Achtergrond

Hup met de boer. Certificering is niet genoeg.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In het contact voorafgaand aan zijn eerste column waarschuwt Lucas Simons al: “Ik ben niet van ‘Koop biologisch’.” Iets dergelijks zei hij al eerder in een interview met dagblad Trouw, naar aanleiding van zijn ranking in de Duurzame Top-100. ,,Het Max Havelaar-gevoel, met beelden van lachende boeren, daar redden we de wereld niet mee", zei Simons. ,,We moeten juist af van small is beautiful.’’

[[{“fid”:”28089″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Lucas Simons”},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Simons (1971) is oprichter en directeur van adviesbureau NewForesight en sociale onderneming ScopeInsight die als gemeenschappelijke noemer hebben dat ze gericht zijn op systeeminnovatie in de voedingsmiddelenindustrie en andere sectoren. Zijn doel is bij te dragen aan een vernieuwing van de landbouwketen. Denk aan koffie, cacao, katoen, thee, soja, palmolie. En wie het heeft over ‘de keten en het systeem’, heeft nu eenmaal geen licht verteerbare verhaal dat samen te vatten is in een sappige oneliner. “Het is een systeemboodschap die ik wil overbrengen’’, zegt hij zelf.

Sprongetje
Simons ziet de wereld in het algemeen en de landbouwproblematiek in het bijzonder als vanaf grote hoogte, hij heeft een macroblik. Eerder was hij directeur van Utz Certified, tegenwoordig de grootste Nederlandse certificeringsclub voor duurzame koffie, thee, cacao. Vanwege zijn inzet voor duurzame productieketens werd hij in 2011 door het prestigieuze World Economic Forum gekozen tot Young Global Leader. Sinds 2013 maakt hij als Ashoka Fellow onderdeel uit van een wereldwijd netwerk van "pionierende" sociale ondernemers die "systeemveranderingen teweeg brengen". In eigen land is hij een stijger op de ranglijst ‘Duurzame top-100’ van invloedrijke duurzame Nederlanders die sinds 2008 jaarlijks door Trouw wordt bekendgemaakt. Bij de laatste editie, eind vorig jaar, maakte hij een sprongetje van 19 naar plek 6.

Onduurzaam gedrag wordt kennelijk beloond

“Ik hou me bezig met de vraag: hoe veranderen we de spelregels van het systeem”, zegt Simons. Met het ‘systeem’ bedoelt hij de manier waarop de mondiale voedingsbranche in elkaar zit, maar ook de grondstoffenhandel. “Er is van alles aan de hand in die sector, maar niemand heeft het in zijn eentje gedaan, niemand is in zijn eentje aan te wijzen als de schuldige. Als je kijkt naar landbouw, dan zie je een gebrek aan biodiversiteit, zoetwaterverspilling, problemen als kinderarbeid, slavernij. Het is niet goed, daar is iedereen het over eens. Maar hoe komt het dan?”
Simons geeft zelf het antwoord: “Blijkbaar is het de uitkomst van het huidige systeem. Onduurzaam gedrag wordt kennelijk beloond.”

Kinderarbeid
In zijn tijd bij Utz leerde Simons het antwoord op de vraag: hoe komt het nou dat de koffiesector zo onduurzaam is? “Het komt door de manier van afrekenen. ‘Ik heb weinig keus’, zegt de boer, die aan kinderarbeid doet. Want hij krijgt zo’n lage prijs voor zijn koffiebonen. Slecht gedrag wordt beloond, je móet als wel. Zo werkt de keten. De markt is ingezakt. De retailer, de boer, ze wijzen allemaal naar elkaar. En dat geldt niet alleen voor landbouw, maar alle sectoren.”
“Als ik één ding heb geleerd: de incentives zijn verkeerd, de prikkels, de drijfveren. Maar het goede nieuws is: de incentives kun je veranderen. Je kunt marktkracht gebruiken voor good behavior. Een betere prijs betalen, dat is bijvoorbeeld een effectief middel gebleken.”

Op dit moment is ongeveer 20% van de koffieproductie en 15% van de cacao duurzaam

Bijna failliet
Op dit moment is ongeveer 20 procent van de koffieproductie duurzaam, 15 procent van de cacao duurzaam. “Dat zijn op zich succesverhalen”, stelt Simons. “Maar waar je tegenaan loopt, bij standaarden zoals UTZ en andere certificeringsprogramma’s, is dat we ze certificeren op basis van hun duurzaamheidsprofiel. Het zegt weinig over hoe goed deze boeren zijn als ondernemers. Veel van de gecertificeerde boeren die we duurzaam noemen zijn bijna failliet of nog steeds erg arm. We hebben instrumenten gecreëerd die in wezen goed proberen te doen, maar het systeem er om heen is niet verbeterd.”

Het boerenbestaan, bijvoorbeeld in Afrika, heeft sowieso een probleem. “Niemand wil nog boer worden, niet in katoen, niet in cacao. Het betaalt simpelweg te slecht. De redenen hiervoor zijn dat het ‘te makkelijk’ is om boer te zijn, er zijn er te veel die het kunnen en die weinig anders kunnen. Ondertussen waardeert de markt eigenlijk alleen maar lage prijzen. Als je daar bij optelt dat nationale overheden de sectoren óf belasten óf links laten liggen dan heb je de ‘perfecte storm’. Boeren zitten klem, ze hebben geen andere keus. In plaats dat alle kosten worden opgenomen in de prijs, worden de kosten waar mogelijk afgewenteld. De boeren zijn in een ratrace terecht gekomen waarin ze concurreren op armoede. Boeren moeten de lage prijzen wel accepteren, anders is er niets.

Luxeproducten
Doordat het systeem voor een groot deel op die wanhoop drijft kun je stellen dat de prijzen voor katoen, koffie, palmolie kunstmatig laag zijn. Waardoor je ook kunt stellen dat de vraag naar deze producten kunstmatig hoog is. Cacao, vlees, koffie, het zouden eigenlijk luxeproducten moeten zijn, als we alle kosten zouden opnemen in de prijs. Zo bekeken heeft iedereen een belang om de onduurzame situatie door te laten bestaan. Zolang we in die failing context zitten is certificering niet genoeg en zijn standaarden onvoldoende om de crisis in de mondiale landbouw op te lossen.”
 

Je wilt dat boeren kíézen voor het beroep van cacaoboer, als een mooi beroep

Competitief
Waar we naartoe moeten is een nieuwe definitie van succes en kwaliteit, stelt Simons. “Je wilt dat boeren kíézen voor het beroep van cacaoboer, als een mooi beroep. Het moet competitief zijn. Tegelijk moet de industrie voor kwaliteit gaan. Om dat beiden te bereiken, moeten we de betere boeren trainen.” Simons is daar zelf mee bezig met zijn bedrijf ScopeInsight, dat actief is in oost- en west-Afrika en midden-Amerika. Dat heeft een methode ontwikkeld om de zakelijke kwaliteiten van landbouwcoöperaties te toetsen. “Zo krijg je een betere inschatting van de professionaliteit van de boeren, waardoor investeerders een reëel beeld krijgen en over de streep getrokken worden bij het vertrekken van een lening.”

“We moeten systemen creëren zodat alle boeren gelijke kansen krijgen. Maar ook een systeem waarin vervolgens de betere boeren worden beloond en niet waar de arme, wanhopige boer wordt geholpen om te overleven.”
Landbouw is nu nog de grootste veroorzaker van armoede. “En dat komt omdat het gebeurt op de – onduurzame – manier die we hebben afgesproken”, vat Simons samen. “Voeg daarbij het feit dat we wereldwijd de opbrengst van landbouw moeten verdubbelen omdat de wereldbevolking toeneemt – en dan heb je de grootste uitdaging van onze generatie.”

Lees de column: Is 'Africa rising, failing' – of allebei?

Foto boven: Africa Renewal
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons