Achtergrond

Tolerantie: ‘voorleven’ is beter dan voorschrijven

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Daar is vrijwel iedereen voor. In concrete situaties wordt het echter lastiger: hoe ben je tolerant tegenover weigerambtenaren of tegen protesteerders bij een AZC? Intolerantie blijkt veel makkelijker om te mobiliseren, maar tolerantie is aan te leren, zo stelt Marjoka van Doorn.

Zij promoveert op 8 maart 2016 aan de Vrije Universiteit Amsterdam met het proefschrift ‘Toestaan met tegenzin: het beoefenen en bevorderen van tolerantie’.

Hoe definieer je tolerantie?
Marjoka van Doorn: “Tolerantie heb ik pas op het einde van mijn promotieonderzoek gedefinieerd: “iets toestaan waar je eigenlijk op tegen bent”. Vandaar de titel van mijn proefschrift: ‘toestaan met tegenzin’.

Hoe kwam je bij dit onderwerp?
Ik deed eerst onderzoek naar de radicalisering van moslims, maar dit voelde toch niet helemaal in lijn met mijn ervaringen. Ik had voor mijn promotie les gegeven  over sociale vaardigheden op een middelbare school. De overheid stelt  scholen verplicht aandacht te besteden aan burgerschap en sociale integratie, en het bevorderen van tolerantie staat hoog op de agenda. Echter, de praktijk bleek toch weerbarstiger, merkte ik op scholen. Onder de ‘abstracte’ laag van burgerschap, rechten en tolerantie zaten stroeve punten als het concreet werd. Daar wilde ik mijn promotie over doen in de sociale wetenschappen. Ik ben sociaal psycholoog, dus altijd vooral geïnteresseerd in wat er feitelijk tussen mensen gebeurt.

Hoe ben je toen te werk gegaan?
Eigenlijk ben ik direct weer terug gegaan naar de middelbare scholen. Voor een stichting onderzocht ik hoe het bevorderen van verdraagzaamheid in zijn werk gaat op drie middelbare scholen met verschillende levensvisies. Daar bleek dat het vooral interessant is of en hoe tolerantie wordt bevorderd. Ik heb gesproken met de schooldirecteuren, docenten en groepjes leerlingen. Bij de analyse lette ik er vooral op waar het ‘schuurt’: hoe gaan docenten voor wie tolerantie ontzettend belangrijk is, om met intolerante opvattingen van leerlingen? 

Uiteindelijk kwam je toch weer terecht op het onderwerp moslims..
Ja, dat was helemaal niet de bedoeling, nadat ik juist van het onderwerp moslims en radicalisering ben afgestapt. Wat ik merkte was dat er toch het meest intolerantie over dit onderwerp bestaat. Kijk, volgens mij is een enorm ruime meerderheid, rond de 98 procent, voorstander van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Maar als je dan gaat doorvragen naar concrete onderwerpen blijkt er toch al snel intolerantie. Zo vindt bijna niemand het erg als iemand met hoofddoek op het werk komt. Maar halal eten op het kinderdagverblijf dat gaat velen veel te ver: “dan legt de minderheid dingen op aan de meerderheid” zo stelde iemand tijdens de interviews.

Het mobiliseren van mensen is makkelijker als ze ergens intolerant in staan

 

Wat werd er nog niet zo gemeten met tolerantie?
Het onderwerp is uitgebreid onderzocht, maar vaak blijft het in abstracte termen hangen. Ik merkte dat als je het ging hebben over concrete situaties er toch wel behoorlijk wat intolerantie onder de oppervlakte leeft. Neem bijvoorbeeld de discussie rond de weigerambtenaren. Iedereen is voor vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting, maar hier wordt het concreet. Kun je accepteren, met tegenzin, dat je een homostel trouwt als je vanuit je geloof grote twijfels hebt bij een homohuwelijk? Of kun je met tegenzin accepteren dat een ambtenaar dit weigert?

Je zegt in je proefschrift dat intolerantie makkelijker tot actie mobiliseert dan tolerantie. De oproep #kominverzet van Geert Wilders werkt dus?
Mensen komen eerder in actie voor een intolerant doel dus dit werkt waarschijnlijk wel. Het mobiliseren van mensen is makkelijker als ze ergens intolerant in staan dan als je er tolerant over bent. 

Paradox van vrijwillige acceptatie

Als mensen het gevoel hebben dat ze worden gedwongen hun mening bij te stellen of hun gedrag te veranderen, neemt de kans af dat ze dat daadwerkelijk zullen doen. Dit is de paradox van vrijwillige acceptatie. Een centraal dilemma voor iedereen die probeert tolerantie te bevorderen volgens Marjoka van Doorn. Toch geldt volgens haar ook hier: ‘voorleven werkt beter dan voorschrijven’

Hoe zouden ‘tolerante’ mensen hier dan wel mee om moeten gaan, bijvoorbeeld in het recente voorbeeld van protest tegen AZCs?
De kunst is toch om te kijken wat hieronder ligt bij deze in hun ogen ‘intolerante’ mensen. Wat blijkt is dat degenen die zogenaamd ‘tolerant’ zijn over opvang van vluchtelingen ook ‘intolerant’ omgaan met de zorgen van de mensen die tegen AZCs zijn. Nu worden die, vaak niet geheel onterechte zorgen, makkelijk weggezet. Je moet met elkaar in gesprek: wat zijn de problemen die je ervaart? Hoe kunnen we die oplossen?   

Het is volgens je onderzoek voor tolerantie of intolerantie heel belangrijk wat de ‘groep’ vindt. Mensen gaan toch juist in veel verschillende groepen om?
Dat valt toch wel tegen. Mensen zoeken iets gemeenschappelijks. Hoger opgeleiden gaan om met hoger opgeleiden en lager opgeleiden met lager opgeleiden. Dat is me echt opgevallen tijdens dit onderzoek. Ondanks het opheffen van de verzuiling zijn er nog enorme scheidslijnen, ook naar religie. Dit is dus van alle tijden en zorgt voor vooroordelen en wij-zij denken.
 

Ondanks het opheffen van de verzuiling zijn er nog enorme scheidslijnen, ook naar religie

 

Wat merkte je zelf eigenlijk van je eigen tolerantie tijdens het onderzoek?
Als wetenschapper moet je objectief blijven en als sociale wetenschapper is het erg lastig om je eigen voorkeuren uit te schakelen. Juist je eigen visie op het leven bepaalt wat je wel en niet acceptabel vindt, dat is altijd subjectief. Tijdens de interviews hoor je ook dingen die je  tegenstaan. Je hoort weerstand over moslims of homo's die je zelf niet hebt of denkt te hebben. Ik denk niet dat ik het zelf heel anders zou doen op scholen in vergelijking met voor mijn promotie. Ik zou blijven sturen op een gesprek, op discussie. Het is belangrijk dat meningen worden gegeven, ook de meningen waar je zelf misschien van schrikt. Die meningen wel toestaan, discussie tussen leerlingen aanmoedigen is de beste manier om tolerantie te leren.

Tot slot: hoe kun je tolerantie nu het best bevorderen?
Mensen wier opvatting of gedrag ter discussie staan moeten worden betrokken bij de beslissing te veranderen. Het heeft niet zoveel zin om te zeggen: jullie moeten toleranter worden. Alleen de bij voorbaat al redelijk tolerante mensen op een concreet onderwerp zullen hiernaar luisteren. Groepsnormen spelen een belangrijke rol in het bevorderen van tolerantie. Elke verandering van ongewenste opvattingen of gedrag moet gezien worden als verandering in groepscultuur. Dit gaat ook echt om gedrag. Het is heel belangrijk dat tolerantie wordt ‘voorgeleefd’ en niet alleen maar ‘voorgeschreven’.

Marjoka van Doorn promoveert op 8 maart aan de Vrije Universiteit Amsterdam op basis van haar proefschrift ‘toestaan met tegenzin: het beoefenen en bevorderen van tolerantie’

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons