De ingang van het bamboecentrum. Beeld: Brice Godard
Achtergrond

Bamboerevolutie in Vietnam

In het Zuid-Vietnamese dorp waar ze opgroeide, richtte My Hanh Diep in 1999 een bamboedorp op. Met onderzoek beoogt ze de leefomstandigheden van de dorpsbewoners te verbeteren en zoekt ze oplossingen voor regionale ecologische en sociologische problemen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De oprijlaan naar het bamboecentrum van Phu An, een klein dorpje 45 kilometer ten noorden van Ho Chi Minhstad, ligt er in de vroege ochtend nog stil bij. De zon komt langzaam op, de wind suist door de metershoge planten en in de verte zingt een vogel. Alleen rond het hoofdgebouw is het al een drukte van belang. My Hanh Diep, de 66-jarige oprichter van het bamboedorp, spoort haar medewerkers aan om op te schieten. “De schoolkinderen komen straks”, verklaart ze. “Dan moet dit stuk hier vrij zijn.” Ze gebaart naar de binnenplaats waar op dat moment nog twee bamboe boten en een paar jonge planten staan.

Terwijl de mannen aan het werk gaan, leidt Diep ons rond in het acht meter hoge bamboe gebouw, dat ze zelf ontwierp. Rond het gebouw staan zakken met bamboestekken en genummerde plastic zakken, en her en der in de grote tuin liggen verschillende soorten bamboe te drogen. In de ontvangstruimte van het gebouw hangen tientallen posters met wetenschappelijke bevindingen, er is een zaal waar lezingen gegeven worden en boven slapen de onderzoekers – veelal studenten van de universiteit.

“Officieel is dit het Botanisch Onderzoekscentrum voor Bamboe, verbonden aan de Universiteit van Natuurwetenschappen van Ho Chi Minhstad”, zegt Diep. “Maar het wordt door iedereen ‘het bamboedorp’ genoemd en dat vind ik zelf eigenlijk ook beter klinken.” Ze lacht hard en aanstekelijk. Dan pakt ze haar camera van tafel en snelt naar buiten. “Kom, ik laat jullie de rest zien.”

De Vietnamese wetenschapster My Hanh Diep promoveerde in Parijs in de milieutechnologie, met een specialisatie in bodemecologie, en doet baanbrekend onderzoek naar bamboe. Ze deelt haar kennis met collega-wetenschappers (bijvoorbeeld tijdens het World Bamboo Congress dat deze augustus in Mexico wordt georganiseerd), en met de boeren en schoolkinderen van haar dorp. In 2010 won ze de UNDP Equator Prize voor haar werk.

Bamboe speelt in Vietnam een grote rol en is alomtegenwoordig, zowel in de cultuur en geschiedenis van het land, als bij de oplossing van actuele vraagstukken zoals overstromingen, bodemerosie en werkomstandigheden van boeren. Bij het vormgeven van een duurzame toekomst wordt bamboe als onmisbaar gezien.

Je richtte hier in 1999 het bamboedorp op. Waarom koos je juist voor deze plek?
“Ik ben even verderop geboren en mijn moeder, die inmiddels dik in de 90 is, woont nog steeds om de hoek. Hier ontstond mijn liefde voor de natuur; toen ik opgroeide was ik elke middag in het bos te vinden. Nu zou dat niet meer kunnen, kinderen hebben geen tijd meer om de wereld te ontdekken, ze moeten de hele dag binnen zitten en studeren.

Het bos is tijdens de oorlog grotendeels verdwenen. Er is hier in de omgeving veel gevochten en de Amerikanen hebben het gebied zwaar gebombardeerd. Het was zo erg dat deze regio ‘de ijzeren driehoek’ werd genoemd. Er waren zelfs geen vogels meer.

Het idee een bamboecentrum te openen ontstond midden jaren negentig. Ik had me tot die tijd gespecialiseerd in kokospalmen en was vooral bezig met mijn academische carrière. Ik was inmiddels gepromoveerd in Parijs. Maar elke keer dat ik terugkwam in Phu An vroegen de dorpsbewoners wanneer ik hen nou kwam helpen met al die kennis. Ten slotte heb ik besloten de kokos achter me te laten en me te richten op bamboe. Er zijn meer planten die hier goed groeien, maar geen van allen is zo veelzijdig als de bamboe – we hebben hier inmiddels 178 soorten.”

My Hanh Diep Beeld: Brice Godard
Toen je het centrum oprichtte waren er slechts zeven soorten aanwezig in Phu An. Je kreeg financiële steun uit Frankrijk en Vietnam om dat aantal uit te breiden voor wetenschappelijk onderzoek. Hoe kwam je aan de andere 171 soorten?
“Het merendeel heb ik zelf verzameld tijdens excursies in Vietnam, Laos en Cambodja – bamboe komt van nature veel voor in deze regio. Ik ga nog steeds regelmatig met een team op pad, dan wandelen we een week of twee door een gebied op zoek naar nieuwe soorten. Vaak hebben we al een idee welke bamboe er te vinden is, en de lokale bevolking weet meestal waar die te vinden is. We zijn ook weleens tegengehouden door de politie, dan liepen we op verboden terrein. Maar ik heb de agenten overtuigd van onze missie en uiteindelijk heeft een van hen ons zelfs geholpen bij de zoektocht.”
Hoe weet je bij bamboe zeker dat het om een nieuwe soort gaat?
“Ter plekke doen we een aantal simpele tests, we meten bijvoorbeeld de dwarsdoorsnede en de grootte van de bladeren. Als de uitslag positief is nemen we een monster mee naar het onderzoekscentrum in Phu An. Hier doen we uitgebreider onderzoek: we identificeren en classificeren de soort.”
En dan krijgt de plant een plek in het bamboedorp?
“Ja, meestal wel. Het behoud van biodiversiteit vormt een belangrijk onderdeel van wat we doen. Maar we doen ook onderzoek naar de praktische toepassingen. Sommige soorten zijn bijvoorbeeld geschikt om mee te bouwen; anderen om producten van te maken. De laatste tijd is er veel vraag naar bamboe rietjes, we hebben hier een specifieke dunne soort die je daarvoor goed kunt gebruiken.”
In 2010 ontving je de Equator Prize, omdat je je naast natuurbehoud ook bezighoudt met armoedebestrijding. In het juryrapport stond dat het bamboedorp in de eerste tien jaar drieduizend families had geholpen. Hoe profiteert de gemeenschap zoal van de activiteiten in het centrum?
“De wil om mijn gemeenschap te steunen was de aanleiding om dit centrum op te zetten. We proberen zo veel mogelijk mensen uit de buurt direct of indirect te betrekken. We bieden jongeren banen aan en geven trainingen aan boeren zodat zij op een duurzame en efficiëntere manier leren verbouwen. Daarnaast kunnen de boeren verschillende soorten bamboe uit het centrum planten, zodat ze beter kunnen inspelen op de wensen van de markt. We werken ook samen met de vrouwenvereniging uit het dorp om hun leden te leren hoe ze producten kunnen maken van bamboe.

Een van de leukste dingen vind ik het lesgeven aan kinderen – elke zaterdagochtend komt hier een schoolklas om te leren over de natuur en over bamboe. Het is belangrijk dat kinderen zich bewust worden van wat er om hen heen gebeurt.

Tot slot werken we ook samen met de overheid en bedrijven om grotere problemen in de regio aan te pakken.”

Het planten van een bepaalde soort bamboe zorgt ervoor dat de grond wordt gezuiverd

Kun je een voorbeeld geven van een regionaal probleem waar bamboe een oplossing kan bieden?
“Een van de grootste problemen waar we hier mee te maken hebben is bodemvervuiling. De economie van Vietnam is de afgelopen dertig jaar enorm gegroeid, maar helaas is dat vaak ten koste gegaan van het milieu. De steden worden steeds groter, net als het aantal industrieterreinen en stortplaatsen. Op veel plekken zitten enorme hoeveelheden zware metalen in de bodem. Het planten van een bepaalde soort bamboe zorgt ervoor dat de grond wordt gezuiverd.”
Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn.
“Het is al veel langer bekend dat sommige planten giftige stoffen uit de grond kunnen opnemen. We noemen dat proces phytoremediation; phyto betekent ‘plant’; remedium betekent ‘het herstellen van de balans’. Het is een goedkope en milieuvriendelijke zuiveringsmethode die al op verschillende plekken in de wereld wordt toegepast.

Toen wij hier in 2003 mee begonnen, was er al redelijk wat bekend over de techniek zelf, maar ik kon geen publicaties vinden over phytoremediation specifiek met bamboe. Wij hebben hier toen onderzoek gedaan naar tien verschillende soorten bamboe, in grond die hoge concentraties lood bevatte. Het bleek dat een van die tien geschikt was.”

Hoe werkt dat precies?
“Het is eigenlijk heel simpel. Sommige planten zijn hyperaccumulators, wat betekent dat ze in staat zijn zware metalen op te nemen met hun wortels. Een deel van de planten bewaart die stoffen vervolgens in de wortels, een deel slaat ze op in hun stam en de derde groep verspreidt ze naar de bladeren.

Die laatste groep is voor ons het meest interessant. De bladeren met giftige stoffen kun je namelijk verwijderen, zonder dat de plant zelf verzwakt raakt. Als je de wortels of de stam moet verwijderen, dan kun je steeds weer opnieuw beginnen met planten.”

Heb je dit ook al in de praktijk gebracht?
‘Ja, we zijn daar jaren geleden al mee begonnen. De eerste keer was in de tijd dat ik onderzoek deed naar de Lantana camara – het type bamboe dat geschikt is voor phytoremediation. Samen met een groep studenten ging ik langs bij een fabriek om te zien hoe het gesteld was met de bodemkwaliteit. Het was een batterijfabriek, die erom bekendstaan vervuilend te zijn, maar volgens de eigenaar was zijn grond brandschoon. Hij liet ons niet binnen. Ik stuurde mijn studenten weg, maar zelf ben ik stiekem achterom gelopen en heb de mensen die rond de fabriek woonden gevraagd hoe het zat met de vervuiling.

Het bleek dat alle giftige stoffen via een tunnel uit de fabriek werden weggevoerd, om één kilometer verderop in de rivier te belanden. Later hebben we monsters van het water daar genomen, daar zat tweehonderd keer zo veel lood in als toegestaan! Een jaar nadat we het hele terrein hadden vol geplant met de Lantana camara was de vervuiling met 80 procent afgenomen.”

Het zou fantastisch zijn als we in de toekomst dorpen van bamboe kunnen bouwen

Dus inmiddels is er bamboe te vinden op elk industrieterrein van Vietnam?
“Nee, helaas. Er loopt sindsdien wel een aantal projecten hier in de buurt, maar fabriekseigenaren geven over het algemeen geen prioriteit aan het bestrijden van vervuiling. Er zijn natuurlijk wel regels, maar instanties kijken vaak net de andere kant op als hen dat beter uitkomt.”

Dat lijkt me erg frustrerend.
“Leuk is het niet, maar ik kijk liever naar de dingen die wél goed gaan. Er zijn nog genoeg andere projecten waar ik me op kan richten. Ik heb bijvoorbeeld een drijvend bamboehuis ontworpen, en het samen met een architect gebouwd. Het zou fantastisch zijn als we in de toekomst echte dorpen van bamboe kunnen bouwen, bijvoorbeeld op de Mekongdelta. De bevolking heeft daar erg te lijden onder het toenemend aantal overstromingen; dit huis zou een goede oplossing zijn voor een deel van hun problemen. Het prototype is afgelopen mei te water gelaten en bevat ook een waterzuiveringsinstallatie van bamboe, gebaseerd op phytoremediation.

Zo zie je dat de kennis die we hier verzamelen misschien niet gelijk op grote schaal wordt ingezet, maar uiteindelijk nooit verloren gaat.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons