Achtergrond

We mogen weer praten over slavernij

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Slavernij zat als studie jarenlang in het verdomhoekje: ‘Je moest vooral niet doen alsof slavernij belangrijk was.’ Inmiddels heeft het zijn weg naar het onderzoek én het maatschappelijk debat gevonden. Mensen zwichten voor de grotendeels 'slavenvrije' chocolade van Tony's Chocolonely en in Leiden is onlangs de Leiden Slavery Studies Association opgericht. We spraken met mede-oprichter Karwan Fatah-Black, onderzoeker aan Universiteit Leiden.

Slavernij wordt omschreven als onvrije arbeid, waarvan het resultaat geheel of gedeeltelijk moet worden afgestaan en waarbij de werker lijfelijk eigendom is van de meester. In 1890 werd in Brussel een verdrag gesloten waarbij slavernij en slavenhandel tot misdrijven tegen de mensheid werden verklaard. In 1920 werd door het internationaal Verdrag tegen slavernij elke vorm van slavernij verboden. Schattingen over het huidige aantal slaven lopen erg uiteen, de International Labour Organization (ILO) schat dit aantal op zo’n 21 miljoen.

Waarom is de Leiden Slavery Studies Association opgericht?
“De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat er heel veel mensen binnen het Instituut voor Geschiedenis onderzoek doen naar onderwerpen die gerelateerd zijn aan slavernij. We wilden het gesprek hierover eigenlijk met meer mensen voeren dan met alleen historici. Daaruit kwam het idee om een onderzoeksorganisatie op te zetten van waaruit we lezingen geven, onderwijs verzorgen en samen onderzoeksplannen maken. Het is toen eigenlijk veel sneller gaan rollen dan we eerst dachten. Er zijn nu mensen bezig met het opzetten van een tijdschrift over Global Slavery Studies en ook komt er een boekenreeks. Daarnaast zijn we vorig jaar gestart met een hoorcollegereeks.” 

Mensen zijn steeds meer bezig met wat ze consumeren en vragen zich af hoe iets geproduceerd is

Hoe komt het dat dit onderwerp nu zo speelt?
“In 2013 was 150 jaar geleden dat de slavernij in Nederland werd afgeschaft. De mensen die zich zorgen maakten over racisme in Nederland en de manier waarop koloniale denkbeelden doorleven in onze denkpatronen, hebben dat moment aangegrepen om slavernij weer op de kaart zetten. Dat is goed gelukt. Er zijn veel tentoonstellingen over slavernij geweest in bijvoorbeeld het Amsterdam Museum en het Scheepvaartmuseum. Er waren toneelstukken en er kwamen nieuwe monumenten ter nagedachtenis van de slavernij, zoals in Rotterdam. 

Ook zijn mensen steeds meer bezig met wat ze consumeren en vragen ze zich af hoe iets geproduceerd is. Dit komt vooral door de aandacht voor meerdere rampen in naaiateliers in Bangladesh. Die lieten zo duidelijk zien dat het niet alleen om slechte werkomstandigheden gaat, maar dat ook dwang en onzekerheid van arbeiders centraal staan in productieketens.”

Hoe verschilt traditionele slavernij van moderne vormen van slavernij?
“Het grote verschil met trans-Atlantische slavernij is de schaal van slavenhandel. Slavenhandel was een enorm systeem opgezet met allemaal forten langs de Afrikaanse kust waar slaven naartoe werden gebracht. Dit gebeurde  met goedkeuring van de overheid of werd zelfs door de overheid georganiseerd. Dat is nu wel anders. Er is nu geen directe goedkeuring van de overheid en geen openlijke, grootschalige handel.”  

We hebben maar één merk chocolade dat probeert slavenvrij te zijn, dat zegt iets over alle andere merken

Draagt Nederland bij aan het voortbestaan van slavernij?
“Ja, we investeren in economieën waarvan we weten dat er op een onvrije manier wordt gehandeld. Er zijn ook genoeg Nederlandse bedrijven waarvan we wel weten dat er slaven betrokken zijn bij het productieproces. We hebben maar één merk chocolade dat probeert slavenvrij te zijn, dat zegt iets over alle andere merken. Het is niet zo dat de productie ver weg gebeurt door mensen overzee waar we verder niks mee hebben. Nee, het zijn onze bedrijven.”

En kan je het consumenten ook aanrekenen dat moderne slavernij bestaat?
“Ja, maar als consument heb je heel weinig macht. Als consument kan je niet zien wat er in het productieproces gebeurt. De enigen die dat in feiten kunnen zien zijn de mensen die direct bij het productieproces betrokken zijn, waaronder de slaven. Het moment van controle is bij de productie, dan weet je echt zeker of het product slavenvrij is.” 

Een democratische economie is een voorwaarde voor het ontslaven van productie

Welke stappen moeten er genomen worden om een slavenvrije wereld te krijgen?
“Uiteindelijk gaat slavernij ook over macht en maakt het machtige mensen nog machtiger. We hebben wel een politieke democratie, maar we hebben eigenlijk weinig echte controle over de economie. Zolang er grote concentraties van economische macht bestaan waar geen democratische controle over bestaat en waar bedrijven dus mensen kunnen opleggen wat ze willen, komen we daar niet uit. Een democratische economie is een voorwaarde voor het ontslaven van productie. Op het moment dat slavenhouders niet meer machtig genoeg zijn om hun belangen veilig te stellen en ze niet meer in staat zijn om het werk afgeschermd van alles en iedereen te doen kan er iets veranderen’.

Karwan Fatah-Black is onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Momenteel doet hij onderzoek naar de wegen die mensen in de 18e en 19e eeuw door slavernij bewandelden en hoe zij uit de slavernij konden komen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons