Achtergrond, Column

Kinderlijke onschuld

De auto was verstikkend en de zon scheen recht in mijn ogen. Ik werd duizelig. Mijn moeder streelde mijn hoofd terwijl mijn tante naast me een glas lauw warm water aanbood. Er zaten minstens acht personen in de kleine auto van mijn grootvader, op weg naar de weilanden van zijn dorpje. We zouden daar met de rest van de familie afspreken voor een grote picknick.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Als klein kind vond ik dat het leukst aan vakantie, samen met mijn familie zijn. Vooral de picnicks. Meehelpen met het snijden van de groente, snoepen van al het fruit. Mijn moeder die een broodje köfte voor mij maakte met extra ketchup. Rennen langs de weilanden, tikkertje spelen met mijn nichten en neven. De hitte leek daardoor niet erg meer. De kinderlijke onschuld.

Mijn oom riep in de auto al dat het een speciale picnick zou zijn. Ik verheugde mij op veel muziek, gedans en stiekem ook op een schepje ijs. Toen we eenmaal in de schemering hadden geparkeerd, konden de voorbereidingen beginnen. Alles was volgens onze familietradities. Mijn tantes zaten klaar om de salades voor te bereiden. De mannen hadden de barbeque al aangezet. Mijn oom liep naar de auto en deed de achterbak zachtjes open. Op de eerste blik zag ik niks liggen, totdat ik naar binnen keek. Een klein schaapje lag ineengedoken in de verste hoek van de bak. Zij leek ook duizelig van de hitte. Mijn instinct was om een glas water voor haar te halen.

De geur van haar vlees was verstikkend geworden voor mij

Nog voordat ik het water had gehaald, zag ik dat ze werd losgelaten door mijn oom. Ze rende het veld in, struikelend door de overgebleven touw om haar poten. De mannen renden achter haar aan. Haar witte krullen zorgden voor een reflectie van de zon. De mannen renden, lachten. Stiekem hoopte ik dat zij ook mocht mee eten. Ik kreeg er een naar gevoel van in mijn onderbuik. De zon ging onder. Het leek alsof ze mijn oom observeerde, toen hij naar haar toeliep met een mes. Mijn adem stokte in mijn keel en ik draaide mij om. Ik weet niet waar het geluid precies vandaan kwam. Het gegil kan of van het schaap zijn gekomen of van mij. Uit angst om iets te horen heb ik lang mijn oren dichtgehouden. Het witte was vervangen door het rode. Opgehangen aan een boom, de krullen dwarrelden op het gras.

De geur van haar vlees was verstikkend geworden voor mij. Ik weigerde de aangeboden glazen water, de stukjes tomaat en komkommer. Ik weigerde te rennen en te dansen. Ik weigerde vooral het broodje, met extra ketchup. Nooit meer dacht ik. De reflectie van haar krullen in de zon was een klein reflectiemoment geworden voor mij. Maar zoals dit schaap heb ik dit moment ook in een hoek gestopt in mijn hersenen. Nooit meer dacht ik, de kinderlijke onschuld.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons