Achtergrond

Wie helpt de hulpverleners?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Heimwee, een ernstige psychische problematiek of gewoon ruzie met een collega. Een psycholoog die een oogje in het zeil houdt, wordt steeds normaler binnen hulporganisaties. Kaz de Jong, psycholoog bij de medische hulporganisatie Artsen zonder Grenzen, legt uit waarom.

Kaz de Jong is psycholoog. Foto: Artsen zonder GrenzenKaz de Jong is psycholoog. Foto: Artsen zonder Grenzen

Wat doet een psycholoog bij Artsen zonder Grenzen?
“Samen met een aantal andere psychologen ondersteun ik collega’s bij de uitvoering van hun werk. Ik help hen als ze het moeilijk hebben. Dat varieert van heimwee tot ruzie met een collega tot ernstige psychische problematiek zoals posttraumatische stress stoornissen. Soms geef ik alleen tips, soms behandel ik en af en toe verwijs ik iemand door”.

Hoe ziet jouw baan eruit?
“Samen met een collega bezoek ik vijftien projecten per jaar in landen zoals Pakistan en Jemen. Daar geef ik trainingen stressmanagement aan managers. Centraal staan het omgaan met stressvolle en gevaarlijke situaties en teambuilding. Want het beste is als medewerkers hun hart kunnen luchten bij collega’s. Als je een rotdag hebt gehad omdat drie pasgeboren baby’s zijn overleden in je kliniek en een collega aanbiedt om even een rondje te lopen, hoeven ze mij niet te bellen.”

Werk je ook in Nederland?
“Als ik niet op reis ben, zit ik op het hoofdkantoor in Amsterdam. Daar houd ik de 24-uurslijn in de gaten. Op dat nummer kunnen collega’s ons altijd bellen. Sowieso spreken we iedereen die terug komt na een missie. Ze kunnen dan hun boosheid, onbegrip en twijfels kwijt. Het doel is dat ze weer snel goed kunnen functioneren. Zowel privé als in hun werk.”

Waar krijgen je collega’s zoal mee te maken?
“Met grote mensenrechtenschendingen. Verkrachte vrouwen, kinderen met kogelwonden. Onze mensen kunnen niets doen om dat te voorkomen. Dat maakt machteloos en woedend. En vergeet de oorlogssituaties niet. Schietincidenten, nachtelijke overvallen, bombardementen. ‘Boem, boem, boem’ hoor je in de verte en je vraagt je af of je zelf wel veilig bent. Dat geeft een hoop stress kan ik je vertellen”.

[[nid:40794]]

Welke problemen vallen het meest op?
“Sommige mensen putten zichzelf compleet uit. Stel je hebt er al tien uur opzitten, hebt te weinig gedronken en niet gegeten. Dan zit je er fysiek doorheen, maar staan er nog veertig patiënten op jouw behandeling te wachten. Als je dan je nog drie uur doortrekt, ben je kapot, maar heb je wel veertig extra mensen geholpen. Die drive zit er bij sommigen sterk in, terwijl die extra mile je teveel kan worden. Dan loop je tegen de lamp. Ik probeer hen te leren afstand te nemen van het werk, prioriteiten te stellen en ook tevreden te zijn met minder”.

Psychologische nazorg is bij Artsen zonder Grenzen onderdeel van elke missie. Waarom?
“Na een missie hebben veel hulpverleners het gevoel dat familie en vrienden hen niet meer begrijpen. Ze missen de klik die er eerst wel was. Maar die klik ontstaat omdat je dingen samen beleeft en dezelfde wereld deelt. Als dat ‘gezamenlijk beleven’ wegvalt, kan er onbegrip ontstaan. Wij leren dat het je eigen verantwoordelijkheid is om dit te herstellen. Jij kiest voor deze baan. Je kan niet van het thuisfront verwachten dat ze de juiste vragen stellen of snappen wat jij hebt meegemaakt. Richt je bijvoorbeeld op jullie gemeenschappelijke interesses. Ga wandelen met die ene vriendin of organiseer een spelletjesavond met je familie. Werk aan nieuwe gezamenlijke belevingen”.

Sommige mensen putten zichzelf compleet uit

Wat vind je zelf het moeilijkst aan dit werk?
“Het is ingewikkeld om teams te ondersteunen die zich in hele complexe situaties bevinden. Bijvoorbeeld niet lang geleden in Zuid-Sudan, waar massief geweld plaatsvond. De cijfers druppelden binnen: 30 verkrachtingen, 25 doden, twee nationale medewerkers mishandeld en gevlucht. Ons team zat binnen de muren van hun compound en kon helemaal niets doen. Terwijl ze zich realiseren hoe zinvol ze zouden kunnen zijn. Die machteloosheid is zó invoelbaar. Dat is zwaar.”

Hoe houd je het werk vol?
“Omdat ik geloof in het werk dat ik doe. Dat leerde ik tijdens mijn eerste missie in Joegoslavië in de jaren negentig. Destijds dacht men dat je niet kon doen aan posttraumatische stress in oorlogssituaties. Ik wilde bewijzen dat het wel kon. In Sarajevo ontmoette ik een oude man, ooit een boer met een kleine lap grond in Servië die was gevlucht door de mijnenvelden. Zijn zoon, dochter en kleinkinderen waren vermoord en zijn huis was in de brand gestoken.

Dus ik vroeg hem: ‘waarom leeft u nog?’

Ik zat tegenover hem en kon maar één vraag bedenken: Hij heeft helemaal niets meer. Wat houdt deze man in godsnaam in leven? Dus ik vroeg hem: ‘waarom leeft u nog?’ Vervolgens vertelt hij me een uur lang waarom hij ’s ochtends opstaat. Over de kinderen waar hij soms op past. Over de soep die de buurvrouw voor hem maakt. Kleine dingen. Toen wist ik: dit is hulpverlening. Zonder te ontkennen dat er een probleem is, je richten op dat wat er wél is.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons