De Angolese economie is erg afhankelijk van de inkomsten uit de export van olie. Toen de olieprijzen als gevolg van de internationale oliecrisis daalden besloot de Angolese regering om 800 miljoen euro uit te trekken voor investeringen in de landbouw. Het geld is bestemd voor investeringen in nieuwe irrigatie, betere opslagplaatsen en plattelandswegen.
Foto: Louise Redvers, IPS |
MaïsoverschotMet die kapitaalinjectie geeft de Angolese regering nog altijd minder dan 2 procent van haar middelen uit aan de landbouw, maar toch zijn de eerste resultaten meer dan bemoedigend. Volgens de VN haalden de Angolese boeren in 2009 1,2 miljoen ton maïs binnen, bijna het dubbele van in 2008. Voor het eerst in twee decennia produceerde Angola meer maïs dan het zelf nodig heeft.
Aan het groeicijfer van 29 procent dat de regering in april bekendmaakte, twijfelen sommige experts wel. “Hoe de cijfers zijn berekend is onduidelijk. En zelfs als ze kloppen, is het nog altijd zo dat de Angolese landbouw uit een diep dal komt”, zegt Sergio Calundungo, van de Angolese ontwikkelingsorganisatie ADRA.
Calundungo waarschuwt dat de regering vooral in grote infrastructuurwerken en publiek-private projecten geïnvesteerd heeft. “Die leveren veel op voor een beperkte groep mensen.” Voor programma’s voor kleine boeren was veel minder aandacht. “Als we het gebrek aan voedselzekerheid en de plattelandsarmoede echt willen aanpakken, is er directe steun nodig voor die groep. Zij zijn goed voor meer dan twee derde van de totale landbouwproductie van het land.”
Wist je dat: |
MicrokredietDe regering is het niet eens met de kritiek. “We investeren ook in opleidingen en in andere maatregelen die kleine boeren moeten helpen te ondernemen en hun oogst te verkopen”, zegt Filomena Delgado, staatssecretaris voor plattelandsontwikkeling. Delgado is onder meer trots op een microkredietprogramma van 275 miljoen euro dat de regering samen met private banken heeft opgezet. De leningen moeten kleine en middelgrote boeren de kans bieden zaden, meststoffen en machines te kopen.
Calundungo denkt dat het voor het slagen van het microkredietprogramma goed is als de overheid eerst belangrijke obstakels aanpakt. Zo hebben veel boeren geen identiteitsbewijs en eigendomsaktes en moeten ze grote afstanden afleggen tot de dichtstbijzijnde bank.