Achtergrond

Er is werkelijk niks, behalve 20.000 vluchtelingen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Jamam, acht uur ’s ochtends, ergens in het verre noorden van Zuid-Sudan, in de Boven-Nijl regio. We wachten op de terreinwagen die ons naar K18 moet brengen. K18 is de aanduiding van één van de plaatsen waar de vluchtelingen zitten, het staat voor het aantal kilometers van de grens naar de locatie.

[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_original”,”fid”:”15672″,”attributes”:{“height”:400,”width”:600,”style”:”height: 167px; width: 250px; float: right;”,”class”:”media-image media-element file-media-original”}}]]Het medische team is al eerder vertrokken, met twee auto’s vol met internationale en (Zuid-)Sudanese medici. Zij zijn op weg om medische zorg te bieden aan meer dan 20.000 vluchtelingen die daar al langer dan een week overnachten, in hartverscheurende omstandigheden. K18 is zo godverlaten dat de Zuid-Sudanezen, die toch wel wat gewend zijn, er niet willen wonen. Het heeft geen naam en dat mag het ook niet hebben, want er is werkelijk niks. Behalve dan die 20.000 vluchtelingen die daar opeengehoopt zitten, uitgeput en uitgedroogd, na weken en soms maanden te hebben gelopen om oorlog en onveiligheid in Sudan te ontvluchten. Ze verhalen van gevechten, van dorpen die afgebrand worden soms met dorpelingen nog in de hutten, van waterbronnen die willens en wetens worden vergiftigd door er dode dieren in te gooien. Kortom, ze hebben recht en reden om de Blauwe Nijlstaat in Sudan te ontvluchten. Meer dan 100.000 zijn hen sinds eind 2011 al voorgegaan. In totaal zijn het er nu meer dan 150.000, in Doro, in Jamam en in plaatsen-zonder-naam zoals K43 en K18. De kampen zijn overvol, hebben vooral te weinig watertoevoer en zijn onvoorbereid op de recente influx van tienduizenden vluchtelingen.

De mensen in K18 zijn er echter zonder twijfel het slechtst aan toe. Twee weken geleden kwamen ze aan in Zuid-Sudan. In uiterst slechte gezondheid. 40.000 verzamelden zich in K43. Maar hier was er geen drupje water te vinden. Ons team vond hen daar. Veel kinderen en ouderen onder hen waren ziek en zwak. Toch moesten ze nog een dag verder lopen, naar K18, waar ons team een beperkte watervoorraad kon oppompen. Tijdens de dramatische toch van K43 naar K18 stierven er een dozijn kinderen, en werden ouderen achtergelaten. Ons toen nog kleine team reisde met hen mee, en probeerde zo goed en kwaad mogelijk te helpen, maar voor sommige vluchtelingen konden ze helaas niets meer doen.

Nu zijn er nog 20.000 in K18. Het is een race tegen de klok om ze vanuit K18 te verhuizen naar andere kampen waar wel voldoende water is. Want het water raakt op, terwijl de vluchtelingen niet snel genoeg naar andere kampen worden gebracht. En nu heeft het vannacht ook nog geregend. Die regen kan pas drinkwater worden als het in de grond zakt en weer opgepompt kan worden. Nu verzamelt het zich nog als ondrinkbare modder in poelen en maakt het de onverharde wegen onbegaanbaar. En dit betekent dat het misschien nog langer duurt voordat de vluchtelingen weg kunnen uit K18.

Lees hier meer over het werk van Artsen zonder Grenzen in Zuid-Sudan.

Foto’s: Louise Roland-Gosselin/MSF

Arjan Hehenkamp (44) is algemeen directeur van Artsen zonder Grenzen. Hij is in de Zuid-Sudanese regio Jamam, waar in de afgelopen weken tienduizenden vluchtelingen zijn aangekomen. De mensen zijn op de vlucht voor gevechten in de Blauwe Nijlstaat in buurland Sudan.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons