Achtergrond

Hulpverleners onder vuur

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

noodhulp5Het begrip noodhulp is aan het vervuilen, meent Arjan Hehenkamp, directeur operaties van Artsen zonder Grenzen. “Noodhulp wordt door regeringen en internationale organisaties steeds meer gekoppeld aan politieke doelen zoals de strijd tegen het terrorisme, het stabiliseren van de veiligheid of de economische wederopbouw”, vertelt hij. “Tegenwoordig schijn je zelfs oorlogen te kunnen voeren die humanitair zijn”, zegt hij cynisch.

 

Hehenkamp: “Toen de Amerikanen en de Britten Irak binnenvielen, heeft Colin Powell, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, gezegd dat ngo’s force multipliers zijn. Zulke uitspraken helpen ons niet om onze reputatie van neutrale en politiek onafhankelijke organisatie overeind te houden. Vooral door de mensen in Afghanistan, Irak, Soedan en Somalië worden wij steeds meer geïdentificeerd met een politiek en militair project dat niet het onze is. Dat belemmert onze toegang tot de lokale bevolking en ondermijnt onze veiligheid. (zie kader)”

 

 

Hulpverleners als doelwit

In 2004 besloot Artsen zonder Grenzen na de moord op vijf medewerkers om zich terug te trekken uit Afghanistan. Sindsdien is de situatie er voor hulpverleners wereldwijd niet veiliger op geworden. In 2006 werden 85 hulpverleners, waarvan het merendeel lokale staf, gedood. Dit is het hoogste getal sinds 2003, het jaar waarin veel mensen bij een bomaanslag op het VN-hoofdkwartier in Bagdad omkwamen. Ook dit jaar liggen de hulpverleners wereldwijd onder vuur. Vooral juni sprong eruit. Twee medewerkers van het Rode Kruis in Sri Lanka werden ontvoerd en doodgeschoten. Twee Libanese medewerkers van het Rode Kruis kwamen om. Oxfam besloot na een serie van aanvallen om zich uit een vluchtelingenkamp in Darfur terug te trekken. In juli werden 23 Koreaanse hulpverleners door de Taliban in Afghanistan ontvoerd. Twee van hen zijn inmiddels omgebracht.

Heet onder de voeten

 

 

 

 

 

“De lokale artsen in Irak die wij ondersteunen, smeken ons bijvoorbeeld om niet naar bepaalde gebieden in Irak te komen. ‘Wij kunnen jullie veiligheid absoluut niet garanderen’, zeggen ze. Dat raakt ons natuurlijk ontzettend. In Irak is zich een enorme humanitaire crisis aan het voltrekken, waar wij vanuit ons mandaat maar wat graag mee aan de slag zouden willen. Hopelijk lukt het ons om in 2008 ter plaatse te zijn in de gebieden waar de nood het hoogst is.”

 

 

Ook in Soedan wordt de grond de noodhulporganisaties steeds heter onder de voeten. “De Verenigde Naties willen een interventiemacht naar Darfur sturen. De Soedanese regering beschouwt dit als een aantasting van hun soevereiniteit. De regering ziet westerse hulporganisaties als een verlengstuk van de Verenigde Naties (VN). Dit maakt het voor ons moeilijk om toegang tot de conflictgebieden te krijgen.”
 

 

Morele verplichting

 

Hehenkamp: “We hebben al vaker bij de VN aan de bel getrokken over het probleem van de geloofwaardigheid van hulpverleners, maar dat dreigt een eindeloos refrein te worden.” Het enige wat er voor de hulporganisatie op zit is zoveel mogelijk het neutrale karakter proberen te onderstrepen en goed werk afleveren, namelijk slachtoffers helpen ongeacht hun overtuiging of religie. Dat betekent in de praktijk onder meer niet meerijden met Amerikaanse konvooien en zoveel mogelijk lokale gezaghebbers opzoeken om hen uit te leggen wat hun bedoelingen zijn. Dat de organisatie zelf geld heeft en niet afhankelijk is van internationale donoren is een punt wat tijdens die gesprekken ook te berde wordt gebracht. Dat de staf van Artsen zonder Grenzen inmiddels allang niet meer uit alleen maar mensen uit het Westen bestaat, helpt ook bij het kweken van vertrouwen bij de lokale bevolking.

 

Amerikaanse soldaten in IrakDat zijn organisatie ook aan pleitbezorging – in hulpverlenersjargon ook wel bekend onder de term advocacy – doet, ziet Hehenkamp niet als een inbreuk op de neutrale positie die Artsen zonder Grenzen tracht in te nemen. “Het is geen politieke inmenging als je aan de autoriteiten meldt wat er met de lokale bevolking gebeurt. Dat zien wij als een morele verplichting. We zijn daarin wel heel erg voorzichtig en zorgen ervoor dat wat we zeggen vooral is gebaseerd op onze eigen observaties zodat men ons niet kan betichten van partijdigheid.”

 

Koude Oorlog

 

“Het probleem dat de integriteit van hulpverleners in conflictgebieden in twijfel wordt getrokken is niet nieuw”, beaamt Hehenkamp. “Tijdens de Koude Oorlog was het ook moeilijk om als westerse hulpverlener in door de Sovjet-Unie gecontroleerde gebieden je werk te doen.”

 

De intensiteit van het probleem is de laatste jaren wel groter geworden, aldus Hehenkamp. “Dit is absoluut geen business as usual voor ons. Het is niet zozeer alleen de War on Terrorism als wel de algehele polarisatie die de wereld sinds de aanslagen van 11 september in zijn greep houdt. Zowel de Amerikanen als Al Kaida zeggen: ‘Als je niet voor ons bent dan ben je tegen ons.’ Dat is niet onze insteek. Wij geven hulp waar dat nodig is. En als we met de Taliban of rebellen in Sierra Leone zouden moeten samenwerken om de lokale bevolking te kunnen helpen dan doen we dat.”

 

vluchtelingenkamp Darfur Foto Oxfam InternationalVrede en wederopbouw

 

Hehenkamp verzet zich ook tegen de tendens bij internationale organisaties dat noodhulp steeds meer een onderdeel moet zijn van een proces van vrede en wederopbouw. “Na een natuurramp zoals de tsunami is dat een ander verhaal, maar in een conflictsituatie maak je wederopbouw zo onvermijdelijk tot onderdeel van een politiek proces. Binnen een conflict voeg je je dan al snel naar één van de strijdende partijen.”

 

“Wij zien de negatieve gevolgen van het geven van noodhulp als onderdeel van een groter pakket. In de DR Congo kreeg het vredesproces de prioriteit met als gevolg dat er geen geld voor de voedselcrisis in Katanga werd vrijgemaakt. En in Somalië wordt er zo goed als niets gedaan aan de enorme humanitaire ramp die zich daar afspeelt omdat institutionele donoren de internationale politieke prioriteiten volgen. Wij als Artsen zonder Grenzen distantiëren ons van een beleid dat het redden van levens afhankelijk maakt van politieke doelstellingen. Hulp aan de slachtoffers moet altijd prioriteit krijgen.”

 

slachtoffertje ondervoedingOntwapenen of voeden?

 

Hehenkamp haalt een voorbeeld aan uit Angola van een paar jaar geleden. “In de vluchtelingenkampen bleken ook Unitarebellen te zitten. Er werd toen besloten dat er geen hulp aan de vluchtelingen zou worden gegeven zolang de rebellen zich niet ontwapenden. De voedselsituatie in die kampen was echt verschrikkelijk. Met name vrouwen en kinderen kwamen bij bosjes om door ondervoeding. Wij hebben daarom besloten om toch hulpverlening te geven. Dat heeft ons destijds veel kritiek opgeleverd, maar het is een beslissing die we nu weer zouden nemen.”

 

Artsen zonder Grenzen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons