De hoogte- en dieptepunten van de Copenhagen Fashion Summit

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Tijdens de persconferentie, een dag voor de Copenhagen Fashion Summit, werd mij al duidelijk: er gaat niet met een boos vingertje richting de bedrijven worden gewezen. Niks mis mee, zeker niet als je doel is de industrie aan te zetten tot een commitment for change (het thema van de Summit) en je bedrijven op wilt roepen om gezamenlijk in actie te komen. Dan wil je hen niet op de tenen trappen. Maar genoegen nemen als bedrijven het hebben over hun ‘ambitieuze plannen’ omtrent milieu en arbeid, terwijl werkelijke progressie uitblijft, zou toch de nodige vraagtekens moeten oproepen. Helaas werden die kritische vragen nauwelijks aan ze gesteld. Gelukkig waren er een aantal sprekers die wel de vinger op de zere plek durfden te leggen en lieten toekomstige designers met voorbeelden uit de praktijk zien hoe het ook kan. De hoogte- en dieptepunten op een rij:

Hoogte/diepte punt:

Hoe staat de industrie er voor? 

Dat de kledingindustrie er niet al te best voorstaat als het gaat om duurzaamheid, wisten we al. Maar hoe zij precies scoort op gebieden als mens en milieu, is niet helemaal duidelijk. Om daar inzicht in te krijgen, heeft de Global Fashion Agenda (waar de Summit onderdeel van is) in samenwerking met de Boston Consulting Group deze week een rapport uitgebracht waarin zij de ‘pulse’ van de industrie meet. Tijdens de Summit werden de resultaten gepresenteerd: en die zijn ronduit slecht.

Belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat de grote kledingbedrijven het over het algemeen stukke beter doen dan de middelgrote en kleine bedrijven. Niet zo gek, stelde Caroline Chalmer, van de Global Fashion Agenda. “Het zijn de grote bedrijven die genoeg geld hebben om te investeren en innoveren.” Ze riep de grote spelers dan ook op de kleinere bedrijven op sleeptouw te nemen.” Anna Gedda, hoofd duurzaamheid bij H&M, gaf later op de dag gehoor aan die oproep. “Wij bij H&M zijn al ruim twintig jaar bezig met het verduurzamen van onze keten. We weten wat werkt, maar ook vooral wat niet werkt. Onze ervaringen zullen we delen.”

Het rapport ‘The pulse of the fashion industry’ is zowel een hoogte- als een dieptepunt te noemen: het feit dat de industrie zo slecht scoort, is een dieptepunt. Maar doordat die scores nu duidelijk en inzichtelijk zijn, is volgend jaar goed te meten waar de industrie dan staat. En of de kledingbedrijven hun beloftes dus hebben waargemaakt.

Hoogtepunt:

De stem van de volgende generatie 

Een verademing tussen alle sessies waarbij het hoogste woord elke keer aan de CEO’s van grote kledingbedrijven was, en de gemiddelde panelleeftijd rond de vijftig of hoger lag, was de Youth Fashion Summit. Een groep internationale modestudenten had gewerkt aan het bedenken van oplossingen voor de industrie om de productie te verduurzamen. Die ideeën hadden ze omgezet in concrete voorbeelden: een denim-collectie waarbij de voetafdruk in alle stappen van het productieproces was teruggebracht.

Een ander belangrijk onderdeel van de Youth Summit was de presentatie van de eerste VN-resolutie, gericht op de textielindustrie. De studenten waren vorig jaar aan de slag gegaan met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen, de SDG’s. Ze hebben uitgezocht wat de doelen aan kansen biedt voor modebedrijven en presenteerde deze tijdens de kledingtop. Daarnaast hebben ze gewerkt aan een resolutie die aansluit bij de SDG’s maar specifiek is gericht om de kledingindustrie aan te zetten tot actie. Deze zal later dit jaar aan de Verenigde Naties in New York gepresenteerd worden.  

Youth Fashion Summit. Foto: Copenhagen Fashion Summit 

Hoogtepunt:

'Waar blijft de echte verandering?' 

Zoals gezegd, konden in veel paneldiscussies kledingbedrijven ongestoord hun betoog houden over wat ze allemaal wel niet doen om hun 'water waste' terug te brengen, de arbeidsomstandigheden in hun toeleveringsketen te verbeteren of de textielafvalberg in te dammen, zonder dat er een kritische noot bij werd gesteld. Gelukkig werd die later op de middag nog wel aangekaart tijdens de sessie ‘constructive fashion adovcacy’. Livia Firth, oprichtster van Eco-Age, was degene die, net als vorig jaar in haar speech, de spijker keihard op de kop sloeg. “Ik zie enorm veel commitment voor duurzaamheid en er zijn vandaag de dag honderden initiatieven binnen de sector gaande die zich hiervoor inzetten, maar waar blijft de verandering? Ik heb werkelijk nog geen enkel initiatief gezien dat echt werkt.”

Firth riep op tot wetgeving. Onder andere op het gebied van leefbare lonen. “Een leefbaar loon is een fundamenteel mensenrecht. Elk bedrijf zegt dat hier te erkennen. Maar tegelijk is er bijna geen enkele textielarbeider die een eerlijk loon betaald krijgt.”

"Als succes zou worden gemeten door alle beloftes in duurzaamheidsverslagen, zou de industrie 'groen' zijn" – Livia Firth 

Een van de panelleden, Jessica Simor (advocaat in de Europese rechtbank van mensenrechten) voegde daaraan toe: “Retailers die als tegenargument beweren dat zij het minimumloon, zoals de landen dat hebben vastgesteld, betalen, erkennen in wezen dat ze onvoldoende betalen om aan de basis levensstandaard te voldoen.” De minimumlonen in grote kleding-producerende landen als Bangladesh, India, China en Cambodja liggen namelijk ver onder het leefbare loon.

Livia Firth (links) en Jessica Simor. Foto: Copenhagen Fashion Summit 

Dieptepunt:

Zo krijg je de zaal op het puntje van haar stoel 

Het leek wel of ze alle kritische mensen in één panel bijeen hadden gestopt. Of dat met opzet gedaan is, betwijfel ik. Maar duidelijk was dat de bedrijven er met hun praatjes over duurzaamheid heel makkelijk vanaf kwamen deze dag. Hadden ze Livia Firth tegenover een Simon Platts, inkoopdirecteur van Asos.com (een online webshop met meer dan 850 kledingmerken) neergezet, dan was er ongetwijfeld wrijving ontstaan. Dan had je een interessant gesprek gehad. Dan had je de zaal op het puntje van haar stoel gekregen in plaats van achteroverhangend, kijkend naar zijn of haar telefoon.

Dieptepunt: 

Waar is het geluid van de textielarbeiders zelf? 

Als laatste dieptepunt wil ik nog even noemen dat het geluid van de textielarbeiders zelf gedurende de hele dag nergens te bekennen was. Lola Young, lid van het Engelse House of Lords, maakte daar een terechte opmerking over: “We praten hier de hele dag over het verbeteren van de levensstandaard van de mensen die in de industrie werken, en wat er moet veranderen, maar waarom vragen we het zelf niet aan ze?”. De CEO’s hadden hun mond vol van ‘good labour practices’ en wisten precies wat de arbeiders nodig zouden hebben. Maar waarom de vakbonden, de ILO (International Labour Organization) of de textielarbeiders zelf niet vertegenwoordig waren, blijft onduidelijk. 

Hoogtepunt:

Commitment for Change ondertekent 

Hoewel er genoeg punten van kritiek te geven zijn op het programma, de sprekers en de aanpak van Summit, is het initiatief al met al een goed middel om de industrie bijeen te krijgen en een essentieel onderwerp als duurzaamheid op de agenda van kledingbedrijven te zetten. Gelukkig werd er dit jaar naast een heleboel gepraat ook daadwerkelijk toegezegd om tot actie over te gaan. Zo ondertekende H&M, Inditex (Zara, Bershka), Kering (Gucci, Puma), Adidas en nog 25 bedrijven een verbintenis waarin zij beloven te gaan werken aan de implementatie van een circulair businessmodel. "Het is een teken dat de industrie niet alleen bewust is van de noodzaak om te veranderen en de noodzaak om te streven naar een 'closed loop systeem', maar ook klaar is om op te treden", aldus Eva Kruse, directeur van de Copenhagen Fashion Summit. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons