Achtergrond

Wij kijken ten onrechte neer op de Afrikaanse onderzoeksjournalist

Op de wereldranglijst voor persvrijheid staat Nederland ruim honderd plaatsen hoger dan Nigeria. Zijn Nederlandse onderzoeksjournalisten dan ook beter in hun vak? Dat nemen we automatisch aan, merkt OneWorlds Sanne Terlingen. En daarmee zien we over het hoofd waar onderzoeksjournalistiek echt om draait: het opdiepen van de waarheid.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een rechthoekig zaaltje met whiteboard, beamer, kladblokjes, pen en wificode. Alleen aan het blauwe tafelkleed met Afrikaanse print is te zien dat we ons op een geheime locatie ergens in Nigeria bevinden. Voor het bord staat media-advocaat Sammy.

“Wanneer mag je als journalist undercover gaan?”, vraagt hij.
“Als het in het publiek belang is”, antwoordt een 30-jarige radiojournaliste. “Dus niet als je je man wilt betrappen op vreemdgaan.”
“Maar wel als een minister vreemdgaat, en zijn hotel en etentjes betaalt uit de staatskas”, vult Sammy aan. “Al zal de minister dan heel hard roepen dat jouw onthulling niet in het publieke belang is. In dat geval klop je bij mij aan.”

Ik ben hier op uitnodiging van de Ghanese onderzoeksjournalist Anas Aremeyaw Anas. Hij bedacht het bootcamp ‘Nigeria Investigates’, gebaseerd op zijn eigen Al Jazeera-serie Africa Investigates. Een groep van 22 Nigeriaanse journalisten wordt bijgebracht ‘how to name, shame and jail the corrupt’. Anas, Sammy en ik scherpen hun onderzoeksplannen aan. Idris Akinbajo, chef onderzoek van de Nigeriaanse Premium Times, is aangeschoven om ons de Nigeriaanse context uit te leggen. Een Ghanese video-editor helpt met het uitdenken van de filmbeelden. En dan zijn er ook nog twee journalisten van de BBC. “Maar die heb ik niet uitgenodigd”, zegt Anas. “Die willen hier talent scouten. Prima, maar dan moeten ze wel meehelpen.”

“Ontmoet me in het steegje”

Ik leerde Anas in 2012 kennen, toen ik onderzoek deed naar kindersekstoerisme in Ghana. Een Ghanees meisje had aangifte gedaan tegen een Limburgse multimiljonair. Klein bier voor een onderzoeksjournalist van Anas’ kaliber. Vijf jaar eerder ging hij undercover als schoonmaker in een van Ghana’s grootste bordelen, om te onthullen hoe de eigenaar minderjarige meisjes dwong tot seks. Ook infiltreerde hij in een internationaal mensenhandelnetwerk, redde hij zeventien meisjes, en legde hij een getuigenis af in de rechtbank. Tientallen betrokkenen – van een politicus tot corrupte douanebeambten – verdwenen achter de tralies.

Toch was hij bereid mij onder zijn hoede te nemen, toen een gezamenlijke kennis hem over mijn onderzoek vertelde. Niet vanwege dat ene meisje, maar vanwege alle corrupte deals die na haar aangifte werden gesloten. Dossiers verdwenen. Een agent van de zedenpolitie reed plots in een nieuwe auto. Welwillende onderzoekers werden door hooggeplaatsten van het onderzoek gehaald. De zaakjes van de Limburgse miljonair werden waargenomen door een veroordeelde drugsbaron.

Ook infiltreerde hij in een internationaal mensenhandelnetwerk, redde hij zeventien meisjes, en legde hij een getuigenis af in de rechtbank.

“Ontmoet me om acht uur ’s avonds in dit-en-dit steegje in Legon”, mailde Anas.
Ik ben toch niet gek?, dacht ik. Na donker afspreken met een onbekende man in een onbekend land, op een afgelegen plek. Een plan van de drugsmaffia?
Ik kwam niet. Anas was boos. De gezamenlijke kennis organiseerde een goedmaakgesprek via Skype.
“Ik mag jou wel”, concludeerde Anas. “Je denkt zelf na. En je bent bereid om opnieuw naar Ghana te komen voor je onderzoek. Dat maak ik niet vaak mee, bij westerse journalisten.”

Geroemd door Obama

Anas is een ster in Ghana. Hij werd meermaals uitverkozen tot ‘Ghanese journalist van jaar’. Ook buiten de landsgrenzen is hij gelauwerd. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekroonde hem met de ‘Heroes Acting to End Modern-Day Slavery Award’, Foreign Policy benoemde hem tot Leading Global Thinker. “Anas riskeert zijn leven om de waarheid naar buiten te brengen”, zei president Obama bij zijn allereerste bezoek aan Afrika. “Wat een democratie tot leven brengt, is de moed van mensen als Anas.”
Ik had Anas graag uitgebreider beschreven, maar zijn roem heeft ook een keerzijde. Anas draagt een masker. Letterlijk. Een hoedje met een gordijn van kralen verhult zijn gezicht. In de zeventien jaar dat hij als journalist werkt, maakte hij machtige, gevaarlijke mensen tot vijand. Maffiabazen, cacaosmokkelaars, witchdoctors, corrupte politici en rechters. Maar geen van hen weet hoe hij eruit ziet. Zo houdt hij zijn familie veilig.

Zelfs in het workshopzaaltje in Nigeria houdt hij zijn masker op. En als hij even een ommetje maakt over de golfbaan. Want stel dat iemand een selfie maakt, en hij per ongeluk op de achtergrond staat… Stel dat een van zijn vijanden een journalist heeft omgekocht om bij deze workshop te infiltreren om zijn gezicht te onthullen? Hij is inmiddels met zijn masker vergroeid. Hij ziet niet hoe twee meisjes angstig wegkruipen achter de badjuf wanneer hij neerploft op een stoel vlakbij het zwembad.

Is dit journalistiek?

Ik vind Anas een bijzondere man. Maar daarom schrijf ik dit verhaal niet. Ik ben onderzoeksjournalist. Het liefst houd ik me dag en nacht bezig met het doorspitten van dossiers, en win ik het vertrouwen van mensen die eigenlijk niet met me willen praten. Ik houd niet van het opschrijven van mijn eigen ervaringen.

Maar al die tijd dat ik met Anas en andere Afrikaanse collega’s samenwerk, knaagt er iets. Het werd me voor het eerst duidelijk toen OneWorld Anas naar Nederland haalde, nu drie jaar geleden. We organiseerden een avond over undercoverjournalistiek. Anas was de hoofdgast, hij had net onthuld hoe 34 Ghanese rechters en 140 rechtbankmedewerkers steekpenningen aannamen om het verloop van rechtszaken te beïnvloeden. Naast hem zat een Nederlandse collega die voor het televisieprogramma Zembla undercover was gegaan om viezigheid in ziekenhuizen te testen.

Maar al die tijd dat ik met Anas en andere Afrikaanse collega’s samenwerk, knaagt er iets.

De Zembla-journalist kreeg applaus. De aanwezigen in de zaal snapten dat hij zich als schoonmaker moest voordoen om uit te zoeken of ziekenhuismedewerkers zich wel aan de hygiëneregels hielden. Anas, die eveneens undercover ging, werd bekritiseerd: “Had je niet op een andere manier onderzoek naar de rechtbank kunnen doen?”, vroeg een journalist van een regionale krant. “Moest je die beelden nu echt uitzenden?”, wilde een tweede collega weten. Een derde vroeg zich hardop af “of dit wel journalistiek is”.

Waarom gaan we er automatisch vanuit dat een Afrikaanse journalist het niet zo nauw neemt met de beroepsethiek?

Niet vermeld op de aftiteling

“Irritant”, zo noemde Anas de reacties vanuit de zaal. “Maar ik krijg zulke vragen zo vaak, dat ik ze nauwelijks meer opmerk.”

Echt erg was het toen hij de eerste keer voor de BBC werkte. “Ik werd door hen benaderd, ze wilden een verhaal maken over ‘de bittere waarheid achter chocola’.” Een Panorama-uitzending over kinderen die ontvoerd werden uit Burkina Faso om als slaaf te werken op cacaoplantages in Ghana en Ivoorkust. “Ik zei meteen: dit onderzoek krijgen jullie zonder local niet rond.” De BBC ging toch zelf aan de slag. “Het mislukte. Hun tapes werden in beslag genomen. Toen kwamen ze weer bij mij.” Anas ging undercover. Hij filmde jochies terwijl ze met zakken sjouwden en met machetes in de bomen klommen. Ze gingen niet naar school, kregen niets betaald. Hij won hun vertrouwen, waardoor ze hem vertelden hoe ze naar Ghana waren verhandeld. De Ghanese autoriteiten waren niet blij. Cacao is een van de voornaamste inkomensbronnen. “Ze arresteerden me. Ik zat 48 uur in de cel.”

En toen kwam de BBC-uitzending op tv. Een voice over vertelde uitvoerig hoeveel risico de reporters hadden gelopen om de reportage te maken. “Een researcher belandde in de gevangenis.”

Anas’ naam werd niet genoemd. Zelfs niet in de kleine lettertjes op de aftiteling.

Zakcentje voor de fixer

Komt dit vaker voor? Ik vraag het de Vlaamse directeur van een fonds voor Europees-Afrikaanse samenwerkingen. En schrik van mijn eigen vooringenomenheid. Zijn Anas’ Afrikaanse ervaringen pas geloofwaardig als ik ze bevestigd krijg door een witte expert? (Voor de duidelijkheid: de directeur vertelde uit zichzelf dat Europese aanvragers hun Afrikaanse collega’s soms behandelden als fixer (regelneef), of hun naam vergaten te vermelden.)

Ik heb ook twintig gerenommeerde Afrikaanse journalisten, van Kenia tot Zuid-Afrika, naar hun ervaringen gevraagd. Er is er niet een die nooit is weggezet als fixer. Ze wijzen me op voorvallen waar ik zelf bij was. Bijvoorbeeld die keer dat een Afrika-correspondent van de New York Times een presentatie hield voor een groep ervaren Afrikaanse journalisten. Hij toonde een powerpointsheet met tien tips hoe je zijn fixer kon worden. (“Kunnen jullie een leuk zakcentje mee verdienen!”)

Zijn Anas’ Afrikaanse ervaringen pas geloofwaardig als ik ze bevestigd krijg door een witte expert?

Of die internationale prijsuitreiking, waarbij een Duitse radiomaakster werd geroemd vanwege haar unieke reportage over buitengerechtelijke executies door de antiterrorisme-eenheid van de Keniaanse politie. Een misstand die twee jaar eerder was verfilmd door drie Keniaanse onderzoeksjournalisten. In hun documentaire bekende een politieman publiekelijk verschillende moorden. Nadat de film was uitgezonden op de nationale televisie, moesten twee makers onderduiken.

Shell in Nigeria

“En herinner je je dat verhaal over Shell dat we samen schreven…?”, vraagt Idris Akinbajo. Idris ontdekte in 2012 dat Shell in Nigeria betrokken was bij een corrupte deal van 1 miljard dollar. Het geld om offshore naar olie te mogen boren ging via een sluiproute naar een voormalige minister van olie, die dat olieveld tijdens zijn diensttijd op zijn eigen naam had laten zetten. Idris schreef er in 2012 een serie over voor The Premium Times. Maar niemand in Nederland pikte het op. “Ik sprak wel met Nederlandse collega’s”, aldus Idris. “Maar hun tripjes naar Nigeria werden door Shell betaald.”

Idris presenteerde zijn onderzoek zelfs op een journalistieke conferentie over Afrikaans-Nederlandse samenwerking in Amsterdam. Het werd nog steeds geen nieuws. Totdat wij in 2015 samen een reconstructie publiceerden in OneWorld (Witwassen met hulp van Shell). Idris was er blij mee. Vooral omdat er voor het eerst in al die jaren een fatsoenlijke reactie werd gegeven door Shells woordvoerder. Hijzelf had nooit meer mogen ontvangen dan e-mails met een standaardantwoord.

Deze lente belandde de corrupte Shell-deal ineens groot in de Nederlandse kranten (met dank aan uitgelekte e-mails van topman Ben van Beurden). Verschillende media complimenteerden OneWorld. Ze noemden mij de ontdekker van het grote nieuws. Idris was op mysterieuze wijze van het toneel verdwenen.

Name, shame, jail!

Nigeria, dag drie van de workshops. Alle Nigeriaanse journalisten hangen aan Anas’ lippen als hij hen zijn methode uitlegt. “In een werkende democratie komen de instanties in actie wanneer je een misstand blootlegt. Maar wat als de politie de middelen niet heeft om in te grijpen? Wat als de bazen corrupt zijn? Wat als de misdadigers vrijuit gaan en hun pijlen op jou richten?”

De cursisten knikken. Ja, zo is het precies in Nigeria.

“Wanneer je je leven waagt voor een onthulling, wil je dat het effect heeft”, vervolgt Anas. “Dat geldt ook voor de mensen die hun verhaal aan jullie vertellen.”

Name, shame and jail. Dat is de beproefde methode van Anas. “Ik wil beelden van de baas die geld in zijn zak steekt, dan kan hij het niet ontkennen! Wordt hij niet weggestuurd? Dan schrijf je op wie hem de hand boven het hoofd houden. Zo krijgen mensen vertrouwen in de media! Zo versterk je de democratie! Een ambtenaar die weet dat zijn misstap hem blijft achtervolgen, denkt drie keer na voordat hij geld verduistert!”

Beauty queens en Boko Haram

De avond valt. Een voor een pitchen de cursisten hun onderzoeksidee. Een meisje heeft haar mooiste baljurk aangetrokken. “Zes beauty queens zijn opgelicht bij missverkiezingen”, zegt ze. “Nadat ze met hun nieuwe auto en cheque op de foto waren gezet, zijn de prijzen van ze afgepakt.”

Een jonge journalist uit het noorden wil undercover bij de Nigeriaanse maffia. Hij heeft een bril aangeschaft met een ingebouwde camera. Daarmee wil hij vastleggen hoe jonge meisjes met smoesjes worden weggehaald bij hun familie. Ze worden verkocht en belanden als sekswerker in Italië.

Een potige krantenjournalist doet dataonderzoek naar oliecontracten. “Nigeria is het enige land ter wereld waar multinationals geen royalty’s betalen over de opgepompte olie.”

Een ambtenaar die weet dat zijn misstap hem blijft achtervolgen, denkt drie keer na voordat hij geld verduistert!

Anas en Idris sparen hun cursisten niet. Anas: “Jij denkt dat hulpgeld voor slachtoffers van Boko Haram (een terroristische organisatie in het noorden van Nigeria, red.) is verduisterd? Heb je Google Maps al gebruikt om te checken hoeveel nieuwe gebouwen er in de regio zijn neergezet, en wie die heeft betaald?” Idris: “Je spreekt de naam van dat dorp steeds op een andere manier uit. Je denkt toch niet dat jij bewijs gaat vinden in een warzone, als zelfs ík al doorheb dat je helemaal niets van dat gebied afweet?”

Mijn gedachten vliegen naar een pitchmiddag in Nederland. Waar de beste studenten zich wilden vastbijten in de afwijzing van een asielaanvraag, of in het verdwijnen van postpakketjes. Na afloop knikten wij, de begeleiders, ze vriendelijk toe: goed begin, jongens! Zet ‘m op!

In Nigeria is het Selase Kove, Anas’ rechterhand, die de pitchmiddag afsluit. Hij schuift alle deelnemers een vragenformulier toe. ‘Waarom zouden mensen jouw verhaal willen lezen?’, ‘Welke unieke bron van nieuwe informatie heb je?’, ‘Vat je verhaal samen in zes woorden’. “Drie kantjes, morgenochtend inleveren! Jullie kennen Anas inmiddels: wie niets invult, hoeft morgen niet te komen.”

‘Dutch paedo is HOT!’

Ik beken: de samenwerking met Anas ging niet meteen van een leien dakje. Het misverstand over het steegje waar hij me wilde ontmoeten was nog maar het begin. Hij haalde een hoge ambtenaar over om een vertrouwelijk politiedocument te lekken. Alleen: dat kon niet per internet. Ook niet per post. “Als je het echt wilt hebben, moet je zorgen dat je over een uur bij een faxapparaat staat. Dan heeft de ambtenaar lunchpauze.” Waar in Nederland kon ik in hemelsnaam een werkend faxapparaat vinden?

Een week later belde Anas geagiteerd op: “Mijn krant gaat vandaag naar de drukker. Je zou me Nederlandse Kamervragen sturen, maar op jouw document staan helemaal geen stempels. Dat geloven ze hier in Ghana nooit!”

Ik beken: de samenwerking met Anas ging niet meteen van een leien dakje.

Het kwam goed. In juli 2012 publiceerden we ons gezamenlijke onderzoek naar kindersekstoerisme. ‘Paradijs voor pedo’s’, heette mijn zorgvuldig geanonimiseerde reportage. De kop van Anas’ artikel: ‘Dutch paedo falls on own dagger!’ (De naam van de multimiljonair stond prominent in de onderkop.) ‘Dutch paedo is HOT!’, was het vervolgartikel.

Anas vond mijn artikel een beetje soft. We hadden het toch goed onderzocht? Waarom noemde ik het beestje niet gewoon bij de naam? Wilde ik diep in mijn hart soms niet dat hij vervolgd zou worden?

Corruptie en machtsmisbruik

We hebben het er in Nigeria opnieuw over, of de ongeschreven ethische regels die in Nederland symbool staan voor kwaliteitsjournalistiek eigenlijk wel deugen. “Zijn jullie niet gewoon ouderwets dat jullie zo strikt vasthouden aan een journalistieke code uit 1956 (de code van Bordeaux, red.)?”, vraagt Anas. “In elk geval zijn jullie heel naïef als jullie denken dat die oude code dé manier is om Afrika vooruit te helpen. Afrika is Afrika, geen Europa van zestig jaar geleden.”

Jullie zitten op een high horse, zegt Idris. “Kijk, hier zitten meer dan twintig journalisten. Allemaal hebben ze een idee voor een verhaal over mensenrechtenschendingen of corruptie.”

“Ik heb inmiddels meer dan honderd Afrikaanse journalisten getraind”, zegt Anas.

“Het begint er al mee dat jullie in Nederland denken dat deze journalisten staan te springen om zich op een verhaal met een Nederlandse link te storten”, zegt Idris. “Terwijl de échte verhalen hier voor het oprapen liggen!”

Ik realiseer me dat we in Nederland prijzen uitreiken aan verslaggevers die zich in gevaarlijke situaties wagen. Ook journalisten die financiële malversaties onthullen, worden veelvuldig bekroond. In Nederland is het een unicum als een journalist zo’n groots verhaal in handen krijgt, en alle tegenwerking trotseert. Voor Afrikaanse onderzoeksjournalisten is het dagelijkse kost.

Ik vind niet dat Afrikaanse onderzoeksjournalisten per se beter zijn dan journalisten uit Nederland of andere westerse landen. Dit is evenmin een pleidooi om en masse samenwerkingen met Nigeria, Ghana of Kenia op te zetten. Ik vraag me alleen af of we in Nederland, met onze zogenaamd ‘objectieve blik’, niet verdomd veel belangrijke verhalen missen.

Ik kijk naar de 22 Nigeriaanse journalisten die openlijk hun onderzoeksideeën met elkaar delen. Ze concurreren niet om een scoop. Ze scherpen vraagstellingen aan. Denken na waar bewijzen te vinden zijn. Dit is waar onderzoeksjournalistiek om draait: corruptie en machtsmisbruik blootleggen. De waarheid boven tafel krijgen.

Wereldconferentie onderzoeksjournalistiek in Afrika
Volgende week woensdag start in Johannesburg in Zuid-Afrika de 10th Global Investigative Journalism Conference. Het is de eerste keer dat deze wereldconferentie onderzoeksjournalistiek in Afrika plaatsvindt. Volg alle workshops op twitter met de hashtag #GIJC17.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons