Pompen en verzuipen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Foto Evelijne Bruning

Foto: Sjors Beens

Maar nu woon en werk ik alweer jaren in Nederland. Mij hoorde je dus nooit mopperen dat we met elkaar zo verschrikkelijk veel CO2 uitstoten dat de Noordzee zo langzamerhand aan koraalvorming begint te denken. Maar ook ik kan er niet meer omheen fietsen: de samenhang tussen klimaat en ontwikkeling is, zo heb ik me door ingewijden laten vertellen, het belangrijkste vraagstuk van deze eeuw.

UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, stelt in haar nieuwste Human Development Report dat het nog niet te laat is om te voorkomen dat de temperatuur deze eeuw niet meer dan 2 graden stijgt. Dat was even slikken, want mij lijkt het wel wat, een subtropisch polderklimaat. Lekker een weekeindje papagaaien spotten op Schier. Of verse vijgen uit eigen tuin in februari.


Eigen bijdrage

Als u kúnt betalen voor Vice Versa, zou u dat dan alstublieft ook willen doen? Vice Versa gaat het komende jaar… Lees verder >>>

Helaas. Want we zijn niet alleen. En de gevolgen van een grotere temperatuurstijging zijn domweg niet evenredig verdeeld. Wij kunnen de miljarden die er nodig zijn voor onze dijken en onze uitgebreide verzekeringspolissen best betalen. Wij kunnen prima pompen.


Maar de armen betalen onze rekening. Zij verzuipen – letterlijk. Of moeten juist uren per dag langer lopen om drinkbaar water te halen. Er is geen vangnet. Dus als er een ramp toeslaat, dan worden de laatste schaarse bezittingen verkocht. Dan is er nóg minder te eten en raken kleine kinderen structureel ondervoed. Of worden van school gehaald. Juist de meest kwetsbare huishoudens, die zelf niet of nauwelijks bijdragen aan de oorzaak van de klimaatverandering, worden opgezadeld met de consequenties van onze consumptieve keuzes.


UNDP roept daarom de rijke landen, die immers de grootste vervuilers zijn, op om te betalen. Het Human Development Report berekende dat er bovenop de 0,7 procent van het Bruto Nationaal Product, die de rijke landen eigenlijk zouden moeten uittrekken voor ontwikkelingshulp, nog eens een extra 0,2 procent BNP besteed moet worden aan het terugbrengen van de wereldwijde CO2-uitstoot ('mitigatie') én aan het zo goed mogelijk aanpassen van álle landen op de gevolgen van de klimaatverandering ('adaptatie'). Dat is, stellen zij, niet meer dan één tiende van de huidige wereldwijde defensie-uitgaven.


Voor al onze lezers die er deze week niet bij zijn op de milieutop in Bali, leggen we verderop in Vice Versa uit hoe het ook alweer zit met de voor- en de tegenstanders van mitigatie. En wat we nú al doen op dit gebied. Helaas is dat dus nog lang niet genoeg. Want ook hier staat Nederland niet alleen. Van de volgens UNDP benodigde 86 miljard per jaar is nu internationaal maar 26 miljoen beschikbaar. Dat is ongeveer evenveel als Groot Brittannië in een week uitgeeft aan haar waterkering in de Thames.


Er is méér draagvlak nodig, méér geld, en vooral, meer internationale samenwerking. Nu nog de politieke wil om dat voor elkaar te krijgen. Ik hoop, met u, dat de Nederlandse delegatie op Bali ook werkelijk de durf en het leiderschap zal tonen die passen bij een land dat nummer 1 staat op de lijst van landen met het 'meest ontwikkelingsvriendelijke beleid'. Hup, Holland, hup!

 

Evelijne Bruning

Hoofdredacteur Vice Versa

evelijne@viceversaonline.nl

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons