Achtergrond

Data: hier ging onze noodhulp heen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Nederlandse humanitaire hulp wordt gefinancierd uit het noodhulpbudget. Dat telt dit jaar 217,8 miljoen euro en is nog geen 0,1 procent van de rijksbegroting, het overzicht van inkomsten en uitgaven van alle ministeries voor het hele jaar. Het noodhulppotje valt onder het budget van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, oftewel onder de verantwoordelijk van minister Ploumen. Welk geld kan zij gedurende het jaar uitgeven?

  • Internationale hulp

    Het grootste deel van het noodhulpbudget (73 procent) gaat naar internationale organisaties, zoals het Noodfonds van de Verenigde Naties (VN). Deze organisaties mogen zelf bepalen naar welk rampgebied het geld gaat zodat ze snel en flexibel kunnen handelen. Bovendien houdt het VN-coördinatiebureau voor humanitaire hulp goed bij wie wat krijgt en zorgt het orgaan dat er ook Nederlands geld gaat naar ‘stille’ rampen. Dat zijn de crises die in de media en politiek op de achtergrond verdwijnen, maar waar de humanitaire nood nog altijd hoog is.

  • Chronische crises

    Daarnaast zet Nederland aan het begin van het jaar geld opzij voor crises die al enkele jaren voortduren en waar de humanitaire noden hoog zijn. Dit jaar reserveerde het kabinet 15 miljoen euro, zo’n zeven procent van het noodhulpbudget, voor vijf chronische crises: Zuid-Sudan, Sudan, Democratische Republiek Congo, Jemen en Somalië.

  • Acute rampen

    Nederland trekt ook de portemonnee voor ‘acute crisis’, zoals Ploumen deze turbulente zomer meerdere malen deed. Het potje hiervoor is goed voor één vijfde van het totale noodhulpbudget en is vrij te besteden. Het geld wordt dus door het jaar heen verdeeld over de dringende rampen.

    Het leeuwendeel van dit potje, 21 miljoen euro, ging naar de crisis in Syrië. Ploumen financierden er onder andere de VN wereldvoedselorganisatie en Nederlandse ngo-activiteiten. Vanaf volgend jaar valt het inmiddels al ruim drie en half jaar durende conflict onder het potje ‘chronische crisis’. Dit jaar staat Syrië echter nog bij de acute rampen ingedeeld en drukt het zwaar op het vrij te besteden noodhulpbudget.

    Wegens de crisisvolle zomer heeft Ploumen’s acute noodhulppotje het zwaar te voorduren. Zo zond de minister een vrachtvliegtuig met hulgoederen naar Noord-Irak voor een half miljoen euro gaf ze het Rode Kruis, waarvoor vijf miljoen euro standaard is gereserveerd, onder meer drie ton voor de bestrijding van het ebola-virus in West-Afrika. Tel daarbij op de onopgeloste acute rampen in Zuid-Sudan, Centraal Afrikaanse Republiek en Syrië en er blijft weinig van het acute noodhulpgeld over: 3,4 miljoen euro om precies te zijn.

  • Rampenpreventie

    Tot slot is er iets meer dan één procent van het totale noodhulpbudget, 2,5 miljoen euro, gereserveerd voor een expertteam dat wordt ingeschakeld om buitenlandse overheden goed voor te bereiden op crises en de risico’s in crisisgevoelige gebieden te verminderen.

Prinsjesdag
Het jaar duurt nog lang, maar waarschijnlijk hoeft Ploumen niet te vrezen dat haar potje daadwerkelijk de bodem raakt. Door een nieuwe EU-regel wordt het bruto nationaal product (bnp) sinds september anders berekend, waardoor de Nederlandse economie op papier groeit. Het ontwikkelingsbudget, waartoe het noodhulppotje behoort, is gekoppeld aan het bnp en kan volgens Haagse bronnen van het NRC Handelsblad op 375 miljoen euro extra rekenen. Een deel van deze miljoenen zou zijn bedoeld voor noodhulp en de opvang van vluchtelingen in eigen regio. Op Prinsjesdag, volgende week dinsdag, presenteert het kabinet de Miljoenennota en is er meer duidelijkheid over de toekomst van Ploumen’s potje.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons