Selma Seddik, een van de oprichters van restaurant Instock, is een van de sprekers op de Impact Day op 9 februari. Wat drijft haar om zich in te zetten voor duurzaamheid, en hoe ziet de toekomst van het restaurant-met-een-doel er volgens haar uit?
Selma Seddik spreekt donderdag 9 februari op Impact Day in Amsterdam, waar koplopers inspiratie geven over innovatie in sociale en duurzame vraagstukken. Lees ook het interview met Onno Dwars.
Wat is Instock precies?
Instock is een restaurant tegen voedselverspilling. We op hebben op dit moment drie locaties: Utrecht, Amsterdam en Den Haag. Dagelijks koken wij met de ‘Oogst van de dag’, dat zijn bijvoorbeeld producten uit de supermarkt die niet meer verkocht kunnen worden maar nog wel goed zijn.
Hoe ben je bij Instock terecht gekomen?
Samen met de andere oprichters heb ik een tijdje gewerkt bij Albert Heijn. Toen we elkaar leerden kennen hebben we met het idee voor Instock meegedaan aan een wedstrijd van Young Ahold, een jaarlijkse innovatiewedstrijd die onder werknemers wordt georganiseerd. Ons idee won en toen zijn we begonnen met een pop-up restaurant in Amsterdam om te kijken of we meer bewustzijn over voedselverspilling konden creëren en of we echt iets met de producten konden doen. Dat was bijna drie jaar geleden, en inmiddels zijn we uitgegroeid tot drie restaurants.
Wat drijft je om je in te zetten voor duurzaamheid?
In Nederland wordt, wanneer je naar de hele keten kijkt, een derde van al ons eten verspild. Dat is ongelooflijk veel en dat vind ik echt heel jammer, zeker als je bedenkt dat er heel veel transport bij is komen kijken en dat er veel land en water voor is gebruikt.
Hoe houden jullie het doel van Instock in ere terwijl de organisatie moet concurreren op de markt?
Geen enkel restaurant in Nederland werkt zoals wij. Ik denk dat veel gasten het bijzonder vinden om bij ons te eten en zich te laten verrassen. Elke avond hebben we drie of vier gangen en ons doel is echt om de sterren van de hemel te koken. Er komen niet alleen mensen die graag bewust willen eten, maar er komen ook veel buurtbewoners: in Utrecht en Amsterdam zitten we immers in een woonwijk. Ons restaurant in Den Haag zit tegenover het parlement, dus echt middenin de stad. Daar hebben we ander publiek.
Hoe zie je de toekomst van Instock voor je?
Op dit moment hebben we niet de ambitie om nieuwe restaurants te openen. We hopen vooral te laten zien hoe leuk en lekker je met restproducten kunt koken, en dat andere restaurants en cateraars dat ook meer gaan doen. De afgelopen paar jaar hebben we met Instock meer dan 200.000 kilo eten gered. Daar zijn we heel trots op, maar het is een druppel op een gloeiende plaat wanneer je kijkt naar voedselverspilling in het algemeen. Wij vinden dat voedselverspilling een probleem is dat je binnen de hele keten moet oplossen, en we denken dat juist de horeca en cateraars in staat zijn daar een goede bijdrage aan te leveren. Daarom gaan we nu horecapartijen de producten aanbieden waar wij ook mee werken: onverkochte groente, fruit en aardappelen die nog helemaal prima zijn. Ook hebben we een superleuke week gehad op de Horecava, de horecabeurs. Daar hebben we laten zien met welke producten wij dagelijks koken. We hebben dat heel tastbaar gemaakt met een marktkraam waarop alle groente en fruit die we gebruiken, lag uitgestald. Mensen kwamen enthousiast op ons af, we merkten dat er veel interesse is. Veel restaurants en cateraars willen graag duurzamer zijn en zo doen we ze een goed idee aan de hand.
