Mijn oom riep in de auto al dat het een speciale picnick zou zijn. Ik verheugde mij op veel muziek, gedans en stiekem ook op een schepje ijs. Toen we eenmaal in de schemering hadden geparkeerd, konden de voorbereidingen beginnen. Alles was volgens onze familietradities. Mijn tantes zaten klaar om de salades voor te bereiden. De mannen hadden de barbeque al aangezet. Mijn oom liep naar de auto en deed de achterbak zachtjes open. Op de eerste blik zag ik niks liggen, totdat ik naar binnen keek. Een klein schaapje lag ineengedoken in de verste hoek van de bak. Zij leek ook duizelig van de hitte. Mijn instinct was om een glas water voor haar te halen.
De geur van haar vlees was verstikkend geworden voor mij
Nog voordat ik het water had gehaald, zag ik dat ze werd losgelaten door mijn oom. Ze rende het veld in, struikelend door de overgebleven touw om haar poten. De mannen renden achter haar aan. Haar witte krullen zorgden voor een reflectie van de zon. De mannen renden, lachten. Stiekem hoopte ik dat zij ook mocht mee eten. Ik kreeg er een naar gevoel van in mijn onderbuik. De zon ging onder. Het leek alsof ze mijn oom observeerde, toen hij naar haar toeliep met een mes. Mijn adem stokte in mijn keel en ik draaide mij om. Ik weet niet waar het geluid precies vandaan kwam. Het gegil kan of van het schaap zijn gekomen of van mij. Uit angst om iets te horen heb ik lang mijn oren dichtgehouden. Het witte was vervangen door het rode. Opgehangen aan een boom, de krullen dwarrelden op het gras.
De geur van haar vlees was verstikkend geworden voor mij. Ik weigerde de aangeboden glazen water, de stukjes tomaat en komkommer. Ik weigerde te rennen en te dansen. Ik weigerde vooral het broodje, met extra ketchup. Nooit meer dacht ik. De reflectie van haar krullen in de zon was een klein reflectiemoment geworden voor mij. Maar zoals dit schaap heb ik dit moment ook in een hoek gestopt in mijn hersenen. Nooit meer dacht ik, de kinderlijke onschuld.