Achtergrond

Dwangarbeid achter de naaimachine

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Dat het gevaarlijk werken is in veel kledingfabrieken is ondertussen wel bekend, denk aan Bangladesh. En dat de arbeiders, vooral vrouwen, voor hun lange werkdagen met veel te weinig loon worden afgescheept, ook dat is overal in het nieuws geweest. Maar er zijn (natuurlijk) meer lagelonenlanden waar zulke misstanden voorkomen. Nieuw onderzoek belicht de harde praktijk in Zuid-India.

Feitelijk werken ze er als moderne slaven; ze moeten extreem lange werkdagen maken maken voor erg lage lonen

Slaapzalen
Flawed Fabrics, het nieuwste rapport van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en de Landelijke India Werkgroep (LIW), toont aan dat ook in de textielindustrie in Zuid-India uitbuiting en dwangarbeid voorkomen. Tieners en jonge vrouwen, vooral uit arme Dalit-gemeenschappen worden de fabrieken in gelokt met mooie beloftes. Maar feitelijk werken ze er als moderne slaven; ze moeten extreem lange werkdagen maken maken voor erg lage lonen. Ook moeten ze in slaapzalen verblijven, die ze soms delen met zijn veertigen, en mogen ze heel vaak het bedrijfsterrein niet verlaten.

Loon voor werkdag van 12 uur: € 2,75
Het rapport beschrijft de werkomstandigheden in vijf textielfabrieken in Tamil Nadu en omvat uitgebreide interviews met 150 arbeiders, plus analyses van bedrijfsinformatie en exportgegevens. Afnemers van de vijf fabrieken zijn C&A, Primark, HanesBrands (VS) en Mothercare (VK).
De regio Tamil Nadu in Zuid-India is een belangrijk productiecentrum voor de wereldwijde kledingindustrie. Ook in de vijf onderzochte bedrijven is geen sprake van een officieel minimumloon voor de arbeiders. Een redelijk bedrag zou ca. € 200,- zijn. In de praktijk verdienen aankomende arbeid(st)ers € 2,75 per dag, wat betekent dat ze voor een maand, met 26 lange werkdagen en vaak overwerk, € 71,40 krijgen, meestal in contanten. Vakbonden krijgen er geen poot aan de grond.

Ondoorzichtig
De kledingindustrie is een bedrijfstak met oude, ondoorzichtige structuren en een lange productieketen. Daarin is het heel lastig na te gaan welke bedrijven (spinnerijen, stoffenproducenten, ververijen) eigenlijk de materialen en grondstoffen maken waarvan de kledingfabrieken, zeg de eindproducenten, hun shirts, broeken of jassen maken. Bijgevolg is het ook niet duidelijk onder welke omstandigheden die basismaterialen zijn gemaakt in deze bedrijven, die dag en nacht draaien.

Katoenen garens
De onderzoekers gingen daarom een stapje terug in de productieketen, en onderzochten vijf textielfabrieken voor de kledingindustrie basismaterialen als katoenen garens en stoffen produceren. De betreffende bedrijven leveren aan westerse merken, en ook aan Bengalese kledingfabrieken, die met deze garens en stoffen kledingstukken voor de westerse markt maken. Het rapport laat zien dat ook bij die toeleveranciers de werkomstandigheden ellendig zijn.

H&M, C&A en Primark, hebben inmiddels openbaar gemaakt van welke fabrieken zij hun kleding betrekken

Wat doen westerse kledingmerken?
Enkele merken, H&M, C&A en Primark, hebben inmiddels openbaar gemaakt van welke fabrieken zij hun kleding betrekken en, tot op zekere hoogte, ook welke toeleveranciers grondstoffen leveren aan ‘hun’ fabrieken. Andere initiatieven voor verbetering van de bedrijfstak heeft bijvoorbeeld het Britse Ethical Trading Initiative (ETI) genomen. Eind 2010 zette ETI, een samenwerking van bedrijven, vakbonden en ngo’s een programma op in Tamil Nadu. Dat resulteerde begin 2013 in de Tamil Nadu Multi Stakeholder Group, waarvan ook onder meer C&A en Primark deel uitmaken. Maar over de hele linie schieten acties om de werkomstandigheden in lagelonenlanden te verbeteren tekort.

De, bekende, lange weg
De misstanden die het rapport van SOMO en LIW belicht, zijn al veel langer bekend. Behalve de opstellers van Flawed Fabrics berichten ook andere belangenorganisaties en ngo’s er al jaren over. En ook de aanbevelingen ter verbetering van de omstandigheden in de kledingproductie zullen sommigen bekend in de oren klinken. Allereerst moet (in dit geval) de Indiase regering in actie komen en de rechten garanderen van kwetsbare werkne(e)m(st)ers in de sector. En daarnaast moeten westerse merken en producenten samen de gevaren en bedreigingen in de totale productieketen van kleding actief opsporen en aanpakken. Betrokkenen moeten veel meer openheid geven, ook over hun indirecte leveranciers. Vakbonden moeten ongehinderd de belangen kunnen behartigen van werknemers en arbeiders moeten serieus worden genomen in hun verlangens en klachten in plaats dat ze worden geïntimideerd en hun rechten met voeten worden getreden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons