Dinsdag presenteerde minister Ploumen haar beleidsbrief ‘Samenwerking met het maatschappelijk middenveld in een nieuwe context’. Hierin staan haar plannen voor het maatschappelijk middenveld vanaf 2016 .Wij analyseren de brief aan de hand van een Worldcloud.
Zo werkt het: hoe groter het woord, hoe vaker het voorkwam in de beleidsbrief. Lidwoorden, tussenvoegsels en werkwoorden als ‘zijn’, ‘hebben’en ‘worden’, zijn weggelaten. Wat valt er dan op?
Waar wij journalisten de term ‘maatschappelijk middenveld’ voor de leesbaarheid nog wel eens willen vervangen door ‘ontwikkelingsorganisaties’, ‘NGO’s’, of ‘stichtingen’, houdt de minister zich strak aan deze term. Zo zie je in de worldcloud dus meteen waar het hier om gaat: ‘maatschappelijke’ en ‘organisaties’ zijn bijna de grootste woorden in het veld.
Alleen het woord ‘Nederlandse’ is groter. Zou dat iets te maken hebben met welke belangen de minister wil dienen? In elk geval ook met het feit dat het ministerie partnerschappen wil aangaan met Nederlandse maatschappelijke organisaties. In het verleden mochten ook buitenlandse organisaties een aanvraag doen, nu kiest de minister Ploumen hiervoor omdat Nederlandse organisaties volgens haar een goede reputatie hebben en in kunnen spelen op de politieke actualiteit.
De woorden ‘Strategische’ en ‘Partnerschappen’ vallen verder meteen op. Minister Ploumen wil vanaf 2016 nauwe partnerschappen aangaan met maximaal 25 organisaties om het maatschappelijk middenveld in lage- en middeninkomenslanden te versterken (ook die woorden komen groot terug). Het woord ‘hulp’ is vrij klein voor een brief van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Het gaat Ploumen dan ook niet meer zozeer om hulp geven , in plaats daarvan gebruikt de minister een veelheid aan woorden zoals ‘beïnvloeden’, ‘pleitbezorging’, ‘elkaar versterken’ en ‘investeringen’.
Het kleine woordje ‘rol’ is heel groot. Welke rol neemt het maatschappelijk middenveld in ten opzichte van de overheid, burgers de markt en elkaar? Dat ‘overheid’ en ‘overheden’ in de wordcloud zeer prominent naar voren komen, zegt veel over hoe intensief er met de overheid samengewerkt moet worden. Overigens zegt het niets over waar de financiële middelen grotendeels vandaan moeten komen. Daarvoor moeten organisaties zich steeds meer gaan richten op de private sector, stelt Ploumen in haar brief.
Sowieso is ook kijken naar de kleinere lettertjes een goed idee voor de organisaties die vanaf 2016 een partnerschap aan willen gaan met het ministerie. Tussen de grote woorden in lezen we ‘voorwaarden’ (uiteraard), ‘allianties’ (mag, maar hoeft niet meer), ‘thematische’ (de minister houdt van specialisaties) en ‘faciliteit’ (zo heet een geldpotje tegenwoordig). Woorden als ‘mondiaal’, ‘mensenrechten’ en ‘armoedebestrijding’ zijn kennelijk uit de mode, alleen als je heel goed kijkt, zijn die ook nog terug te vinden.
[[{“fid”:”22063″,”view_mode”:”media_original”,”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”height:288px; width:550px”,”class”:”file-media-original media-element”}}]]
Worldcloud met dank aan Tagxedo.
