Achtergrond

Wat je niet wist over onze 125 miljoen euro voor Syrië

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Gisteren kwamen regeringsleiders uit zestig landen bijeen in Londen voor een grootschalige donorconferentie om geld in te zamelen voor de crisis in Syrië. Het is de vijfde hulpconferentie sinds de Syrische revolutie in 2011 en de nood is hoog. De Verenigde Naties berekenden dat dit jaar bijna 9 miljard dollar nodig is om de slachtoffers in en rondom Syrië te helpen. Een recordbedrag.

De conferentie leverden 11 miljard dollar aan toezeggingen op: 6 miljard dollar voor dit jaar, 5 miljard dollar voor de vier jaren erna. 'Het grootste bedrag dat in één dag is ingezameld voor een humanitaire crisis', twitterde gastheer en Brits premier David Cameron na afloop. 

Maar waar haalt de minister dat geld plots vandaan?

Ook Nederland trok de portemonnee en zei 125 miljoen euro toe. Een deel  hiervan  – 50 miljoen euro – staat netjes in de financiële noodhulpplanning (pdf) van minister Ploumen. Ook tijdens het recente Tweede Kamerdebat over noodhulp bevestigde de minister dat ze 50 miljoen euro wilde inleggen tijdens de conferentie in Londen. Kort na het debat maakte het kabinet in een Kamerbrief (pdf) bekend het bedrag op te hogen met 25 miljoen euro. Volgens haar woordvoerder omdat “bleek dat met name de situatie van veel ontheemden in Syrië dramatisch was”.  Maar waar haalt de minister dat geld plots vandaan?

Alvast uit 2020
Het verrassende antwoord: uit de toekomst. Dat kan omdat hulpgeld volgens internationale afspraken is gekoppeld aan het BNP. Jaarlijks gaat 0,7 procent van het BNP naar ontwikkelingssamenwerking, het budget waaronder het noodhulpgeld valt. Dus hoe meer de economie groeit, hoe meer ontwikkelingsbudget – ook wel bekend als ODA gelden – er is. Op basis van economische berekeningen verwacht Ploumen dat de Nederlandse economie de komende jaren zal groeien en dat er dus meer hulpgeld beschikbaar is.

En daar komt de 25 miljoen euro vandaan: uit de toekomst. Ploumen schuift geld naar voren uit het extra hulpbudget dat ze dénkt dat vrijkomt in de periode 2016-2020. Iets wat staatrechtelijk mag, maar volgens critici simpelweg 'een hypotheek op de toekomst' is.

‘Dubieuze financieringswijze’
Dat er geld bijkomt voor de crisis in Syrië is volgens politiek adviseur Paul van den Berg van hulporganisatie Cordaid “een positief signaal”. Maar de financieringswijze van de minister noemt hij in een telefonisch interview “dubieus”. “Zorg voor een fatsoenlijke dekking. Het is bijna niet uit te leggen waar die middelen vandaan komen”, aldus Van den Berg. Van de toegezegde 75 miljoen euro gaat 12 miljoen naar Syrië via de DRA, de alliantie van hulporganisaties waartoe Cordaid behoort.

En die andere 50 miljoen euro?

Nederland zei tijdens de donorconferentie 125 miljoen euro toe. Daarvan was 50 miljoen euro al begroot in Ploumens planning (pdf) en 25 miljoen euro gereserveerd, zoals aangegeven in de Artikel 100-brief (pdf). Waar de overige 50 miljoen euro vandaan komt is vooralsnog onduidelijk. De woordvoerder van de minister laat per e-mail weten dat dit geld wel uit het ontwikkelingsbudget komt.

Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) laat desgevraagd weten dat hij vindt dat de minister “over haar eigen graf regeert”. “Het kan niet zo zijn dat er gratis geld is. Op basis van de prognose van de BNP-groei kun je zo'n 125 miljoen euro per jaar uitgeven. Dat geld heeft de minister inmiddels flink opgesouppeerd.” 

Ook Rinze Broekema van lobby- en campagneorganisatie ONE twijfelt over de manier waarop minister haar kosten dekt. Desgevraagd zegt Broekema over de telefoon: “Het kabinet had er voor moeten kiezen om het noodhulpbudget binnen de begroting van 2016 op te hogen. Financieel gezien is dit korte termijn denken. Want wat als de economische groei niet doorzet of we in een crisis belanden?” 

Niet eerste keer
Het is niet de eerste keer dat het kabinet goochelt met met de begroting. Vorig jaar maakte Ploumen ook al tweemaal een forse ‘kasschuif’. Reden was toen de hoger uitgevallen kosten van eerstejaars asielopvang in Nederland. Een flink bedrag – 836 miljoen euro – dat zwaar drukte op het afgeslankte ontwikkelingshulpbudget. Want sinds het regeerakkoord wordt er jaarlijks 750 miljoen bezuinigd euro op ontwikkelingssamenwerking, oplopend tot een miljard in 2017. 

Om de kosten voor eerstejaars asielopvang te dekken, kreeg Ploumen een deel van minister Dijselbloem (Financiën). Het overige geld – ruim 400 miljoen euro – bekostigen Ploumen op dezelfde wijze zoals ze nu een deel Syrisch hulpgeld dekt: door toekomstig geld van het hulpbudget tot 2020 naar voren te schuiven.

Critici noemen deze financieringswijze “dubieus” en “een hypotheek op de toekomst”

Krimpend budget
Als gevolg van deze boekhoudtruc voldoet Nederland op papier aan de internationale norm om 0,7 procent van het BNP te besteden aan ontwikkelingshulp. Maar in de praktijk gaat nu zo'n eenvijfde naar de eerstjaars asielopvang in Nederland. Ongeveer 0,5 procent van het BNP gaat naar hulp buíten Nederland. Een percentage dat de komende jaren verder daalt. Want ook al groeit de economie, het extra hulpgeld heeft Ploumen nu al deels uitgegeven. Het Nederlandse ontwikkelingsbudget blijft hierdoor tot aan 2020 – in absolute cijfers – hetzelfde. Het gevolg: het budget slankt procentueel steeds verder af.

"Een zorgelijke ontwikkeling," vindt Broekema. “Dit geld is ook bedoeld voor ontwikkelingssamenwerking. Ploumen geeft nu geld uit van haar opvolgers, terwijl die het ook hard nodig zullen hebben. Want het is niet de verwachting dat we extreme armoede al in 2020 de wereld hebben uitgeholpen.” Ook Voordewind pleit voor extra geld voor noodhulp. “Het kabinet moet extra fondsen vrijmaken en niet steeds naar Ploumen kijken,” aldus het Kamerlid. 

Krappe begroting
Toch lijkt de kans klein dat het kabinet het noodhulpbudget gaat ophogen met 'huidig' geld in plaats van 'toekomstig' geld. In 2014 krikte Ploumen de noodhulppot al flink op met noodhulpfonds van 570 miljoen euro voor de periode 2015-2017. Maar door de opeenstapeling van humanitaire crises wereldwijd raakt inmiddels ook de bodem van die pot in zicht. Reden om geld uit de toekomst naar voren te schuiven, is volgens de woordvoerder van de minister om het speciale noodhulpfonds “niet te zwaar te belasten”.  Want: “Er zijn helaas meer crises in de wereld waar hulp erg dringend nodig is.”

Dat crises wereldwijd het fonds flink hebben uitgeput is evident: er is enkel 75 miljoen euro over voor 2017. Maar extra geld vrijmaken voor hulp doet het kabinet niet meer voor de verkiezingen in 2017. Dat zei de minister de VVD toe tijdens een Tweede Kamerdebat vorige week. “Het is aan nieuw kabinet wat ze willen doen na maart 2017,” aldus Ploumen.

Waar gaat het Syrië-geld heen? 

De extra 25 miljoen euro is specifiek bestemd voor de hulpverlening aan die belegerde gebieden waar WFP en Rode Kruis sinds kort weer toegang hebben. Ook gaat er 12 miljoen euro van de Nederlandse bijdrage naar de Dutch Relief Alliance, de alliantie van Nederlandse hulporganisaties. In totaal zegden de landen 11 miljard dollar toe in Londen voor dit jaar en de vier jaar erna. Daarmee willen de donoren komend jaar een miljoen Syrische kinderen weer naar  school laten gaan. Ook hopen ze in 2018 1,1 miljoen banen te hebben gecreëerd voor Syrische vluchtelingen in buurlanden als Libanon. Dat staat in de slotverklaring van de conferentie. 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons