Achtergrond

‘Vrijwilligers met liefdesverdriet wil ik hier niet’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Dikke tranen lopen over de wangen van de vrijwilligster. “Ik ga je missen”, zegt een van de weeskinderen tegen haar. Onder de tonen van kinderstemmen die hamba kahle zingen, Zulu voor ‘tot ziens’, knuffelt ze nog snel een paar van hen. “Heeft iemand een zakdoek?”, roept Gail Johnson. Zij is de oprichtster van Nkosi’s Haven in Johannesburg. De vrijwilligster dept haar rode ogen droog terwijl ze in de taxi naar het vliegveld stapt. Ze werkte drie weken in het tehuis.

Gail Johnson

Gail Johnson

Chaos van papieren
In het kantoor van het tehuis zit Gail Johnson achter haar bureau waarop het een chaos is van papieren. Ze is met haar vlammend rode haar en zwartomlijnde ogen een opvallende verschijning. Nkosi’s Haven heeft al twaalf jaar vrijwilligers over de vloer, vertelt ze. Precieze cijfers heeft ze niet, maar het moeten er in totaal tegen de honderd zijn geweest.

Echt helpen
Johnson kan zich niet vinden in de kritiek dat vrijwilligers vooral voor zichzelf komen. “We krijgen mensen die ons echt kunnen helpen. In de ochtend werken ze in de keuken en in de middag maken ze huiswerk met de kinderen.” Johnsons stem is diep en schor, mede door de vele sigaretten die ze achter elkaar rookt. Het is het geluid van een vrouw waar niet mee valt te sollen. “Vrijwilligers die komen om een verbroken relatie te vergeten, wil ik hier niet. Die kunnen beter thuisblijven”, zegt ze fel. “En ook aan vrijwilligers die net verloofd zijn heb ik niets. Die zitten de hele dag te zwijmelen en te spelen op hun telefoon.”

Nkosi’s thuisHet tehuis Nkosi’s Haven in Johannesburg is beroemd in Zuid-Afrika. Het is genoemd naar Nkosi Johnson, een hiv-positief jongetje dat op de internationale Aidsconferentie in Zuid-Afrika een befaamde toespraak hield. 

“We zijn allemaal mensen. Wees niet bang voor ons, we zijn allemaal hetzelfde.” Zo doorbrak hij een jaar voor zijn dood de stilte in een land waar een groot taboe op hiv rustte. 

Gail Johnson is Nkosi’s pleegmoeder. Ze verzorgde hem in zijn laatste levensjaren en richtte Nkosi’s Haven op. Er wonen 114 kinderen.

Van tevoren probeert ze in te schatten of ze iets heeft aan een vrijwilliger. Ze laat aanmeldingsformulieren zien van de organisatie AFS, die elk jaar 12.500 vrijwilligers uitzendt naar 103 landen. De jongeren moeten een brief schrijven en hun curriculum vitae bijvoegen. Op foto’s poseert een vrijwilligster met haar familie, haar hond en haar vriendinnen.

Heel gemotiveerde jongeren
“We krijgen vooral heel gemotiveerde jongeren”, zegt Johnson. “Zo hebben we nu een studente Engelse letterkunde uit de VS. Ze is briljant en kan onze kinderen veel bijleren. We hebben een muzikant gehad die ons koor nieuw leven in heeft geblazen en een kunstenares die tekenlessen gaf.” Het budget van Nkosi’s Haven is beperkt. Het is niet zo dat Johnson anders Zuid-Afrikanen zou inhuren. “Als we extra wiskundeles willen geven, dan rekent de bijlesleraar per uur of per kind en ook de onkosten om hier te komen. Dat tikt aan.”

Hier komen ook vrijwilligers die op avontuur willen

Op avontuur willen
Jannis Drixter zit in het kantoor van Johnson en is al bijna een jaar in Nkosi’s Haven. Hij is met zijn 28 jaar een wat oudere vrijwilliger. Hij heeft net zijn master economie afgerond en helpt Johnson met het aanvragen van fondsen. Ook voetbalt hij met de kinderen. Hij is kritischer en spreekt over vrijwilligerstoerisme: “Hier komen ook vrijwilligers die net klaar zijn met hun middelbare school en op avontuur willen. Maar als je wil reizen, ga dan reizen. Vooral als ze erg jong zijn, lopen ze er de kantjes vanaf.”

Vrijwilliger leest voorHanna Sophie Kurtz (19) leest voor

Felle discussies
Hanna Sophie Kurtz (19) blijft een half jaar. Ze leest een klein meisje voor uit Winnie de Poeh. Zij heeft vooraf duidelijk nagedacht over de invulling van haar vrijwilligerschap. Ze heeft Nkosi’s Haven zelf gecontacteerd omdat ze niet wilde dat er geld ging naar een bemiddelingsorganisatie. Ze haalde 1000 euro op bij familie en vrienden om direct aan Nkosi’s Haven te geven. Ook zij heeft al egoïstische vrijwilligers langs zien komen. “Ik heb felle discussies gehad met een meisje dat openlijk zei dat ze dit werk puur deed voor haar cv.”

Een half jaar tot een jaar
Johnson heeft het liefst vrijwilligers die een half jaar tot een jaar blijven. “Als iemand een paar weken komt, heb ik liever dat ze klusjes opknappen zoals een poppenhuis bouwen of gebouwen schilderen.” Toch gebeurt dat vaak niet. De vrijwilligster die in tranen vertrok, was er maar drie weken en hielp de kinderen met huiswerk. “Vrijwilligers willen bij de kinderen zijn. We proberen degenen die kort blijven een groep te geven die geen intensieve aandacht nodig heeft.” Volgens Johnson zijn de kinderen gewend aan het komen en gaan van vrijwilligers.

Ik hoop dat de kinderen het moeilijk vinden als ik wegga

'Ja, dat is ook verdrietig'
“Ik hoop dat de kinderen het moeilijk vinden als ik wegga, want dat zou betekenen dat ik een verschil heb gemaakt”, zegt de Duitse Alina Pfeiff er (19) die de 15-jarige Sarah Mukeba met haar Engelse huiswerk zit te helpen. “Je groeit naar een paar kinderen toe. Ze gaan je vertrouwen. Ja, dat is ook verdrietig. Als vrijwilligers weggaan, dan vragen kinderen nog wel naar hen. Meestal is dat na een week weer over.”

Meer aandacht
De weeskinderen wonen in groepjes samen met een Zuid-Afrikaanse surrogaatmoeder die de stabiele factor is. “Het grootste deel van de kinderen zegt de vrijwilligers gedag en heeft er verder geen last van”, zegt Johnson. “Voor een klein deel is het lastig. We hebben hier heel behoeftige kinderen. Eigenlijk moeten we meer aandacht hebben voor wat het emotioneel met hen doet.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons