Achtergrond, Column

Bevrijdend drinken

De eerste slokjes nam ze vooral uit protest: ze wilde zich niet conformeren aan de islam. En ze wilde stoer zijn. Maar tegenwoordig vraagt Esra Dede zich af of ze alcohol eigenlijk wel echt lekker vindt.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Alcohol was voor mij ooit het symbool van bevrijding. Het was tevens het middel dat mijn ouders niet in huis wilden hebben en waar ze me voor waarschuwden. “De profeet loopt niet op wegen waar alcohol op is gevallen, ook geen druppel”, vertelde mijn moeder me als kind. Haar woorden maakten weinig indruk, ik rationaliseerde alles weg. “Alcohol is snel verdwenen hoor, niks bestaat voor altijd”, zei ik dan snedig.

Ook aan mijn onschuld kwam een einde. Het begon met stiekeme bezoekjes aan de Albert Heijn op de middelbare school. Minderjarig en hoogmoedig liepen we langs de kassamedewerker met onze blikjes Bacardi-cola. Ik vond het voornamelijk vies, maar ook heel stoer – en dat laatste won.

Het ging mij vooral om het ritueel. Hoe vaak heb ik niet in een kringetje gestaan met een glas in mijn hand. Hoe vaak werden de barrières van sociaal ongemak niet omver en de biertjes achterover getikt. Mijn studententijd lijkt veel op die van elke normale Nederlandse student, maar ik ben helemaal niet normaal. Diep van binnen was elk glas een zegeviering, elke slok het bewijs dat ik me aan het losweken was van mijn ingegoten islamitische normen en waarden. Kijk mij eens tegen mijn ouders zijn! Kijk mij eens naar huis strompelen en mijn bed inkruipen! Duizelig, misselijk en met een hoofd vol spijt. Ik was er zo zeker van dat het me goed deed.

Kijk mij eens tegen mijn ouders zijn! Kijk mij eens naar huis strompelen en mijn bed inkruipen!

Wat was ik eigenlijk aan het bewijzen, vraag ik me nu af. De verhalen die mijn moeder vertelde, zijn allang achterhaald. Elk land is gedrenkt in alcohol. Zelfs Saoedi-Arabië, het land van de profeet, is ondergedompeld in zelfgebrouwen fruitbier en er lopen mensen op straat waar liters drank in is gevloeid. Ik realiseer me dat ik het leven zwart-wit wilde zien. Door te drinken wilde ik me losweken van mijn islamitische narratief. Dan was ik geen moslim meer, dacht ik. Door te drinken hoorde ik echt bij de meerderheid waar ik bij wilde horen. Wie was ik hiermee aan het plezieren? Mezelf, of de mensen om me heen? Eigenlijk beleefde niemand plezier aan mijn alcoholgebruik. Het zat allemaal tussen mijn eigen oren en stroomde door mijn eigen bloed.

De afgelopen week heb ik me ondergedompeld in het Palestijns avondleven in Haifa. Binnen de kortste keren stond ik in een kringetje met progressieve activisten, ieder met een biertje in de hand. Ik bestelde er ook maar een, iedereen deed dat immers. Na dat eerste biertje had ik er ineens totaal geen zin meer in. Ik voelde de groepsdruk die ik zelf aan het produceren was. Groepsdruk is namelijk pas groepsdruk als je jezelf onder druk zet. Ik had al jaren niet meer dan een enkel biertje gedronken, waarom zou ik die grens nu overschrijden? De volgende avond stond ik in een kringetje bierdrinkende Palestijnen met een flesje sodawater in mijn hand en de wereld was geen millimeter verschoven. Alcohol was ooit het symbool van bevrijding voor me. Nu ik me meer bevrijd voel dan ooit, laat ik de alcohol voor wat die is, een stof dat .

Nu nog stoppen met roken.

 

Foto: Max Pixel, CC0.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons