Achtergrond

Glamour in Burkina Faso

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Iedere twee jaar maakt de hoofdstad van Burkina Faso, Ouagadougou, ruimte voor het grootste filmfestival op het Afrikaanse continent, FESPACO. En iedere twee jaar komt dezelfde vraag langs: komen er goede films uit Afrika? Antwoord: ja zeker, als er geld voor is. Onze Bram Posthumus doet verslag.

Elke handelaar grijpt zijn kans. Nu. Want je moet twee jaar wachten voor de volgende gelegenheid. Dus wurmt iedere bezoeker van Afrika’s grootste filmfestival zich door een woud van verkopers met speciale FESPACO T-shirts en petjes en affiches en dat alles naast het gewone aanbod van kleding, etenswaar, telefoonkaarten, Franse kranten, nagemaakte parfums en leuke hebbedingetjes voor op de schoorsteenmantel. Het wordt allemaal dwars door de stad getransporteerd op ronkende brommers die zorgen voor een wolk uitlaatgassen die zich vermengt met stof en Sahelzand. Na een week Ouagadougou zitten de longen wel vol.

Stofnest van glamour
Waarom is nou uitgerekend dit stofnest de hoofdstad van de Afrikaanse cinema geworden? Dat is te danken aan een generaal, die in 1966 besloot een nationale filmindustrie uit de grond te stampen, met een nationaal productiefonds. ‘Toen maakten we veel films’, herinnert de grote cineast Issa Ouédraogo zich nog goed. ‘Maar ja: dat fonds bestaat niet meer.’ Fespaco nog wel – al 44 jaar.

Afrikaanse overheden werden in jaren ’90 aangestoken door het vrijemarkt-virus en trokken zich massaal terug uit de cultuurbizz. Moet bekend klinken in Nederland anno nu. Het resultaat liet zich voorspellen: de filmproductie in Burkina Faso – en elders – stortte in elkaar.

De geldsituatie blijft penibel maar er is volop beweging op het Afrikaanse filmfront . Beste illustratie: de winnaar van de Gouden Hengst (Étalon d’Or) van 2013. ‘De originaliteit van het onderwerp trof ons’, schreef de jury. ‘Het is geen voor de hand liggen verhaal.’ De winnaar is Tey, van de Senegalese-Franse cineast Alain Gomis. Een film die ook al furore maakte op onder andere het filmfestival van Berlijn. We volgen de laatste dag uit het leven van Satché, een jonge, charismatische en gecompliceerde man. Zijn dood wordt aangekondigd in de eerste scène van de film en de rest bestaat uit een tocht door Dakar, langs de mensen en de plaatsen die zijn leven markeerden: revolutionaire medestudenten, vrouwen, genezers. En uiteindelijk zijn eigen gezin.

Herlevende filmindustrie
De montage is niet chronologisch en dat maakt Tey spannend. Films als deze laten zien welke uitdagende richtingen cinema “Made In Africa” kan inslaan. Alain Gomis liet weten dat hij trots was op zijn land en op iedereen die aan het succes had bijgedragen. Met een Gouden èn een Bronzen Hengst (voor “La Pirogue”, een dramatisch verhaal over de gevaarlijke clandestiene overtochten van West Afrika naar de Canarische eilanden) zit Senegal goed in de lift. Maar, voegde Gomis veelbetekenend toe, hij zou graag wat meer belangstelling van de Senegalese overheid voor de herlevende nationale filmindustrie willen zien.

Bram’s filmtips!

We mogen ervan uitgaan dat een deel van de oogst van Ouagadougou in de herfst van dit jaar te zien zal zijn in het onvervangbare Africa In The Picture festival. Wat te gaan zien?

Er zijn twee films die mooi passen in de categorie “feelgood”. Allebei gaan ze over gestolen familiebezit, intriges, moord en misdaad. En: het loopt goed af! Het gaat om Le collier du Makoko uit Gabon, van Henri Joseph Koumba Bididi en Nishan uit Ethiopië, van Shumete Yidnekachew; en hij studeerde bij Imagine.

Twee Lusofone films geven een radicaal andere kijk op voormalige Portugese koloniën. In O grande kilapy (Angola, Zeze Gamboa) heb je het verhaal van een jonge Angolees die vlak voor het einde van de koloniale tijd kans ziet stervensrijk te worden met zwendel in het Ministerie van Financiën waar hij werkt. In Virgem Margarida vind je een boeiende inkijk (humoristisch en tragisch) in de heropvoedingspraktijken van de postkoloniale Mozambikaanse overheid. Het speelt zich af in zo’n kamp, opgericht voor ex-prostituees.

Ook aanbevolen: One Man’s Show van de Nigeriaan Newton Ifeanyi Aduaka, een intiem relatiedrama tussen een man die de show van zijn leven voorbereidt terwijl hij op het randje van de dood staat – en de vrouwen in zijn leven, die stapelgek van hem worden.

Een rode loper voor even
Een paar uur na de bekroning verdrongen duizenden jonge Burkinabe zich bij de laatste overgebleven bioscopen in de stad om de winnaar te gaan zien. Tey blijft een week draaien. Enige verschil: de rode loper zal er niet meer liggen. Die bedekt, zoals de traditie wil, een week lang het rafelige asfalt van de Avenue Wagyandé, zodat je omgeven door verkopers en artiesten en de gloeiende hitte van Ouaga toch even die glamourervaring hebt onderweg naar de ingang van de Ciné Burkina en zijn fraaie terras.

Ondertussen zijn twee andere bioscopen in de stad gesloten. ‘Dat is waar, maar in Bobo Dioulasso (tweede stad van Burkina Faso) gaat er weer eentje open’, vertelt Gaston Kaboré, een andere gevierde nationale filmmaker en de oprichter van de innovatieve filmacademie Imagine. ‘Je ziet hetzelfde in de kleinere steden in het land. Ook daar gaan de bioscopen juist weer open. Dus ik denk dat er een nieuwe beweging aan de gang is die het grote belang van film inziet.’ Goed nieuws voor de honderden ambitieuze filmmakers die in de afgelopen 10 jaar door Imagine zijn gegaan en inmiddels zelf actief meedingen naar de hoogste Afrikaanse filmprijs

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons