Achtergrond

Dit gebeurt er als je politie, journalisten en jongeren uit de Schilderswijk bij elkaar brengt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Sommige mensen krijgen te veel platform, en andere te weinig. Dat was mijn conclusie na een avond in Nieuwspoort. De Nieuwspoortcode gold tijdens die bijeenkomst niet, dus ik kan prima vertellen met wie ik daar was en wat we bespraken.

We waren met een gezelschap van drie journalisten, vijf politie-agenten en een stuk of twintig jongeren (16-30 jaar) uit de Schilderswijk, biens étonnés de se trouver ensemble, op uitnodiging van IDEA NL. Er was geen podium, er was geen hiërarchie, we gingen gewoon met elkaar in gesprek. Het werd een van de leerzaamste avonden van de afgelopen tijd.

Leermoment #1: check de feiten. En nog een keer

The devil is in the detail. In dit post-truth-tijdperk blijken zelfs feiten waarop je feilloos dacht te kunnen vertrouwen, geen feit. Waar je in kranten of op tv de naam Schilderswijk hoort, kan het net zo goed om het naburige Transvaalkwartier gaan. “Die naam zegt niemand wat”, zei een van de agenten. “Dus noemen de media het gewoon Schilderswijk.”

Leermoment #2: een individu wil niet de groep zijn

Hoe het is om je te moeten verdedigen als pars pro toto voor de groep waartoe je behoort. Mijn twee collega’s (allebei Afrika-journalisten met ruime ervaring op dat continent, maar net zomin als ik on-the-ground in Den Haag) en ik kregen het behoorlijk te verduren als de verpersoonlijking van ‘DE MEDIA’. Een spervuur aan vragen kwam op ons af. Waarom schrijven we altijd negatief over De Schilderswijk (of was het nou Transvaalkwartier)? Is dat doelbewust of desinteresse? Waarom verdiepen we ons er niet in? En waarom spreken we onze collega’s er niet op aan als ze de fout in gaan? En hoe hebben we het in godsnaam in ons hoofd gehaald om ‘treitervlogger’ Ismail Ilgun een baan aan te bieden bij de meest gelezen krant van Nederland?

Joseph Seh mediapresentatie IDEA Nieuwspoort

Leermoment #3: niemand wil negatief in beeld

Ook agenten voelen zich persoonlijk geraakt door negatieve beeldvorming en dat kan om de kleinste dingen gaan. “Waarom lees je in de Telegraaf de kop ‘Agent berooft bejaarde vrouw’?”, vroeg een agent mij. “Terwijl er in het artikel staat dat het om een als agent verklede dief ging?” Minstens zo erg als dat hun eigen beroepsgroep in kwaad daglicht wordt gesteld, vinden ze het als ‘hun’ wijk eenzijdig in beeld komt. Verontwaardigd klinkt het achter uit de zaal: “Wanneer ouders en buurtgenoten op straat patrouilleren om rellen te de-escaleren, schrijven de media over ‘salafistische ordetroepen’. In welke andere buurt vind je zo veel vrijwilligers die zelfs ’s nachts meehelpen!”  

Leermoment #4: grote kloof

(Wat ik eigenlijk wel wist, maar wat hier n=20 bewezen werd): er is een grote kloof, om niet te zeggen onoverbrugbaar gapend gat, tussen de traditionele, gevestigde en gerenommeerde nieuwsmedia en deze diverse, jonge doelgroep. Aan de ene kant is er wantrouwen op basis van de berichtgeving die niet strookt met hun eigen werkelijkheid, tegelijkertijd is er het gevoel er nooit bij te kunnen horen, al zou je het willen. “Als je een opiniestuk of lezersbrief stuurt, wordt die toch niet geplaatst”, zei een jonge vrouw.

Mijn constructieve reflex op zo’n avond is om in de oplossingsmodus te schieten.

Oplossing #1: word lid

Neem een abonnement op een krant, tijdschrift, online platform, maakt niet uit, zolang het maar journalistiek is. Want uiteindelijk wordt onafhankelijke, kwalitatieve journalistiek het beste gewaarborgd door lezers die daarvoor bereid zijn te betalen. En dan kunnen redacties zich ook niet meer beroepen op het excuus 'we moeten bezuinigen' als je ze vraagt waarom ze niet meer jong, divers journalistiek talent aannemen. Juist dat talent zou de kloof tussen redactie en beoogde lezer kunnen dichten.

Als elke 18-plusser in Nederland elke maand een euro zou uitgeven aan een journalistieke titel naar keuze, dan kan de journalistiek doen waarvoor ze bestaat: de macht controleren (en oké, hot-off-the-press bekendmaken welke Topper nu weer de andere Toppers met slaande ruzie verlaten heeft en speculeren wie de nieuwe Topper is).

Deze oplossing stokte toen een oudere heer meldde dat hij al decennia een abonnement had op kwaliteitskrant The New York Times en een millennial vervolgens riep: ‘Wie zegt dat dat een goede krant is?’.

Oplossing #2: doe het zelf

If you can’t join them, beat them. Voel je je niet gehoord, of niet serieus genomen door de mainstream media, dan begin je gewoon je eigen nieuwsmedium of online platform, voor je eigen achterban. Jij weet wat zij willen weten, wat belangrijk is voor hen. Zo’n platform kun je beginnen op papier, zoals de Poezenkrant dat al sinds 1974 doet, met een vaste schare fans. Of Argus, de nieuwe opiniekrant van oud-VN-hoofdredacteur Rudie Kagie die elk verdienmodel tart. Het kan ook online via podcasts, zoals Dipsaus dat doet. En kijk naar OneWorld-columnist Hadjar Benmiloud. Zij richtte amper een jaar geleden vileine.com op, en zat vorige week in Buitenhof tegenover minister Jet Bussemaker.    

Toch nog even naar GeenStijl

En dan toch nog even een uitstapje naar GeenStijl. Ja, GeenStijl is ook een platform. En ja, Geen Stijl geeft stem aan een onderstroom die ook gehoord moet worden om Nederland anno nu te begrijpen. En ook ja, ze waren misschien wel de eerste die begreep dat gelijkwaardige interactie met je achterban van cruciaal is voor je bestaansrecht. Ze gaven er zelfs een erenaam aan: Reaguurders. Een mogelijkheid die de traditionele media te lang over het hoofd hebben gezien, waardoor ze de aansluiting met een jongere generatie gemist hebben. Zoals de jonge vrouw naast mij verwoordde: mijn brief voldoet toch niet aan de publicatiestandaarden van de krant. Terwijl bij GeenStijl de lezer letterlijk wordt uitgenodigd om het 'grappigste' (i.e. meest seksistische of racistische) jongetje van de klas te zijn en er geen ondergrenzen lijken gehanteerd te worden.

Die Reaguurders realiseren zich niet dat zij zelf de clickbait zijn

Die Reaguurders realiseren zich alleen niet dat zij zelf de clickbait zijn. Zij zouden eigenlijk betaald moeten worden voor hun verbale diensten. Ze proberen het verst te plassen en lokken zo weer andere Reaguurders en guilty pleasure-gluurders, die vervolgens klikken op de advertenties van Efteling of ANWB voor een fijne korting. Is dat journalistiek? Is dat de macht controleren? Is dat een stem geven aan mensen die elders niet gehoord worden?

Nieuwspoort IDEA NL

Ik weet niet of de avond net zo is blijven hangen bij de andere deelnemers als bij mij. En wat het verder met ze doet. Een abonnement op The New York Times wordt het waarschijnlijk niet, maar ik hoop dat er tenminste één iemand gaat wijkkranten, bloggen, vloggen, instagrammen of snapchatten.

Want ik kon na deze avond alleen maar concluderen: sommige mensen krijgen te veel platform, en andere te weinig. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons