De meeste mensen van mijn bubbel zijn van een koude kermis thuisgekomen.
Ik hoor ook niet in het doelgroep van het CDA. Ik heb amper iets voorbij zien komen van partijen zoals PVV, GeenPeil, Forum voor Democratie en VNL. Wel veel over DENK, waar mijn beide ouders op hebben gestemd, maar ook dat kon ik makkelijk blokkeren. Alles leek zo fijn in mijn bubbel. Om de zoveel dagen zag ik een foto van Sylvana Simons bij een gaaf event, las ik Buzzfeed artikelen waar Jesse Klaver werd vergeleken met Trudeau en zag ik al mijn ex-collega’s van de SP hard campagne voeren op twitter. Het zorgde ervoor dat ik ontspannen naar een stembureau ging en mijn stem uitbracht op een linkse partij. De meeste mensen van mijn bubbel zijn echter van een koude kermis thuisgekomen.
Wereldstad Londen
Begin deze maand liep ik rond in Londen, een wereldstad. Terwijl ik mij langs verschillende metrolijnen door de stad bewoog, realiseerde ik mij ook hoe klein mijn bubbel is. Mijn Amsterdamse bubbel is even groot als een Londens district en er zijn geen metrolijnen naar andere gebieden. Mijn bubbel is alsnog prima zoals-ie is. We zien elkaar door de bubbels heen, maar we ervaren elkaar jammer genoeg niet. Hoe transparant we ook naar elkaar toe zijn, de onzichtbare grenzen blijven bestaan. Je bubbel doorprikken is beangstigend. We willen niet blootgesteld worden aan de problemen en zorgen van anderen. We willen ons niet inleven in andermans problematiek.
Binnenkort hebben we een landsbestuur zonder zwarte Kamerleden en maar een beperkt aantal met een biculturele achtergrond. Het wordt een bubbel van mensen die ons moeten vertegenwoordigen, maar die niet in onze bubbel leven. We weten al hoe dat zal uitpakken, een termijn van halve moties en halve beloftes die teniet worden gedaan door het sentiment en de media die het sentiment voeden. “Hoe kunnen ze nou op die partij stemmen?” is een naïeve vraag. Het is te laat om ons dat af te vragen. Dat hadden we voor de verkiezingen moeten doen.