroeg ik. “Tuurlijk”, zei ze dan. “Maar elke hoek van elke straat heeft een bekende. Je moet maar eens betrapt worden met zo’n brief in je handen. Dan had je een probleem.”

Toen er aan mijn moeder werd gevraagd of ze met haar gearrangeerde huwelijk instemde, aarzelde ze ook niet. “Waarom ook niet”, was haar gedachte. Zolang ze uit haar dorp kon vertrekken. Weg van de mensen die haar een opleiding niet gunden. Misschien kon ze wel verder in Nederland. Dat was jammer genoeg, mede door mijn geboorte, niet mogelijk.

Nooit een vriendje
Ik heb nooit een vriendje gehad, althans in mijn tienerjaren niet. Mijn tienerjaren bestonden uit school en huiswerk. Het was mijn droom om geneeskunde te studeren en daar probeerde ik de juiste cijfers voor te halen. Ik had ook geen interesse in de liefde. De jongens op school bekeek ik van een afstand en vond ze niet bij me passen. Af en toe knipoogde er een bovenbouwleerling naar mij, waardoor ik de volgende dag een andere route naar mijn wiskundeklas nam.

Houd het contact maar op een minimum

Mijn moeder vertelde mij van jongs af aan dat ik altijd puur zakelijk moest omgaan met de jongens in mijn omgeving. “Als ze een pen van jou willen lenen, dan mag je best je pen geven. Dat is heel normaal. Je hoeft ze alleen niet diep in de ogen te kijken. En als ze het niet teruggeven, dan hoef je er ook niet naar te vragen. Houd het contact maar op een minimum.”

Toen ik uiteindelijk naar de universiteit ging, opende zich een wereld aan aantrekkelijke studenten voor mij. Ik wist niet hoe ik ermee moest omgaan. Ik heb de liefde en het bijbehorende liefdesverdriet in rap tempo ingehaald.

Wie is het beste voorbeeld?
Mijn zusje heeft nooit een vriendje gehad. Ze is zestien en sinds een aantal jaar vindt ze jongens niet meer stom. Af en toe heeft ze het over sixpacks en zwijmelt ze weg bij het zien van Dean Winchester op tv. Als negen jaar oudere zus bevind ik mij in een constante competitie met onze moeder. Wie kan het beste voorbeeld zijn voor haar? Mijn moeder, die als een degelijke moslima tot haar huwelijk met alles heeft gewacht. Of haar zus, die haar het een ander kan vertellen over mannelijk gedrag.

Word niet zoals je zus

Ik lijk de strijd te winnen, iets waar mijn moeder niet tevreden mee is. “Word niet zoals je zus”, zijn woorden die mijn zusje vaak te horen krijgt. Het is iets waar ik heel boos om word. Ik ben bijna geneigd om, voor competitieve redenen, te zeggen dat zij niet zoals haar moeder moet worden. Ik wil zeggen dat ze niet te jong is om verliefd te worden. Om een hand vast te houden en gekust te worden. Dat het niet iets is om je voor te schamen. Je moet erachter komen wie je bent en op wat voor mensen je valt. Dit ga je niet voor elkaar krijgen door als een 21ste eeuw Rapunzel te wachten op de eerste beste Turkse jongeman die jou meeneemt voor een kopje koffie. Leer ruzie te maken, leer hoe het is om je hart te laten breken. Leer dit, zodat je later niet na een mislukt degelijk huwelijk als jong volwassene een gescheiden vrouw hoeft te zijn.

Geen kwaad
Ze kijkt mij een beetje beschamend aan, terwijl ik dit tegen haar zeg in onze gedeelde kamer in het zomerhuis. “Als hij nog een keer na schooltijd naar de KFC wil, dan zeg je geen nee, oke? Het kan geen kwaad. Ook niet als vrienden, gewoon doen”, zeg ik tegen haar. Ik betrap mezelf op een toon die ik als tiener bij mijn moeder heb gehoord. Lichtelijk forcerend. Mijn zusje bloost en knikt.

Ik wil niet uiteindelijk zoals mijn moeder worden, ook al is mijn boodschap 180 graden anders. Ik zal in sommige opzichten ook nooit zoals mijn moeder zijn. Onze moeder is opgegroeid met het idee dat haar eer altijd op het spel staat. Zij probeert ons hierdoor te beschermen, beschermen van alle kritiek die wij kunnen krijgen van buitenaf. Ze wil het beste voor haar dochters, namelijk een degelijke echtgenoot.

De weg wijzen
De degelijke mannen en vrouwen zoals mijn moeder zijn echter anno 2015 moeilijk te vinden. In plaats daarvan is een wereld vol aantrekkelijke en gelijke individuen voor ons open gegaan. Er zitten mensen bij die ons zullen oordelen en mensen die ons zullen accepteren zoals wij zijn. En zodra mijn zusje klaar is om een stap richting de zoektocht naar liefde te maken, dan zal ik haar de weg wijzen als ze mij nodig heeft.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons