Achtergrond

Bengalese Selima Ahmad spoort bedrijven aan goed te doen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Stel je voor, een vrouw die dagelijks huiselijk geweld heeft meegemaakt. Stel je voor, een ander meisje dat op haar 16e werd uitgehuwelijkt – op haar 17e werd ze moeder. Stel je voor, een vrouw die nu empowered is, gerespecteerd in de familie. U ziet haar nu voor u.” Selima Ahmad, vicevoorzitter van Nitol-Niloy Group is een levend voorbeeld van hoe ook een Bengalese vrouw van een dubbeltje een kwartje kan worden. Ze begon haar bedrijf met 500 dollar en nu leidt ze een onderneming met een miljardenomzet en 5.000 werknemers.

Towards Social ImpactConsultantsbureau PwC, vakbondsorganisatie CNV Internationaal, de vereniging van duurzame beleggers VBDO en hulporganisatie ICCO hielden voor de vierde keer de Human Rights&Business conferentie in huis bij PwC. Het publiek bestond uit een evenwichtige mix van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, hulporganisaties, mensen uit de financiële wereld. Op de conferentie werd het rapport Towards Social Impact gepresenteerd, met daarin praktische tips en oogwenken voor bedrijven.

Maar, zei de Bengaalse topvrouw gisteren op de Human Rights & Business-conferentie in Amsterdam: vanzelfsprekend is dat allerminst. “Vrouwen in Bangladesh hebben het moeilijker dan mannen, ze verdienen minder loon dan mannen voor hetzelfde werk. Elke dag worden ze tegengewerkt. Ook als ze ondernemer willen worden.” Daarom richtte Ahmad de Bengaalse Kamer van Koophandel voor vrouwen op. “Ik wilde economische onafhankelijkheid, dat is gelukt. Maar er is nog veel oneerlijkheid tussen mannen en vrouwen.” Microfinanciering is wat haar betreft niet de oplossing: “Dat leidt niet tot échte empowerment.” Beter is het, volgens Ahmad, om nog iets groter te denken. “Money talks”, immers.

Land-piraat
En als we het dan toch over geld hebben. Bedrijven, met name westerse bedrijven die in landen als Bangladesh opereren, hebben een speciale verantwoordelijkheid. “Als eerste: wees transparant”, stelde Ahmad. “Betaal belasting, wees geen ‘land-piraat’ – die stukken land op sjoemelige manier bemachtigt – , buit je lokale werknemers niet uit en laat je niet in met corruptie en smeergeld.” Dit is met name een uitdaging in landen met een zwakke overheid, erkent ze. Toch moeten westerse bedrijven zich houden aan de regels. Het halen van ‘targets’ en ‘marktaandeel’ is te belangrijk geworden.
Om haar eigen land als voorbeeld te gebruiken: “Buitenlandse ondernemingen moeten de armoede van Bangladesh niet misbruiken. Die bestaat, en lokale mensen zullen alles accepteren. Vergeet Rana Plaza niet.”

Buitenlandse ondernemingen moeten de armoede van Bangladesh niet misbruiken

Levendige media
Dankzij ‘Rana Plaza’, twee jaar geleden, zijn bedrijven in Bangladesh “meer alert en meer bewust” geworden, vertelde Ahmed na afloop van de conferentie. Niet zozeer omdat de ondernemingen werknemers willen beschermen, als wel in het eigenbelang en om economisch te overleven, stelt Ahmed: “We zijn nog altijd de nummer-2 exporteur van textiel in de wereld. Fabrieken willen voortbestaan.” De “levendige” media, zowel op papier als online, speelt een grote rol bij het volgen van de bedrijven, de naleving van arbeidsvoorwaarden, het uitzoeken van smeergeldzaken. “Dat is echt toegenomen en dat is goed nieuws.”
Hoe staat het dan met de inzet van lokale bedrijven, spreken ook zij hun regering aan, wilde iemand uit het publiek weten. “Kleine bedrijven durven wel te klagen bij de overheid”, volgens Ahmed, “maar grote bedrijven niet. Ze hebben te veel te verliezen. Kleine bedrijven zijn flexibeler zijn met waar ze zich kunnen vestigen. Wanneer het ze niet bevalt, dan gaan ze elders naartoe. Grote bedrijven kunnen dat niet zo gemakkelijk.”

Investeerders met sociale impactHoe kunnen investeerders invloed uitoefenen op het MVO-beleid van bedrijven? De Britse Stefanie Maier, hoofd van Responsible Investment Strategy & Research bij Aviva Investors, een andere spreker op de conferentie presenteerde het voorbeeld van het oliebedrijf SOCO, dat actief is in het Congolese natuurgebied en werelderfgoed Virunga. SOCO bleek zaken te doen met een corrupte parkwachter.
Volgens Maier is ‘bewustwording’ bij bedrijven het begin. “Vaak weten bedrijven niet wat de activiteiten met hun van doen heeft. Het is belangrijk om bedrijven op het belang te wijzen van de naleving van mensenrechten. Investeerders hebben daarin een belangrijke rol te spelen.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons