Achtergrond

Gedeeld verdriet in verscheurde gemeenschap

Vandaag op 11 juli vindt de 23e herdenking van de val van Srebrenica plaats. In aanloop naar de herdenking verbleef Natasha Huiberts in Polom, een klein dorp nabij Srebrenica, om te zien welke impact de oorlog nog steeds op de gemeenschap heeft.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Kogelgaten in de muren van vooroorlogse gebouwen vormen de blijvende herinneringen aan de belegering van Sarajevo in de jaren 90. Toch overheerst het gevoel dat Sarajevo grotendeels hersteld is tot de multiculturele en bruisende stad die het ooit was. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door drukbezochte terrasjes met groepjes jongeren die uit gemêleerde gezelschappen bestaan. De stad toont zich veerkrachtig en het leven gaat door. Ik wil weten of dit, ruim twintig jaar na de verwoestende oorlog, ook geldt voor andere delen in Bosnië en wat de impact op individuele mensenlevens is.

Daarom reis ik naar het oosten van Bosnië. Daar verblijf ik in de aanloop naar de herdenking van de val van Srebrenica, op 11 juli, enkele dagen in Pomol, een klein dorp dat op ongeveer 23 kilometer van Srebrenica ligt. Vóór de oorlog was het een levendig dorp waar zo’n tweehonderd moslimgezinnen woonden.

Nog maar zeven huizen bewoond

Dat veranderde na de val van Srebrenica. Daarbij werden negentig moslimmannen en jongens uit het dorp vermoord, waarvan de jongste nog maar 14 jaar oud was. Veel overlevenden en nabestaanden keerden na de oorlog niet meer terug naar hun geboortegrond. De gemeenschap was ontwricht, individuele levens vernietigd. Hun bezittingen waren geplunderd en huizen verwoest. Er was simpelweg niets meer om naar terug te keren, met uitzondering van de nostalgische herinneringen aan een verleden dat er ooit was.
Beeld: Natasha Huiberts
Voor veel overlevenden en nabestaanden was dat een reden om elders een nieuw leven op te bouwen. Een enkeling bleef achter. Nu worden er nog maar zeven huizen permanent bewoond. Een van de huidige bewoners is Nezira, een alleenstaande bejaarde vrouw. Ze is alleen over. Sommige dierbaren verloor ze tijdens de oorlog, anderen vertrokken later op zoek naar een beter bestaan. Het huis van de zoon van Nezira’s zus staat er verlaten bij. Hij verblijft in Zwitserland voor een medische behandeling, maar het is niet zeker of hij ooit nog terugkomt. In de tussentijd zorgt Nezira voor het huis alsof er daadwerkelijk nog in geleefd wordt.

Op de avond dat ik Nezira ontmoet, is het verdriet van haar gezicht af te lezen. Eenzame tranen banen zich een weg over haar gerimpelde wangen, voordat ze op de grond vallen. Het gemis is er altijd, maar enkele dagen voor de herdenking beleeft ze het nog intenser. In een wanhopige poging laat ze een foto van een omgekomen mannelijk familielid zien. Ze wil weten wat zijn lot was, maar de antwoorden ontbreken ook ruim twintig jaar later nog.

Het mooiste uitzicht van Bosnië

Op een van de hoogste bergtoppen van Pomol staan de fundamenten van het huis van Elvir. Deze plek biedt het mooiste uitzicht van Pomol, misschien zelfs van heel Bosnië, vindt hij. Bovendien stond hier voor de oorlog het huis waar hij als kind opgroeide. Ondanks alle pijnlijke herinneringen voelt hij zich alleen op deze plek echt thuis. Daarom was het zijn wens om op dezelfde plek een nieuw huis te bouwen. Niet om permanent te bewonen, maar om tijdens de vakanties in te verblijven. Tot zijn grote teleurstelling kwam hij er al tijdens de bouw achter dat zijn kinderen zich niet met deze plek verbonden voelen. Ze zijn in Nederland opgegroeid en verblijven tijdens hun vakanties liever in een grote stad als Sarajevo.
Beeld: Natasha Huiberts
Samen met Elvir ga ik op bezoek bij zijn schoonouders. Ze wonen inmiddels al tientallen jaren in de Verenigde Staten, maar ze bezoeken Bosnië jaarlijks in de zomervakantie. De enkele buurtbewoners die zijn achtergebleven komen dan graag op bezoek.

Zo ook Velija. Hij was 19 jaar aan het begin van de oorlog. Toen de oorlog begon, dacht hij dat het niet langer dan twee weken zou duren. Hij meldde zich aan bij het Bosnische leger terwijl hij nog nooit een wapen had vastgehouden.

Hij had de oorlog overleefd, maar hij was zijn levenslust verloren

In juli 1995 viel het Servische leger onder leiding van Ratko Mladic de enclave aan. Zonder na te denken begreep Velija dat vluchten de enige kans op overleven was. Samen met drie andere soldaten trok hij de bossen tussen Srebrenica en Tuzla in. De angst om te bezwijken aan honger of aan het geweld van Servische soldaten was permanent aanwezig. De vlucht was uitzichtloos en hij wist niet hoeveel dagen of weken hij nog zou moeten doorstaan.

Na 78 dagen bereikte hij het vrije territorium. Het was hem gelukt om in leven te blijven, maar hij besefte toen nog niet dat de impact van de gebeurtenissen hem zou blijven volgen.

Ook na de oorlog verdwenen de pijnlijke herinneringen niet. Hij had de oorlog overleefd, maar hij was zijn levenslust verloren. Hij was fysiek vrij, maar hij zat gevangen in zijn eigen kwellende gedachten. Hij woonde tijdelijk in Zweden en Zwitserland, maar verlangde naar ‘huis’. Hij voelde zich vervreemd in een ander land, waar niemand zijn pijn en verdriet leek te begrijpen. Daarom keerde hij uiteindeljk toch terug naar de gemeente Srebrenica. Op deze plek zijn mensen met elkaar verbonden door verdriet en verlies. Dit is de enige plek waar hij troost kan vinden in gedeeld verdriet, waar hij liever niet over praat.

God compenseert de doden, maar lijkt dit gebied te zijn vergeten

God compenseert de doden, maar lijkt dit gebied te zijn vergeten. Voor de overlevenden en nabestaanden was er na de oorlog niets anders dan nostalgische herinneringen aan het verleden om naar terug te keren. Alleen de natuur verraadt dat er ruim twintig jaar verstreken is. De stenen overblijfselen van door tanks kapot gewalste huizen zijn opgeslokt door een wildgroei aan bomen, bloemen en planten. Hier liggen de verhalen van 8.000 vermoorde moslimmannen begraven. Nu houdt de overgebleven generatie deze herinneringen aan hen in leven, maar uiteindelijk zullen met hen ook de verhalen verdwijnen.

De achternamen van de geïnterviewden zijn bij de redactie bekend.  

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons